Trefwoorden
Industriële Vormgeving
Doelstellingen
Lassen en Lijmen
Bij een lasverbinding tussen 2 metalen onderdelen moet men de vorm van de verbinding en de keuze van de lasmethode kunnen maken.
Bij het verlijmen van onderdelen moet de juiste lijmsoort en de gepaste vormgeving van de onderdelen kunnen gemaakt worden.
Een keuze tussen verlijmen van onderdelen en het lassen moet kunnen gemaakt worden.
Kunststofverwerking en matrijzenbouw
Een keuze moet kunnen gemaakt worden uit de verschillende kunststofverwerkingstechnieken om een kunststoffen voorwerp te kunnen maken. Tevens moet een matrijs voor het spuiten van kunststoffen onderdelen ontworpen kunnen worden.
Leerinhoud
Lassen en Lijmen
De verschillende soorten lasmethodes worden beschreven voor het verbinden van de meest gebruikte materiaalsoorten zoals staal, aluminium legeringen, roestvast staalsoorten en koper legeringen.
De verschillende methodes voor het snijden van metalen voor de plaatverwerkende nijverheid worden besproken.
De verschillende methodes voor het verlijmen en de verschillende soorten lijmen worden besproken. Aanbevolen lijmconstructies worden besproken.
Kunststofverwerking en matrijzenbouw
De verschillende kunststofverwerkingsmethodes worden besproken.
Matrijsconstructie voor het spuitgieten van kunststoffen onderdelen.
Vloeisimulaties in spuitgietmatrijs door middel van I-DEAS software.
Ontwerpen van een spuitgietmatrijs uitgaande van een 3Dtekening.
Demonstraties van verschillende rapid prototyping technieken.
Begincompetenties
Eindcompetenties
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus van lassen en lijmen.
Cursus van kunststofverwerking en matrijzenbouw.
Software : I-DEAS voor spuitgietsimulatie, Magics voor matrijsontwerp
Studiekosten
€ 20
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen
Theoretische cursus van lassen, lijmen en kunststofverwerkingsmethodes.
Praktische demonstraties van lassen.
Praktische demonstraties van kunststofverwerking.
Praktische demonstraties van rapid prototyping technieken.
Ontwerpen van matrijs op computer.
Evaluatievorm
Theorie (mondeling / schriftelijk examen) : ....80 %
Oefeningen / Labo's (permanente evaluatie) : ....20 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden
Ludwig CARDON en Guido MEYNS
|
|
