Trefwoorden Informatica, P170, P175, T120
Doelstellingen De opleidingsonderdelen Informatica I & II vormen de industrieel ingenieur tot een professioneel programmeur die de algemene principes van moderne programmeertalen kan toepassen.
Abstracte datatypering is hem niet vreemd. Hij kent de basis van de werking van een computer. De aangeleerde grondbeginselen kan hij later makkelijk toepassen in andere talen, waaronder diegene die gebruikt worden in allerlei software- of toepassingspakketten.
Bovendien ontwikkelt hij door het leren programmeren zijn analytisch vermogen, leert hij problemen zelf oplossen en hiervoor correcte oplossingen formuleren.
Het opleidingsonderdeel legt ook de basis voor Informatica II en voor Gegevensverwerking.
Leerinhoud Het opleidingsonderdeel bestaat uit twee blokken.
Eén deel besteedt aandacht aan zowel hardware- als softwarebeginselen van de computerwerking: computercomponenten, computernetwerken, talstelsels, gegevenscoderingen, computerwerking, programmeertalen, systeemprogrammatuur en programmaontwikkeling.
Het andere deel zet de eerste stappen tot algoritmeopbouw: basisprincipes van gestructureerd programmeren (sequentie, iteratie, selectie) en van gegevensstructuren (variabelen, tabellen). De gebruikte programmeertaal is C++.
Begincompetenties Wetenschappelijke basiscompetenties verworven in het secundair onderwijs.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om theoretische en praktische inzichten uit de informatica correct te hanteren binnen ingenieurstechnische oefeningen en vraagstukken. (SCA1)
Onder meer:
- In staat zijn om zelfstandig een eenvoudig computerprogramma op te stellen, te testen en uit te voeren.
- Inzicht hebben in de basiswerking van een computer en zijn periferie.
- In staat zijn om eenvoudige programmeertechnieken toe te passen.
- Inzicht hebben in de architectuur, de werking en de componenten van een eenvoudig computersysteem.
- In staat zijn om blijvend kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren. (AC1)
Algemene competentie 1:
In staat zijn om wetenschappelijk- disciplinaire inzichten betreffende informatica zelfstandig en in teamverband toe te passen op wetenschappelijke en/of ingenieurstechnische problemen. (AIC1)
Onder meer:
In staat zijn om een eenvoudig probleem te analyseren en te structureren en dit te vertalen naar een computerprogramma.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Informatica, basiskennis en inleiding tot programmeren in C++ (J. Cnops - G. Van hoogenbemt)
Ter aanvulling zijn boeken over de behandelde onderwerpen ter beschikking in de bibliotheek.
De lesgevers bieden slides, voorbeeldprogramma's en oefeningen aan via het dokeosplatform.
Studiekosten € 10 (cursus en kopies labo-opdrachten).
Studiebegeleiding Monitoraat, uitleg op afspraak en extra oefeningen op aanvraag.
Onderwijsvormen Theorie: hoorcolleges.
Labo: zelfstandig werk aan een individuele PC.
Evaluatievorm Theorie: schriftelijk examen (70%)
Labo: permanente evaluatie, gequoteerde oefeningen en testen (30%)
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Helga Naessens, Veerle Ongenae, Geert Van hoogenbemt, andere leden Vakgroep Informatica.
|
|