Trefwoorden Gebruik en beheer van computernetwerken II
Doelstellingen Studenten kennen de bestaande technologische alternatieven voor het ontwerpen van webapplicaties, hebben inzicht in de architectuur van een webapplicatie, zijn in staat om componenten voor minstens één platvorm voor webapplicaties te configureren.
De studenten kennen de belangrijkste concepten van geheimhouding en authentisering, kennen de toepassingen ervan op de verschillende netwerklagen, ze kennen de verschillende niveaus en manieren hoe een netwerk en computers kunnen beveiligd worden.
Leerinhoud Internet- en intranettechnologie:
HTTP-protocol. Configuratie webserver.
Servlet-programmatie. JDBC. Configuratie J2EE web-container. Architectuur van webapplicaties. J2EE-platform. JavaServer Pages. JSTL en EL. C# (basis, event-mechanisme en delegates), ADO.NET en ASP.NET. CVS. ANT.
Beveiliging:
Algemeen. Conventionele en publiekesleutel encryptie. Sleutelbeheer en sleuteluitwisseling. Authenticiteit en handtekeningen.
Toepassingen: Kerberos, X.509 certificaten, PGP, S/MIME, PKI, IPSec, SSL en TLS, SET. Firewalls. Systeembeveiliging.
Begincompetenties Kunnen object-georiënteerd ontwerpen en programmeren in C++ en Java, kunnen GUI-programmeren in Java.
Basiskennis hebben over SQL-georiënteerde relationele databanken en HTML.
Ruime kennis hebben over Internet en netwerken en over de besturingssystemen UNIX en Windows.
Eindcompetenties
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus, slides en voorbeeldprogramma's, tutorials op internet.
Studiekosten € 10
Studiebegeleiding Docenten zijn ter beschikking voor extra uitleg tijdens de labo's, voor of na de theorielessen en eventueel op andere ogenblikken na afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, labo-oefeningen, projectwerking.
Evaluatievorm Theorie: mondeling (52%)
Labo's: permanente evaluatie via testen en afgeven van opdrachten (48%).
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden Geert VAN HOOGENBEMT en Veerle ONGENAE
|
|