IMMUNOLOGIE
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie - afstudeerrichting: farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie
2de jaar professionele Bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie - afstudeerrichting: medische laboratoriumtechnologie
Hoorcollege [A] 35.0
Werkcollege [B] 30.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 5.0
Totale studietijd [D] 150.0
Studiepunten [E] 5
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis An Willems
Referentie GCBLTF02A00006
 
Trefwoorden
b-500 Immunologie: immuniteitsleer, specifieke en niet specifieke afweer, immunologische technieken

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel is in het curriculum opgenomen omdat volgens het KB van 2 juni 1993 de toekomstige medische laboratoriumtechnoloog immunologisch onderzoek op stalen van menselijke (MLT) oorsprong moet kunnen uitvoeren. Immunologie is echter ook belangrijk voor de farmaceutisch-biologisch technoloog die immunologisch onderzoek moet kunnen uitvoeren in het kader van wetenschappelijk onderzoek of op stalen van dierlijke oorsprong. Dit immunologisch onderzoek komt terug in labo’s hematologie, serologie en klinische chemie (MLT) en in diverse onderzoekslaboratoria (FBT).
Het wordt aangeboden op het moment in het curriculum dat de student een grondige basiskennis bezit van de biologie, de anatomie, de fysiologie en de algemene microbiologie.
Het doel van dit opleidingsonderdeel is het verwerven van inzicht en het opbouwen van een zekere parate kennis op het vlak van de immuniteitsreactie; het normaal functioneren ervan, de afwijkingen in de immuniteitsreacties die kunnen optreden en de testen die dit moeten opsporen.
Verrder is het ook de bedoeling dat de student het verworven inzicht combineert met de basisvaardigheden die vereist zijn in een biomedisch laboratorium: nauwkeurig kunnen werken, veilig en milieubewust kunnen werken, in teamverband kunnen werken, resultaten kwalitatief en semi-kwantitatief en/of kwantitatief kunnen evalueren en verwerken en afwijkende resultaten kunnen herkennen. Dit opleidingsonderdeel stimuleert binnen het geheel van de opleiding de volgende algemene competenties: informatie kunnen opzoeken en bewerken, vermogen tot kritische reflectie, het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, problemen en oplossingen en de ingesteldheid tot levenslang leren.

Verticale samenhang: Dit opleidingsonderdeel bouwt rechtstreeks voort op de opleidingsonderdelen biologie (opbouw van prokaryote en eukaryote cellen, ruimtelijke structuur van organische macromoleculen), anatomie en fysiologie (vnl. het lymfevatstelsel, het bloedvatstelsel, het beenmerg, de lever, de milt en de nieren) en de algemene microbiologie (ziekteverwekkend vermogen van micro-organismen onderkennen, op een veilige en accurate manier kunnen werken met pipet en micropipet).

Horizontale samenhang: Het is de bedoeling dat de student verbanden legt tussen de immunologie enerzijds en anderzijds de medische bacteriologie, de hematologie, de histologie, de biochemie en de pathologie.

Leerinhoud
Theorie (A-uren):

Deel I:
lineaire opbouw (met toepassingen in het practicum)
1. Inleiding: niet specifieke afweer ten opzichte van specifieke afweer
2. De bestanddelen van het bloed en hun plaats in het immuunsysteem
3. Hoe verloopt een immuunrespons ?
4. Immunogenen en antigenen.
5. Immunoglobulines of antilichamenen.
6. Interacties tussen antilichamen en antigenen:
- precipitatiereacties
- agglutinatietechnieken
- complement fixatietesten
- technieken met gelabelde antilichamen (radioactief, fluorimetrisch of enzymatisch gemerkt m.i.v. immunohistochemische kleuringen)
- virusneutralisatietesten
- haemagglutinatie-inhibitietesten
7. Monoklonale antilichamen: aanmaak, voor- en nadelen, gebruiksdomeinen
8. Het Major Histocompatibiliteitscomplex (MHC)
9. De lymfocyten en hun rol in het specifieke immuunantwoord

Deel II: Capita Selecta:
thematische opbouw; uitdieping van de leerstof
10. Het complementsysteem
11. Tumormerkers
12. Overgevoeligheidsreacties
13. Auto-immuunziekten
14. Cytokines

Practica (B-uren): volgorde en invulling kan variëren naargelang noodzaak (houdbaarheid kits) en aansluiting met andere opleidingsonderdelen
- introductieles + op een juiste en veilige manier leren pipetteren
- ABO bloedgroepbepaling en Resusfactorbepaling volgens de voorwerpglasmethode (agglutinatiereactie), op eigen bloed via vingerprik en met semi-automatische methode
- bepaling van het secretorfenomeen (indirecte agglutinatiereactie)
- bepaling van irreguliere antilichamen met behulp van een semi-automatische methode (het DiaMed Microtyping ® systeem) (agglutinatie en indirecte Coombs)
- Anti Strepto Lysine O bepaling (ASO) volgens de micromethode (precipitatietechniek)
- CRP-bepaling (C-reactive Proteïn) (latexagglutinatietest via indirecte methode) + semi-kwantitatieve bepaling in het serum van antilichamen tegen AntiStreptolysine O (ASLO) : stripmethode met voorgecoate testkuipjes (via neutralisatie van de bacteriële enzymatische activiteit door de aanwezige antilichamen in serum)
- semi-kwantitatieve bepaling van antilichamen (in serum) vb. tegen Rode Hond via een Rubella Hemagglutinatie-Inhibitietest (RubeHIT®) (inhibitie van de hemagglutinatie) + bepaling van Humaan Choriongonadotropine op ochtendurine (capillaire diffusie en interactie van gemerkt antilichaam met antigeen)
- uitvoering van een éénstaps competitieve enzyme- immunotest : vb Enzygnost® van Dade Behring
- screening van ontbijtgranen op mycotoxines (Enzyme Immuno Assay)
- indien mogelijk bezoek aan biomedisch/research gerichte firma of andere invulling aansluitend bij actualiteit

Begeleide zelfstudie (C-uren):
opzoekingswerk over een hoofdstuk van de cursus vb. een auto-immuunziekte, te verwerken volgens het sjabloon dat ook voor wetenschappelijke documentatie en de eindwerken wordt gebruikt

Begincompetenties
Voor het opleidingsonderdeel anatomie en fysiologie moet de student een credit behaald hebben, gedelibereerd zijn of een vrijstelling bekomen hebben op basis van EVK of EVC.

Eindcompetenties

Specifieke competenties :
1. het verwerven van algemene vakbekwaamheid
Onder meer:
- Kennis en inzicht hebben in het werkingsmechanisme van immunologische reacties en in de principes van testen gesteund op deze immunologische basis.
- Kennis en inzicht hebben in de immuniteitsreactie; het normaal functioneren ervan, de afwijkingen in de immuniteitsreacties die kunnen optreden
2. Immunologisch onderzoek kunnen uitvoeren op stalen van menselijke (en eventueel dierlijke) oorsprong
Onder meer:
- In staat zijn tot het correct uitvoeren van proeven in een biomedisch laboratorium: nauwkeurig kunnen werken, veilig en milieubewust kunnen werken.
- Kennis en inzicht hebben in de immuniteitsreactie de testen die dit moeten opsporen.

Algemene competenties
1. Teamgericht kunnen werken: in staat zijn in team een proef tot een goed einde te brengen
2. Vermogen tot kritische reflectie: resultaten kwalitatief en semi-kwantitatief en/of kwantitatief kunnen evalueren en verwerken en afwijkende resultaten kunnen herkennen

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
::Voor meer informatie, klik hier::
1. Syllabus An Willems (door de student aan te vullen met nota's tijdens de hoorcolleges)
2. Powerpoint presentatie
3. Video’s en animatiefilmpjes
4. Elektronisch leerplatform Dokeos: daar kunnen de studenten de slides van de lessen, de gebruikte filmpjes en animaties, extra documentatie, en links naar websites terugvinden.
3. Bezoek aan vakbeurs (indien mogelijk)
4. Rondleiding in research gerichte firma (laatste technieken op immunologisch en/of biotechnologisch vlak)
5. uitgewerkte werkprocedures voor de praktische oefeningen (cursusdienst Hogent, met eventuele aanvullingen tijdens het jaar voor nieuwe oefeningen)
6. Vakliteratuur:
- Bibliotheek Departement Gezondheidszorg Vesalius:
- Roitt, Ivan Immunology Houten/Diegem Bohn Stafleu Van Loghum 2004 HOG01
- Abbas, Abul K. Cellular and molecular immunology Philadelphia : Elsevier Saunders, 2005 HOG01
- Parham, Peter The immune system New York: London: Churchill Livingstone, 2005 HOG01
- Abbas, Abul K. Basic immunology Philadelphia (Pa;) Saunders 2004 HOG01
- Medische immunologie, Maarssen Elsevier gezondheidszorg 2003 HOG01
- Burmester, Color atlas of immunology Stuttgart; New York 2003 HOG01
- Tsanev, Roumen, Immune interferon, Boca Ratron CRC Press, 2002
- Janeway, Charles A. Immunobiology New York, London: Churchill Livingstone, 2005
- Internet

Studiekosten
Ongeveer 10 EUR voor de cursussen theorie + oefeningen en bijkomende nota’s

Studiebegeleiding
Mogelijkheid tot vraagstelling tijdens en na elke les of tijdens de practica. De studenten kunnen elkaar ook uitleg geven en begeleiden tijdens het practicum. Via permanente evaluatie (beoordeling van de verslagen, vraagstelling en observatie van de studenten tijdens de praktische oefeningen) kunnen ook tekorten in kennis en/of vaardigheden bijgestuurd worden.

Onderwijsvormen
De theorie wordt aangebracht via interactieve hoorcolleges, waarbij via vraag en antwoord actieve inbreng van de studenten wordt verwacht. Daarnaast wordt een deel van de leerstof door de studenten verworven via begeleide zelfstudie (inzicht/kennis). De studenten dienen informatie op te zoeken en te verwerken in een overzichtelijk document, gebaseerd op het sjabloon dat ook gebruikt wordt voor stage en scriptie. Het onderwerp vormt een uitdieping/actualisatie van een hoofdstuk uit de cursus.
De theorie over testen gebaseerd op immunologische principes wordt aangevuld door documentatie verzameld op een beurs (vb. Medicabeurs in Duitsland, Laborama in België).
De theorie wordt in de practica toegepast via ‘hands on‘ experimenten. De student verwerft hierdoor de basisvaardigheden in verband met immunologische technieken vereist in een medisch of biologisch laboratorium.
De leerstof wordt indien mogelijk aangevuld met een studiebezoek aan een modern, research gerichte firma.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie (30 %)
De permanente evaluatie gebeurt
- via de beoordeling van de verslagen (opbouw structuur van het verslag, overzichtelijkheid, volledigheid, interpretatie van het bekomen eindresultaat, reflectie over de methode)
- via beoordeling van attitudes, praktische vaardigheden en competenties tijdens de practica (veilig werken, ordelijk en nauwkeurig werken, zich hulpvaardig en verantwoordelijk tegenover de groep opstellen, een goede voorbereiding van het practicum aantonen via planning en het beantwoorden van mondelinge vragen…)
- via de beoordeling van korte schriftelijke toets(en)
- via de beoordeling op inhoud en vorm van de opzoekingsopdracht.
Er is geen tweede zittijd mogelijk voor de permanente evaluatie.

Mondeling examen (70 %)
Voor het mondelinge examen krijgen de studenten een schriftelijke voorbereidingstijd voor het beantwoorden van een drietal vragen. Hiertoe horen een tweetal kennis- en inzichtvragen over elementaire begrippen en de werking van het immuunsysteem en afwijkende immuunreacties en een vraag over kennis en inzicht in immunologische technieken, met een link naar de zelf uitgevoerde practica. Vervolgens moeten de studenten hun antwoorden op de vragen mondeling toelichten.
Daarna worden nog twee mondelinge vragen gesteld, met nadenktijd maar zonder schriftelijke voorbereiding. Een eerste vraag over een folder (van een vakbeurs zoals Medica en Laborama) met een schema over een test die op een immunologisch principe berust. De studenten mogen dit even lezen en krijgen er dan vragen over (soort test, principe, doel, werkingsmechanisme, werkschema, link met nota’s en syllabus…). Een tweede vraag gaat over hun persoonlijk werk.
Tweede zittijd voor het mondeling examen is mogelijk.

OP-leden
Apr. Pascale Dooms
Dr. An Willems