Trefwoorden Tapijttechnologie en Alternatieve productiemethoden voor Textielstoffen
Doelstellingen Het belichten van speciale technieken voor het vervaardigen van textielproducten, meer specifiek de verschillende tapijten en non-wovens.
Bespreking van steekvorming, basisbindingen en machines in de vlakke inslagbrei, de rondbrei en de kettingbrei.
Leerinhoud Theorie
De cursus behandelt de verschillende productieprocessen en machines voor het vervaardigen van vloerbekleding. Het gedeelte tuften omvat een studie van de gebruikte grondstoffen, de patroonvorming, het verven voor of na tuften, het bedrukken appreteren en het aanbrengen van de latex. Testmethodes voor tapijt worden eveneens besproken. Het principe van een mechanische en elektronische Jacquard machine worden verklaard. In samenwerking met de firma Van de Wiele wordt bestudeerd hoe een Jaquardmachine op een tapijtweefmachine werkt.
De technieken om non-wovens te produceren, nl. voor de vliesvorming en -binding worden besproken. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de grondstoffen die gebruikt worden in non-wovens. Het breigoedgedeelte behandelt de vlak-, rond- en kettingbreitechniek.
Oefeningen
Oefeningen (praktisch en theoretisch) op de verschillende patronen. Analyse van stalen en fabrieksbezoeken.
Begincompetenties
Eindcompetenties
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursussen.
Vakliteratuur documentatiecentrum; documentatie van verschillende constructiehuizen.
Studiekosten Prijs cursussen.
Studiebegeleiding
Onderwijsvormen Theorie
Hoorcolleges gedocumenteerd met transparanten en documentatie ons ter hand gesteld door fabrikanten of de vertegenwoordiging ervan.
Oefeningen
Staalontleding, werken met machines.
Evaluatievorm Theorie
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding: 73 %
Oefeningen
Gekwoteerde oefeningen, verslagen: 27 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006.
OP-leden
|
|