Trefwoorden Taalvaardigheden, communicatievaardigheden, agogiek
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee delen:
1. Taalvaardigheden
- kunnen streven naar een verbetering van het eigen communicatieve gedrag
- doelgericht en publiekgericht zakelijke teksten kunnen schrijven
- correct en expressief kunnen spreken
- beoordelen en toegankelijk maken van teksten
- voor leerlingen een uiteenzetting kunnen geven met schriftelijke ondersteuning
- voor volwassenen een presentatie kunnen houden met schriftelijke ondersteuning
- gesprekken kunnen voeren met volwassenen
2. Agogiek
- de verschillende remediëringstechnieken kunnen uitleggen die gebruikt worden bij het omgaan met probleemgedrag bij leerlingen
- de keuze van een remediëringstechniek kunnen beargumenteren
- remediëringstechnieken adequaat kunnen gebruiken in gegeven situaties
- de verschillende fasen in een slechtnieuwsgesprek met ouders kunnen verduidelijken
- de verschillende rollen die een leraar kan opnemen tijdens een gesprek met ouders kunnen uiteenzetten
- een slechtnieuwsgesprek kunnen voeren (rollenspel)
- aandacht hebben voor het belang van non-verbale communicatie zowel bij zichzelf als bij de medestudenten
- open staan om samen met de medestudenten te oefenen in bovenstaande vaardigheden
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is terug te vinden in de syllabi.
Leerinhoud 1. Taalvaardigheden
- Spreekvaardigheid
- Schrijfvaardigheid
2. Agogiek
- omgaan met probleemgedrag bij leerlingen
- slechtnieuwsgesprek
Begincompetenties
Eindcompetenties verworven hebben voor Agogiek basis
Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los gezien worden van de doelstellingen (zie hoger).
Verwijzend naar het opleidingsprogramma wordt voornamelijk gewerkt aan:
1. Taalvaardigheden
Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vaardigheid 1.11 de leerkracht kan het leer-en ontwikkelingsroces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen (1.11.2,1.11.4,1.11.5 en ondersteunende kennis)
Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder
Vaardigheid 2.4 de leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context
Functioneel geheel 6: de leraar als partner van ouders en verzorgers
Vaardigheid 6.2 de leerkracht kan met ouders of verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega's of externen (6.2.1 en 6.2.2)
Vaardigheid 6.5 de leerkracht kan in Standaardnederlands of in een ander passend register,communiceren met ouders en verzorgers met verschillende taalachtergronden in diverse talige situaties (6.5.1,6.5.2 en 6.5.3)
Functioneel geheel 7: de leraar als lid van een schoolteam
Vaardigheid 7.5 de leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam (7.5.1,7.5.2 en 7.5.3)
Functioneel geheel 10: de leraar als cultuurparticipant
Vaardigheid 10.1 de leerkracht kan actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: het sociaal-politieke domein, het sociaal-economische domein en het cultureel-esthetische domein.
Attitudes
A1 Beslissingsvermogen A2 Relationele gerichtheid A3 Kritische ingesteldheid A4 Leergierigheid A5 Organisatievermogen A6 Zin voor samenwerking A8 Flexibiliteit
2. Agogiek
Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder
Vaardigheid 2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school
Vaardigheid 2.2 De emancipatie van kinderen bevorderen
Vaardigheid 2.5 Omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met kinderen met leer- en gedragsproblemen
Functioneel geheel 6: De leraar als partner van ouders en verzorgers
6.2 Met ouders/verantwoordelijken voor de opvoeding communiceren over hun kind in de school
6.4 Met ouders/verantwoordelijken voor de opvoeding in dialoog treden over opvoeding en onderwijs
Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteam
7.3 Het eigen pedagogisch en didactisch handelen bespreekbaar stellen in teamverband
Attitudes
A1 beslissingsvermogen
A2 relationele gerichtheid
A3 kritische ingesteldheid
A6 zin voor samenwerking
A9 flexibiliteit
A 10 gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
- Syllabus Agogiek uitdieping.
- Syllabus Taalvaardigheden en eigen nota's
Studiekosten Taalvaardigheden: 10 euro
Agogiek: 2,5 euro
Studiebegeleiding
Het monitoraat wordt verzorgd door de betrokken lectoren op afspraak.
Onderwijsvormen Agogiek
Interactieve workshops waar voornamelijk gewerkt wordt met casussen, rollenspelen, groepswerk, discussie...
Taalvaardigheden
Klassikaal onderricht, zelfstandig werk, individuele opdrachten binnen en buiten de klas, interactieve lessen, groepswerk en partnerwerk.
Evaluatievorm Inschrijven met een creditcontract is enkel mogelijk na toelating.
Inschrijven met een examencontract is niet mogelijk.
Taalvaardigheden
2/3 van de cluster
Diplomacontract en creditcontract:
-eerste zittijd: periodegebonden: schriftelijk examen (40%) en mondeling examen (40%), niet-periodegebonden: permanente evaluatie (20%)
-tweede zittijd: periodegebonden: schriftelijk examen (40%) en mondeling examen (40%), niet-periodegebonden: de punten voor permanente evaluatie (20%) worden overgenomen uit de eerste zittijd.
Agogiek
1/3 van de cluster
Diplomacontract en creditcontract:
-eerste zittijd: niet-periode-gebonden: permanente evaluatie op basis van participatie tijdens de sessies (100%)
-tweede zittijd: beoordeling van permanente evaluatie (100%) wordt overgenomen uit de eerste zittijd; geen tweede zittijd mogelijk.
Als de student 10/20 behaalt voor een onderdeel van de cluster, moet hij dit niet hernemen tijdens de tweede zittijd.
Bij een examencijfer van 7/20 of minder op één van beide onderdelen wordt als eindquotatie het laagste deelcijfer voor de volledige cluster toegekend.
OP-leden
|
|