Trefwoorden Textielengineering, extrusie, technisch textiel
Doelstellingen Een basiskennis en background in verband met polymeer-, organische en fysicochemie zijn noodzakelijk. Deze kennis wordt in de mate van het nodige, opgefrist en geactiveerd.
Leerinhoud Het leervak wordt opgesplitst in drie delen: deel 1 - vezelextrusie; deel 2 - nieuwe afwerkingstechnologieën (plasma, laser), deel 3 - toepassingegebieden
In het deel 1 wordt aandacht besteed aan de a) de grondstof (polymeerchemie, reologie, kristalliniteit, amorfheid), b) machinetechnologie (extrusiemachines, extrusiekoppen, randapparatuur zoals doseerinstallaties, detectiesystemen c) afwerkingtechnieken (strekken, textureren, fixeren). Aandacht gaat vooral naar de ontwikkelingsmogelijkheden op het niveau van micro-, bicomponent-, holle en geavanceerde of exotische vezels. Naast de technische aspecten (grondstof, technologie, afwerking) wordt ook aandacht besteed aan de economische en ecologische aspecten. Recente ontwikkelingen wordt van nabij gevolgd en besproken.
In het deel 2 nieuwe afwerkingstechnieken wordt aandacht besteed aan o.a. plasma en lasertechnologieën, die in- of off-line kunnen toegepast worden met het extrusieproces.
In het deel 3 wordt ruime aandacht besteed aan de toepassingmogelijkheden en –gebieden in diverse sectoren, in bijzonder technisch textiel. Dit omvat o.a. automotieve, medisch-, geo-, agro-, beschermtextiel en industrieel engineering.
Begincompetenties Een basiskennis en background in verband met polymeer-, organische en fysicochemie zijn noodzakelijk. Deze kennis wordt in de mate van het nodige, opgefrist en geactiveerd.
Eindcompetenties AC Algemene competenties op een gevorderd niveau
(beheersen wetenschappelijke basiskennis, denk- en redeneervaardigheid, verwerken informatie, …)
In staat zijn om blijvend creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te handelen.(AC1)
In staat zijn complexe problemen adequaat op te lossen.(AC3)
In staat zijn om adequaat te communiceren over het eigen onderzoek en probleemoplossingen zowel met leken als met vakgenoten.(AC4)
In staat zijn om met de nodige kritische zelfreflectie te oordelen en te handelen binnen een onzekere context.(AC5)
Algemeen wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau
(onderzoekende houding, toepassen van onderzoeksmethoden en technieken, …)
In staat zijn om wetenschappelijke paradigma's binnen hun grenzen toe te passen.(AWC2)
Algemene ingenieurscompetenties op een gevorderd niveau.
(basisopdrachten uit technische vakgebieden zelfstandig uitvoeren, praktische engineeringsproblemen oplossen, …)
In staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten toe te passen op complexe ingenieurstechnische problemen.(AIC1)
Specifieke competenties (kerncompetenties) op een gevorderd niveau
(opleidingsgebonden, beroepsspecifiek)
In staat zijn om de eigenschappen en kenmerken van textielvezels creatief en innovatief toe te passen.(SC1)
In staat zijn om relevante tecgnologieën uit andere disciplines kritisch te evalueren, de waarde hiervan in te schatten en te extrapoleren naar eigen onderzoeks- en toepassingsgebied.(SC8)
In staat zijn om zelfstandig te kunnen denken in de context van textielengineering en nieuwe ontwikkelingen op het niveau van product en proces.(SC9)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Studiekosten Syllabus theorie: € 0, cursus kan van het internet gedownload worden, mits paswoord
Studiebegeleiding Monitoraat op aanvraag.
Onderwijsvormen Het vak wordt gedoceerd door middel van hoorcolleges. Als aanvulling hierop worden discussies georganiseerd. Er is een eigen syllabus beschikbaar van de cursus. Er worden diverse bedrijfsbezoeken georganiseerd in binnen- en buitenland
Evaluatievorm Theorie : een mondeling examen, voorafgegaan door een schriftelijke voorbereiding
Indien op een van de onderscheiden vakken 7 of minder op 20 wordt behaald kan worden afgeweken van boven vermeld gewogen gemiddelde en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Marc Van Parys
|
|