Trefwoorden Kleurstoffen, kleurmeting, tenso-actieve stoffen, chemische analyse
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel beoogt:
· Het aanbrengen van theoretische achtergronden en basiskennis voor het kwantitatief bepalen van textiehulpmiddelen en het determineren van kleurstoffen met chromatogrfie.
· Het verwerven van inzicht in kleur en kleurmeetsystemen.
· Het leggen van verbanden tussen de chemische structuur van kleurstoffen, hun verfbaarheid en hun eigenschappen.
· Het leggen van de relatie tussen de chemie van tensio-actieve stoffen en hun gebruik in textiel.
Leerinhoud Het leervak wordt opgesplitst in drie delen.
Deel I: tensio-actieve stoffen
· Het colloïdaal systeem, stabiliteit en destabilisering.
· Het wassen en spoelen van textiel.
· Wasmiddelen: eigenschappen, soorten en functie.
· Egaliseermiddelen en vertragers.
· Toevoegstoffen en hulpstoffen in wasmiddelen.
Deel II: kleurstofchemie
· Kleur en kleurstoffen: kwantitatieve en kwalitatieve benadering van de interactie tussen elektromagnetische straling en de materie.
· Kleurmeting.
· Bespreking van verschillende kleurstofklassen naar chemische structuur in relatie met echtheden en verftechnische eigenschappen.
Deel III: analytische chemie
· Het uitdrukken van analyseresultaten en de chemische omrekeningen.
· Zuur-base analyse: berekening van pH en opstellen van titratiekrommen, gebruik van indicatoren. In het labo worden alle nodige titervloeistoffen bereid en worden de meest courant gebruikte zuren en basen uit de textielveredeling geanalyseerd. Het eindpunt wordt zowel met indicatoren als potentiometrisch bepaald.
· Redoxanalyse: Berekening van titratiekrommen, permanganometrie, iodo-iodimetrie, bereiden van titervloeistoffen en het analyseren van textielhulpmiddelen. Eindpuntsbepaling met indicatoren en potentiometrisch.
· Complexometrie: titraties met EDTA, hardheidsbepaling van water.
Begincompetenties Een basiskennis en background in verband met anorganische en organische chemie zijn noodzakelijk.
Deze algemene kennis wordt in de mate van het nodige, opgefrist en geactiveerd.
Eindcompetenties · In staat zijn om vrijblijvend , creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren (AC1). · In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken (AC2). · In staat zijn om informatie, ideën, probloblemen en oplossingen - in het bijzonder wetenschappelijke en technische- adequaat te communiceren en te aporteren zowel aan leken als aan specialisten (AC4). · In staat zijn om problemen in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen (AC5) · In staat zijn om milieu-, kwaliteits- en veiligheidsbewust te handelen (AC6) ·
In staat zijn om onderzoeksmethoden en -technieken adequaat aan te wenden ook binnen een onzekere context.(AWC1) · In staat zijn om adequaaat te reflecteren op maatschappelijke, wetenschappelijke en etische problemen(AWC2) · In staat zijn om inzichtelijke verbanden te leggen tussen verschillende wetenschappelijke disciplines om technische problemen en processen te begrijpen.(AIC3) · In staat zijn om kleurstoffen, hulpmiddelen, chemicaliën voor textiel en de kennis over kleurmetingen creatief toe te passen.(SC2) · In staat zijn om ICT te kunnen implementeren in textieltoepassingen.(SC7) · In staat zijn om relevante technologieën uit andere disciplines kristisch te avalueren. (SC8)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Studiekosten Syllabus (10€), labojas (40€)
Studiebegeleiding Monitoraat op aanvraag.
Onderwijsvormen Het vak wordt gedoceerd door middel van hoorcolleges en geleide laboratorium oefeningen over titrimetrie, kleurmetingen en chromatografie.
Als aanvulling hierop kunnen leesopdrachten gegeven worden en elementaire oefeningen gevraagd worden.
Er is een eigen syllabus beschikbaar van de cursus.
Evaluatievorm Theorie (71%): een mondeling examen voorafgegaan door een schriftelijke voorbereiding.
Oefeningen (29%): permanente evaluatie.
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Theorie en oefeningen: Paul Van der Paelt
|
|