WETENSCHAPPELIJK WERK: BACHELORPROEF
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de handelswetenschappen
bachelor in de handelswetenschappen, voor Bach. in best.publ.man
bachelor in de handelswetenschappen, voor P.B. netwerkeconomie
bachelor in de handelswetenschappen, voor P.B. bedrijfsm.: afst.acc.fisc
bachelor in de handelswetenschappen, voor P.B. bedrijfsm.: afst.rechtspr
bachelor in de handelswetenschappen, voor P.B. bedrijfsm.:fin/mil/log.man/mk
Bachelor in de Handelswetenschappen, voor P.B. Bedrijfsman.,optie Int.ond. en grensverleggend ond
Bachelor in de Handelswetenschappen, voor P.B. bedrijfsman., optie KMO-Management
Schakelprogramma tot de master in de handelswetenschappen, voor P.B. in het bedrijfsmanagement en de netwerkeconomie
Hoorcollege [A] 48.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 60.0
Totale studietijd [D] 180.0
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Marc Fierens
Referentie HBHAWE03A00013
 
Trefwoorden
wetenschappelijke vaardigheden, onderzoeksthema binnen de (bedrijfs)economie/handelswetenschappen, schriftelijke rapportering

Doelstellingen
De Bachelorproef is een opdracht in het kader van de wetenschappelijke vaardigheden die een Bachelor in de Handelswetenschappen moet ontwikkelen. Deze ontwikkeling is in algemene zin voorbereid via het opleidingsonderdeel “Inleiding en voorbereiding wetenschappelijk werk” (Ba2HW). In de Bachelorproef wordt een onderzoeksthema binnen de (bedrijfs)economie/ handelswetenschappen door de student zelfstandig verkend aan de hand van relevant bronnenmateriaal. De studenten verwerven via de Bachelorproef enerzijds inzicht in de wijze waarop aan onderzoek wordt gedaan binnen het domein of vakgebied en anderzijds moeten zij zelf een praktijkgerichte onderzoeksvraag formuleren.

Leerinhoud
De bachelorproef bestaat uit:
1) Verkenning van een (bedrijfs)economisch thema aan de hand van actueel en relevant wetenschappelijk bronnenmateriaal dat door de student zelf wordt verzameld.
2) Formulering van een onderzoeksvraag/probleemstelling, voortkomend uit de verkenning van het thema. De praktijkrelevantie van de onderzoeksvraag moet worden aangetoond en een onderzoeksaanpak dient te worden voorgesteld.
3) Schriftelijke rapportage: een rapport bachelorproef wordt opgemaakt.

In het draaiboek Bachelorproef worden er, per domein, bijkomende richtlijnen omschreven.

Begincompetenties
De competenties van het opleidingsonderdeel wetenschappelijk werk: inleiding en voorbereiding (2de Bachelor) moeten in voldoende mate verworven zijn.

Afhankelijk van het domein waarin de Bachelorproef wordt uitgewerkt, moeten de competenties van één van de volgende kernvakken (domeinen): financiële markten en producten, vennootschapsbelasting, informatiemanagement, algemeen management of inleiding marketingmanagement verworven zijn. Indien dit niet het geval is, dient het kernvak opgenomen te worden in het geïndividualiseerde curriculum.

Eindcompetenties
1) Kunnen verkennen van een onderzoeksthema
Onder meer:
- inzicht hebben in de wijze waarop aan onderzoek wordt gedaan binnen een domein en dit kunnen toepassen op een eigen onderzoeksthema.
- de basistechnieken op het vlak van het verzamelen van academische literatuur en ander bronnenmateriaal kunnen hanteren.
- het bronnenmateriaal lezen, interpreteren en verwerken in een synthese.

2) Kunnen afbakenen en formuleren van een praktijkgerichte onderzoeksvraag/probleemstelling die voortspruit uit de verkenning van het onderzoeksthema.
Onder meer:
- Het aanreiken van mogelijke onderzoeksvragen/probleemstellingen door analyse van het bronnenmateriaal.
- De praktijkrelevantie van de onderzoeksvraag/probleemstelling kunnen aantonen.
- Ontwerpen van een onderzoeksopzet voor de uitwerking van de onderzoeksvraag/probleemstelling: kennis van elementaire basistechnieken voor de operationalisering van een onderzoeksprobleem.

3) Het voorgaande beknopt en duidelijk kunnen weergeven in een schriftelijk rapport.

Algemene competenties:
1) Het vermogen om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en/of ethische vraagstukken kunnen sturen.
2) Een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Draaiboek Bachelorproef.
Bronnenmateriaal: wordt zelf verzameld door de student.

Studiekosten
Afhankelijk van het onderzoeksthema.

Studiebegeleiding
Per domein wordt een coördinerend docent aangesteld die het aanspreekpunt is voor de studenten gedurende het eerste semester (keuzeproces Bachelorproef).

Bij de uitwerking van de bachelorproef wordt de student begeleid door een promotor.

Onderwijsvormen
In semester 1 (week 10) krijgt elke student een thema toegewezen. In de mate van het mogelijke wordt hier zoveel mogelijk rekening gehouden met zijn voorkeur.

De student werkt zelfstandig aan de Bachelorproef en wordt hierbij begeleid door een promotor. In het draaiboek Bachelorproef worden er, per domein, bijkomende richtlijnen omschreven.

Evaluatievorm
Het rapport Bachelorproef wordt beoordeeld door de promotor en een lector.

Tweede zittijd : de student herwerkt de Bachelorproef op basis van de opmerkingen gegeven door promotor en lector (evaluatieformulier Bachelorproef).

OP-leden
Mark Fierens