Trefwoorden h313-kunstkritiek, h390-literatuurtheorie, h315-esthetica, h135-fenomenologie, h352-semiotiek, h120-wetenschapsfilosofie, h120-ideologie
Doelstellingen Optioneel opleidingsonderdeel dat deel uitmaakt van het keuzepakket 2: Tentoonstelling.
Kennisverwerving van theoretische kaders, concepten, modellen en methodes met betrekking tot de analyse, interpretatie, evaluatie, ontwerpen en vormgeven van een tentoonstelling, en die kennis concreet kunnen toepassen.
Leerinhoud In dit opleidingsonderdeel wordt ingegaan op de theoretische kaders en methodologieën die van toepassing zijn bij het analyseren, ontwerpen en vormgeven van een tentoonstelling.
De tentoonstelling wordt daarbij belicht vanuit verschillende invalshoeken, de kunstenaar, het kunstwerk, de tentoonstellingsmaker, de bezoeker en geplaatst binnen een breder maatschappelijk en kritisch perspectief.
Hiertoe wordt geput uit verschillende disciplines.
De theorie wordt geïllustreerd en geduid aan de hand van casestudies.
Dit alles culmineert in de voorstelling van een best practice-model en daarop aansluitend de presentatie van een tentoonstellingsontwerpmodel en hoe dit model in praktijk te brengen.
Begincompetenties Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van de opleiding.
Eindcompetenties Kerncompetenties
1. Kennis en kritisch inzicht in de basisconcepten, centrale benaderingen, theoretische modellen en de belangrijkste ontwikkelingen binnen de museologie, mediatheorie en critical theory en deze kunnen integreren bij het analyseren en/of ontwerpen en vormgeven van een tentoonstelling.
2. Kennis van methodes en technieken voor de analyse, interpretatie en evaluatie van tentoonstellingen, en deze methodes en technieken zelfstandig, kritisch, op vergelijkende en geïntegreerde wijze kunnen toepassen op concrete cases.
Onder meer:
- de schriftelijke ontsluiting van de analyse, interpretatie en evaluatie van tentoonstellingen.
- kennis en inzicht in de basisconcepten, centrale benaderingen, modellen en de belangrijkste ontwikkelingen binnen de theorievorming rond het tentoonstellingswezen.
3. De verschillende benaderingswijzen (zelf)kritisch kunnen vergelijken, combineren en integreren bij het ontwerpen en vormgeven van een permanente dan wel tijdelijke tentoonstelling.
Onder meer:
- opstellen van een dossier m.b.t. een geïntegreerd tentoonstellingsproject, waarin aandacht wordt besteed aan het tentoonstellingsconcept, -script, projectplanning, samenstelling van een team, strategie van publieksbemiddeling, communicatie met de pers, evaluatie, en dergelijke meer.
- de presentatie van dit dossier middels gebruik van PowerPoint.
Algemene competenties
1. Ingesteldheid tot levenslang leren: een attitude die bevorderlijk is voor zelfstudie en probleemgericht onderzoek, die zelfstudie en dat onderzoek tot een goed einde brengen en een bereidheid de resultaten te ontsluiten binnen de directe werkomgeving en te communiceren naar het bredere werkveld.
2. Het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken: concrete planning en coördinatie van het tentoonstellingsproject op zich kunnen nemen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Verplichte literatuur, reader, eigen nota's en excursies.
De reader wordt ter beschikking gesteld door de coördinatoren.
De aankoop van de verplichte literatuur wordt centraal georganiseerd (via de coördinatoren).
Verplichte Literatuur:
David Dean, Museum Exhibition. Theory and Practice, London/New York, Routledge, 1994. (handboek, Engels, 42,00 Euro)
Studiekosten Boekmaterialen (handboek: zie leermateriaal): 42,00 Euro
Kopies voor reader: ca. 10,00 Euro
Verplichte excursies (tentoonstellingsbezoek): ca. 25,00 Euro
Geraamde totaalprijs: ca. 77,00 Euro
Studiebegeleiding
Persoonlijk: op elektronische afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, werkcolleges, oefeningen.
Evaluatievorm Periodegebonden evaluatie: schriftelijk en mondeling examen.
De periodegebonden evaluatie krijgt haar beslag in:
- een schriftelijke toetsing (paper) waarin wordt nagegaan of de opgedane kennis van methodes en technieken voor de analyse van tentoonstellingen in een concrete case kan worden toegepast
- een mondelinge toetsing waarbij wordt nagegaan of de opgedane kennis en inzichten in de basisconcepten, centrale benaderingen, modellen en de belangrijkste ontwikkelingen binnen de theorievorming rond het tentoonstellingswezen concreet kunnen worden toegepast bij het ontwerpen en vormgeven van een tentoonstelling.
Tweede zittijd is mogelijk.
OP-leden
|
|