Trefwoorden h000-menswetenschappen, h00x-kunst
Doelstellingen De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.
Leerinhoud Elk seminarie vormt binnen dit opleidingsonderdeel een leereenheid. Een seminarie is
probleem- en onderzoeksgericht. Het is thematisch van opzet en niet overzichtsgericht.
Inhoudelijk staan de theoretische seminaries in de master open voor allerhande onderwerpen
en thema’s gelinkt aan de studiegebieden van de beeldende en audiovisuele kunsten. De
specifieke focus van een seminarie vertrekt vanuit het onderzoek van de docent. Grenzen van
artistieke disciplines kunnen daarbij overschreden worden.
Bewust of onbewust houden kunstenaars zich bezig met het verbeelden van de houding die ze als individu innemen tegenover het leven en tegenover de maatschappij. Sommige kunstenaars staan midden in de maatschappij en nemen er actief met hun werk aan deel, andere kunstenaars trekken zich liever terug op zichzelf en werken vanuit een medium aan hun persoonlijke ontplooiing. Voor dit seminarie wil ik met de studenten lezen wat een aantal kunstenaars zelf te zeggen hebben over de positie die zij met hun werk innemen. We lezen de kunstenaars in hun eigen woorden: artist statements, teksten, interviews,...
We bespreken verschillende visies op maatschappelijke posities.
Bij de samenstelling van het seminarie ben ik vertrokken vanuit mijn eigen artistiek onderzoek naar de plaats en functie voor de kunst en de kunstenaar in de maatschappij. Voor het seminarie bekijken we kunstenaars die mij persoonlijk erg interesseren: Marcel Duchamp, René Heyvaert, Jimmy Durham, Donald Judd, André Cadere, Daniel Buren, Joe Scanlan, Franz West, Jorge Pardo, Tobias Rehberger, Felix Gonzalez-Torres, Robert Smithson, Robert Gober,,... Deze kunstenaars vertrekken vanuit hun interesse in de positie van het individu. In hun werk nemen ze vaak afstand van een erg mediumgericht denken en vanuit hun peroonlijke positie interageren ze in de realiteit. Hun werk en houding balanceert tussen het verdwijnen en het verschijnen. We gaan op zoek naar hun motieven om zo te werk te gaan en naar de manieren hoe ze hun houding vertalen naar het instituut. Zonder er verder te veel aandacht op te vestigen, komt doorheen de teksten van de kunstenaars vanzelfsprekend ook de positie van het museum aan bod. Het museum is bij uitstek het instituut dat kunstenaars een legitieme maatschappelijke positie verschaft.
Het seminarie wil aanzetten leveren voor de studenten om zelf na te denken over de eigen positie als kunstenaar. Van de studenten wordt verwacht dat ze per seminarie thuis op voorhand een aangereikte tekst doornemen (een heel aantal teksten zijn in het Engels!). Het eerste deel van de les bestaat uit een hoorcollege met beeldmateriaal. Aan de hand van de aangebrachte teksten toetsen we het werk van de betreffende kunstenaars aan hun woorden. Voor het tweede deel kunnen de studenten zelf reacties geven.
Begincompetenties Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.
Eindcompetenties - De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
- De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
- De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
- De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten. De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Er wordt een gefotocopieerde cursus voorzien.
Studiekosten
Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.
Studiebegeleiding Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.
Onderwijsvormen Theoretische uiteenzettingen, groepsdiscussies.
Naar gelang de aanwezigheid van een
gastdocent kan een seminarie ook in een andere taal verlopen.
Evaluatievorm Voor elke leereenheid geldt standaard (tenzij anders afgesproken door docent):
een mondeling examen, eventueel voorbereid door middel van een paper
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.
Aan het einde van het semester wordt van de student een werkstuk (tekst of beeld) gevraagd waarin gereageerd wordt op een aangebrachte stelling. Hierbij kan de student werken vanuit de relatie van het seminarie tot de eigen creatie of vanuit een algemenere kijk op kunstenaarsposities. Het examen bestaat uit een gesprek (woorden) over het aangeleverde werkstuk. De stellingen waarop gereageerd kan worden worden bij aanvang van het seminarie meegedeeld.
Aanwezigheden tijdens het seminarie worden genoteerd. Iedereen is van harte welkom!
OP-leden
|
|