STAGE, RAPPORTERING EN COMMUNICATIETRAINING
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. netwerkec./bedrijfsmgmt
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. soc.wk/toeg.psych./ortho
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor Bach. in handelswetenschappen
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. Maatschappelijke Veiligheid
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. bedrijfsman.: Rechtspraktijk
Hoorcollege [A] 6.0
Werkcollege [B] 30.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 324.0
Totale studietijd [D] 360.0
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Diederik Vancoppenolle
Referentie HBBEST03A00014
 
Trefwoorden
stage, publiek management, bestuurs- en beleidkunde, praktijkervaring, eerste werkervaring, communicatievaardigheden, besluitvorming

Doelstellingen
De bacheloropleiding heeft een eigen afstudeerfinaliteit die concreet wordt vertaald in de afronding van de bacheloropleiding met het opleidingsonderdeel stage, rapportering en communicatietraining (= bachelorproject).
De stage vormt een eerste confrontatie met het werkveld en biedt de studenten de mogelijkheid om tijdens hun studies een eerste praktijkervaring op te doen.
De stage beoogt een verder verfijnen en verdiepen van de aangereikte kennis en vaardigheden via praktijkgerichte ervaring, het ontwikkelen van de nodige socio-normatieve kennis en wil een brug vormen tussen theorie en praktijk.
De student leert ook correct te rapporteren over de uitgevoerde opdracht en leert communicatievaardigheden toepassen tijdens de stage en bij de rapportering.

De stage sluit aan bij het studietraject dat de student tot dan toe heeft afgelegd. In de opleiding kiest de student voor bepaalde bestuursniveaumodules, managementmodules en beleidsdomeinen waardoor hij een specifieke expertise voor functies in de publieke of social profit sector ontwikkelt. Door het afstemmen van de stage op de reeds door de student in zijn/haar opleiding gemaakte keuzes kunnen er synergetische leereffecten ontstaan.
Voor de rapportering wordt vooral verder gebouwd op de opleidingsonderdelen onderzoeksmethoden.

Leerinhoud
De stage geeft de student een realiteitsgetrouw inzicht in de verschillende functie-/jobinhouden waarin afgestudeerden van de opleiding bestuurskunde en publiek management mogelijk terechtkomen. Dit houdt in:
-Kennismaking met en voorstelling van de personeelsleden van de dienst, alsook kennismaking met hun taken en functies door informatie en rondgang.
-Kennismaking met de dienst d.m.v. het doornemen van jaarverslagen, folders, publicaties, werkdocumenten, verslagen en wetgeving.
-Observatie van het werkgebeuren door onder meer bijwonen van vergaderingen, van contacten met de klanten, van contacten met collega’s en medewerkers, van samenwerking met andere diensten en organisaties.
-Het uitvoeren van een concrete en afgelijnde opdracht die een weerspiegeling is van de beroepsfunctie zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van deelstudies in het kader van beleidsvoorbereidend werk, managementgerichte opdrachten, opdrachten waar de contacten met de doelgroep centraal staan (participerend werken), opmaken van jaarverslagen,…

De communicatietraining houdt in:
-schriftelijke (verslaggeving) en mondelinge (presentatietechnieken, vergadertechnieken) communicatietechnieken.
-beslissings- en besluitvormingstechnieken.
-onderhandelen
-werken in teams

Begincompetenties
De competenties van de opleidingsonderdelen seminarie beleidsdomein, onderzoeksmethoden 3 en management in de publieke sector moeten verworven zijn. Indien dit niet het geval is, moeten deze opleidingsonderdelen opgenomen worden in het geïndividualiseerde curriculum.

Eindcompetenties
Kerncompetenties:
1) In staat zijn om zich vlot in te werken in de organisatie:
-Inzicht hebben in het functioneren van de organisatie.
-kennis hebben van de belangrijke actoren in en rondom de organisatie.
-kunnen kritisch reflecteren over de organisatie waarin men functioneert (koppeling tussen kennis, inzichten en concepten en de praktijk).
2)autonoom functioneren in een organisatie: zelfstandig uitvoeren van opdracht(en) in opdracht van de stageorganisatie.
3)zelfstandig kunnen redigeren van een eindrapport: Synthetisch schrijven van een rapport.

Algemene competenties:
1) Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken:
Onder meer:
-een bondig schriftelijk rapport kunnen schrijven.
-in een mondelinge verdediging de wijze van aanpak kunnen toelichten en een kritische reflectie kunnen geven op de resultaten.
-op de stage sociaal vaardig kunnen omgaan met o.a. collega’s,…
2) Kunnen omgaan met de onzekerheid en grenzen van de kennis en de vaardigheid ontwikkelen tot het initiëren van probleemgestuurd onderzoek.
Onder meer:
- Kunnen opstellen van een praktijkonderzoek
-gebruik makend van geëigende dataverwerkingstechnieken
3) De student kan in een professionele omgeving de aangeleerde vaardigheden (onderhandelen, presenteren, deelnemen aan een vergadering) toepassen.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Stagenota, stagereglement, stagecontract (en bijhorende documenten) worden ter beschikking gesteld van de studenten Seminariemateriaal: cursus en handouts

Studiekosten
Afhankelijk van de stageplaats: vervoerskosten van en naar de stageplaats.
Kosten verbonden aan het residentieel seminarie, ongeveer 50 euro.

Studiebegeleiding
Begeleiding stageproces door stagecoördinator/titularis (dit is de verantwoordelijke binnen HABE) en de stagebegeleider (dit is de persoon binnen de stageorganisatie) onder de vorm van permanente opvolging (terugkoppeling op stageplaats en terugkeermoment in de onderwijsinstelling).
Begeleiding bij het schrijven van het bachelorrapport door de habe-begeleider uit de opleiding (vormelijk en vooral procesmatig, met inhoudelijke ondersteuning) en stagebegeleider (inhoudelijk).

Onderwijsvormen
De stage wordt georganiseerd tijdens de tweede helft van het tweede semester van de derde bachelor (= de periode na de paasvakantie). De stage duurt 6 weken of 30 werkdagen, wordt georganiseerd a rato van 5 dagen per week.

Het onderdeel communicatietraining van dit opleidingsonderdeel wordt aangeboden onder de vorm van een residentieel seminarie, een driedaagse training rond besluitvorming en communicatievaardigheden.

Evaluatievorm
Een student(e) dient alle delen van het opleidingsonderdeel ‘SRC’ te volgen. Manifeste tekorten qua inzet of het zich houden aan afspraken of deadlines bij één of meerdere delen zullen leiden tot een onvoldoende voor het opleidingsonderdeel.

De eindquotering voor stage, rapportering en communicatie is het resultaat van procesevaluatie en de evaluatie van een eindproduct. De verschillende delen van SRC worden als volgt beoordeeld:

3.1. Het deel stage binnen SRC: procesevaluatie
* Tijdens de stage: tussentijdse opvolging van de student op de Hogeschool of via een tussentijds rapport, telefonische opvolging bij de stagebegeleider. Intensiever contact is mogelijk als er zich problemen zouden voordoen.
* Na aflopen van de stage: op het einde van het semester volgt er een afrondend gesprek tussen de student(e), de stagebegeleider, de habe-begeleider en de stagecoördinator/titularis Andere collega’s kunnen aanwezig zijn maar wegen niet op de evaluatie. In dit gesprek wordt een zicht verkregen op de evolutie en het proces die de student(e) tijdens zijn/haar stage heeft doorgemaakt. Hier staat de evaluatie van de attitudes, werkhouding, inzet, ... van de student(e) centraal.

3.2. Het deel rapportering binnen SRC: productevaluatie
Na afloop van de stage bezorgt de student(e) de stage-organisatie en de opleiding een stagerapport met de resultaten van het gevoerde opdrachtonderzoek. Na het afronden van de stage beschikt de student(e) nog over anderhalve week ‘schrijftijd’ om zijn/haar stagerapport af te werken. Zoals eerder werd gesteld vormt het eindproduct waarnaar binnen de stage gewerkt wordt samen met de manier waarop de student(e) werkt binnen de organisatie de essentie van de stageperiode. Nadat alle partijen dit stagerapport hebben kunnen doornemen wordt dit stagerapport op hetzelfde hierboven afrondend evaluatiegesprek besproken door de student(e), de habe-begeleider, de stagebegeleider en de titularis/stagecoördinator. Hier staat de evaluatie van de stageopdracht door de stagebegeleider centraal. De kwantiteit en de kwaliteit van de prestaties van de student(e) wordt besproken. Van de stagebegeleider en habe-begeleider wordt door middel van een verslag een adviserende beoordeling verwacht. De bedoeling van dit gesprek is dat de student(e) het ‘feitelijke’ van de stage overstijgt en een kritische reflectie kan geven over het verloop van de stage, de (aanpak van) de opdracht, zijn/haar eigen functioneren, de stageplaats/dienst/gemeente, ... Op het einde van het evaluatiegesprek dienen de studenten een beleidsadvies te formuleren rond de opdracht/het onderzoek/het project waar ze aan gewerkt hebben. Dit gebeurt mondeling. De kwaliteit van de presentatie, de kritische reflectie en het beleidsadvies zal hier beoordeeld worden.

3.3. Het deel communicatie binnen SRC: procesevaluatie + productevaluatie
* Tijdens de stage: procesevaluatie: de titularis docent houdt een appreciatie bij van de volgende elementen: deelname aan en inzet bij alle onderdelen van het opleidingsonderdeel SRC, punctualiteit bij het volgen van afspraken en deadlines, tijdig indienen van alle documenten (stagerapport maar ook stagecontract,...), algemene inzet voor dit opleidingsonderdeel, de indrukken van de telefonische opvolging en de indruk tijdens het terugkeermoment.
* Evaluatie van het residentieel seminarie: voor dit luik binnen het opleidingsonderdeel gaat 25% van de te verdienen punten naar de medewerking en inzet tijdens de training, en 75% naar het reflectieverslag dat studenten na afloop van het seminarie indienen bij de verantwoordelijke voor het seminarie
De eindquotering is het resultaat van de procesevaluatie van het jaarwerk en van een waardering van het eindproduct zoals blijkt uit het evaluatiemoment. Dit eindcijfer komt tot stand door overleg en na beraadslaging van het stageteam. Het stageteam adviseert de titularis bij de beoordeling van het opleidingsonderdeel SRC. Het cijfer wordt door de titularis vastgelegd.
Als de student in eerste zittijd een cijfer onder de 10/20 krijgt zal de titularis na overleg met het stageteam de modaliteiten voor een vervangopdracht die gelijk staat met een weging van 12 studiepunten vastleggen. Deze worden de student(e) meegedeeld tijdens de feedback na de deliberatie van de eerste zittijd. De titularis evalueert de student(e) in de tweede zittijd.

OP-leden
Nancy Cantens