PLANT- EN GEWASWETENSCHAPPEN 2
 
Wordt gegeven in Master in de biowetenschappen, landbouwkunde, plantaardige en dierlijke productie - afstudeerrichting: plantaardige en dierlijke productie
Master in de Biowetenschappen, landbouwkunde, dierenmanagement - afstudeerrichting: plantaardige en dierlijke productie
Master in de biowetenschappen, landbouwkunde - afstudeerrichting: tropische plantaardige productie
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 24.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Geert Haesaert
Referentie BMLBKP01A00012
 
Trefwoorden
Landbouw – plantenteelt – gewassen – teelttechniek

Doelstellingen
De opleidingsonderdelen plant- en gewaswetenschappen I en II vormen het sluitstuk van de plantaardige productie. De gewassen besproken in dit opleidingsonderdeel beslaan circa 95 % van het landbouwareaal in België zodat de teeltkennis van deze gewassen onmisbaar is voor de Masters Biowetenschappen, afstudeerrichting Landbouwkunde. Voor deze economisch belangrijke gewassen wordt de teelttechniek en de invloed ervan voor de kwalitatieve en kwantitatieve opbrengst naar voren gebracht.

Leerinhoud
Het opleidingsonderdeel plant- en gewaswetenschap II bespreekt de botanische situering, morfologische en fysiologische kenmerken, belangrijkste teelttechnische en fytosanitaire aspecten en kwantitatieve en kwalitatieve opbrengstparameters van volgende gewassengroepen:
  • Grasland en groenvoeders (maïs en vlinderbloemigen)
  • Vollegrondsgroenten (leguminosen, koolgewassen, prei, witloof, blad- en wortelgroenten)
Per gewasgroep wordt aan de hand van typegewassen de hierboven aangehaalde aspecten behandeld.
Belangrijk voor het opleidingsonderdeel is de integratie van diverse disciplines (plantenmorfologie en –fysiologie, fytotechnie, gewasbescherming, e.a. ) op niveau van een specifiek gewas.
Met behulp van een buitenlandse studiereis moeten de studenten tevens een internationale visie ontwikkelen over de thema’s besproken in het opleidingsonderdeel.

Begincompetenties
Eindcompetenties van anatomie en morfologie van hogere planten, plantenfysiologie, fytotechnie en ecofysiologie, gewasbescherming, plantenvoeding en bodembeheer en genetica.

Eindcompetenties
  • In staat zijn een teeltschema te ontwerpen voor de hierboven vermelde gewasgroepen
  • In staat zijn telers te begeleiden en teeltproblemen op te lossen
  • In groep gewasthema’s als oogsttijdstippen, kwaliteitsanalyses, rassenvergelijking, e.a. kunnen bestuderen, interpreteren en verwerken tot een verslag of presentatie.
  • In staat zijn een internationale visie te ontwikkelen omtrent gewasproductiesystemen
Algemene competenties
  • Een gevorderd begrip van en inzicht in de wetenschappelijk - disciplinaire kennis eigen aan plantengroei en –ontwikkeling om op basis hiervan een originele bijdrage aan kennis te kunnen leveren aan het vakgebied.
  • Kunnen omgaan met de complexiteit van biologische productiesystemen


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus voor theorie en oefeningen is beschikbaar.
Referentiematerialen (boeken en gespecialiseerde websites)

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 730.0 EUR
Syllabussen: 80 euro
Bedrijfsbezoeken: 100 €
Internationale studiereis: 550 €

Studiebegeleiding
Permanente mogelijkheid tot vraagstelling

Onderwijsvormen
Hoorcollege, oefeningen en themaseminaries.

De oefeningen bestaan uit thema-oefeningen op de proefhoeve van de Hogeschool (metingen, evaluaties, waarnemingen, e.a.) bij diverse gewassen en bezoeken aan landbouwbedrijven en/of verwerkende industrie:
. Botanische analysen van grasland
. Opbrengstbepalingen en –evaluaties van groenvoedergewassen
. Evaluaties van proefbehandelingen in het kader van veldproeven
. Bezoek aan gespecialiseerde landbouwbedrijven
. Internationale studiereis

Evaluatievorm
Theorie: Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding; open vragen (1ste en 2de zittijd)
Oefeningen: permanente evaluatie en eindtoets (in geval van 2de zittijd wordt de eindtoets hernomen)
Oefeningen worden voor 50 % op rapportering/presentaties en voor 50 % op de eindtoets beoordeeld.

Wegingscoëfficiënten:
  • Theorie: 72, 7%
  • Oefeningen: 27, 3 %


OP-leden
Theorie en seminaries: G. Haesaert
Oefeningen: V. Derycke, S. De Laethauwer en G. Verlinden