Trefwoorden taalstrategieën, ICt en media, agogische vaardigheden
Doelstellingen Vakkennis en –vaardigheden:
1. ICT & Media
• studenten weten waarom, wanneer en voor wie ze mediamiddelen kunnen/moeten inschakelen;
• studenten hebben kennis van, en inzicht in, relevante en bruikbare evoluties op gebied van ICT;
• studenten zijn vertrouwd met, en maken gebruik van correcte ICT-terminologie;
• studenten kunnen multimediale presentaties maken met een presentatiepakket;
• studenten kunnen gebruik maken van verschillende electronische informatiebronnen en onderkennen hun voor- en nadelen;
• studenten zijn vertrouwd met voor- en nadelen van het Internet
• studenten kunnen gericht informatie opzoeken op het Internet en deze informatie kritisch beoordelen en, zonder schending van het auteursrecht, integreren in andere documenten die voorzien zijn van correcte bronvermeldingen
• de studenten kunnen verschillende media inschakelen in het lesgebeuren;
• studenten kunnen zelf visuele, auditieve en andere media-inhouden zoeken, aanmaken, wijzigen;
• studenten kunnen ICT efficiënt integreren in bestaande onderwijsmedia en omgekeerd;
• voor alle studenten behalve Informatica en Handel-Burotica
» studenten kunnen professionele documenten opmaken met behulp van een tekstverwerker;
• voor studenten informatica en Handel-Burotica
» studenten kunnen vlot werken met een scanner en digitale camera
» studenten kunnen aan eenvoudige fotobewerking doen.
voor deze studenten wordt tekstverwerking behandeld één van de onderwijsvakken
2. Taalstrategieën
Algemene doelstelling:
Taalstrategieën heeft als algemene doelstelling de taalcompetenties van aankomende leraren te ontwikkelen die in de Basiscompetenties van de leraar secundair onderwijs en in Dertien doelen in een dozijn, een rapport van de Taalunie, veel aandacht krijgen.
Voor een succesvol taalbeleid voor toekomstige leraren krijgen drie soorten taalcompetenties in Taalstrategieën specifieke aandacht: macrotaalvaardigheden (zoals lezen, schrijven, luisteren, gesprekken voeren en presenteren), onderliggende microtaalvaardigheden (zoals spelling, grammatica, uitspraak en woordenschat) en ten slotte specifieke beroepstaalvaardigheden (Nederlands als instructietaal, taalgericht vakonderwijs), die het hoofddoel zijn. In de leerlijn van Taalstrategieën wordt in semester 1 en 2 vooral aan de macro- en de microtaalvaardigheden aandacht besteed. Vanaf semester 3 staan de specifieke beroepstaalvaardigheden centraal.
Subdoelstellingen:
MACROTAALVAARDIGHEDEN
A. ALGEMENE VAARDIGHEDEN
1. De student kan voor taaltaken een plan van aanpak hanteren, namelijk de OVUR-strategie:
· Oriënteren op de taaltaak
· Voorbereiden of verkennen van de taaltaak
· Uitvoeren van de taaltaak
· Reflecteren op de uitvoering (het proces) en het product van de taaltaak.
2. De student kan voor alle taaltaken en voor alle deelaspecten ervan (uitspraak, spelling, grammatica, woordenschat enzovoort) de geschikte schriftelijke en elektronische bronnen effectief en efficiënt raadplegen (informatievaardigheden).
B. LEES- EN LUISTERVAARDIGHEID: BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN EN LUISTEREN (NIVEAU 2)
1. De student kan allerlei soorten beroepsgebonden of maatschappelijke, gelezen of beluisterde teksten met toenemende complexiteit analyseren, interpreteren, schematiseren of samenvatten (of aantekeningen maken), en beoordelen.
2. De student kan bij het lezen een voor zijn leesdoel geschikte lees- of luisterstrategie toepassen:
· Oriënterend lezen (of luisteren) om een indruk te krijgen van de inhoud van de tekst;
· Globaal lezen (of luisteren) om het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst te ontdekken;
· Zoekend lezen (of luisteren) om specifieke informatie te vinden, bijvoorbeeld het antwoord op een vraag;
· Intensief lezen (of luisteren) om de belangrijke zaken uit de totale tekst te halen en deze eventueel in een samenvatting of schema te verwerken.
C. SCHRIJFVAARDIGHEID: BRIEVEN EN E-MAILBERICHTEN SCHRIJVEN
1. De student kan heldere, goed gestructureerde brieven en e-mailberichten schrijven over zaken die met zijn opleiding of zijn later beroep te maken hebben.
2. De student kan op een flexibele manier een vaste briefstructuur hanteren die aangepast is aan de inhoud (goed, neutraal of slecht nieuws) en het doel (informeren, overtuigen, activeren). Hij kan de briefstructuur tot uiting laten komen in een goede verdeling van de tekst in alinea’s.
3. De student kan een vlotte, lezergerichte briefstijl hanteren die afgestemd is op het publiek.
4. De student kan begrijpelijk schrijven volgens taalniveau B1 en daarbij de regels van eenvoudig Nederlands (Heij en Visser 2006) toepassen.
D. GESPREKSVAARDIGHEID: TELEFONEREN
De student kan:
· met internen en externen (de stageschool, de ouders) op een efficiënte manier een formeel telefoongesprek voeren over zaken die verband houden met zijn opleiding (zijn stage bijvoorbeeld) of zijn later beroep
· de regels van ‘klantvriendelijk’ telefoneren en van de telefoonetiquette toepassen.
E. SPREEKVAARDIGHEID: VERTELLEN
1. De student kan verschillende soorten teksten (verhalen, ervaringen enzovoort) op verschillende manieren (improviserend, interactief, kort, lang, …) en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen en amuseren) vertellen.
2. De student kan de geschiktheid van een tekst voor zijn publiek en voor het bereiken van zijn doel inschatten. Hij kan zijn eigen mogelijkheden als verteller inschatten en zijn eventuele beperkingen compenseren.
3. De student kan expressief vertellen, aangepast aan de situatie, het doel en het publiek. Hij kan zijn vertelling desnoods flexibel aanpassen.
3. Agogiek
• de basisbegrippen van de theoretische onderbouw van het agogisch handelen beheersen
• zich bewust worden van hoe mensen elkaar beïnvloeden door hun manier van observeren, communiceren, feedback geven, …
• bewust zijn van en rekening houden met problemen bij het waarnemen en observeren;
• de fenomenen die bij de sociale perceptie een rol spelen, kunnen onderkennen
• a.h.v. de communicatie-axioma's inzichten en vaardigheden kunnen verwerven in communicatieprocessen
• een aanzet geven tot het toepassen van de volgende agogische vaardigheden: actief kunnen luisteren, een assertieve gedragsstijl kunnen aannemen, feedback geven, ik-boodschappen formuleren.
• over het eigen pedagogisch-didactisch handelen kunnen reflecteren
Didactisch practicum en reflecteren
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabi.
Leerinhoud
1. ICT & Media (2 studiepunten)
• Presentatiepakket
• Internet
• Auteursrecht
• Bronvermelding
• voor alle studenten behalve Informatica en Handel-Burotica
» Tekstverwerking
• voor studenten Informatica en Handel-Burotica
» Fotobewerking
2. Taalstrategieën (2 studiepunten)·
- Begrijpend en studerend lezen (en luisteren) van complexere teksten: oriënterend lezen, globaal lezen, zoekend lezen, intensief lezen; de structuur van de alinea; het bouwplan van een tekst en de vaste structuren; tekstschema’s (mindmap); soorten samenvattingen.; de taalniveaus van een tekst.
- Brieven en e-mailberichten: de vaste briefstructuur; lezergerichte briefstijl; de BIN-normen; de regels van eenvoudig Nederlands.
- Telefoneren: structuur van een telefoongesprek; de regels van klantvriendelijk telefoneren; de telefoonetiquette.
- Vertellen
3. Agogiek (3 studiepunten)
• Waarnemen en observeren
• Communicatie
• Assertiviteit
• Actief luisteren
• Feedback geven
• Reflecteren
Begincompetenties De eindtermen van het secundair onderwijs bereikt hebben.
Eindcompetenties De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi )
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi.
In de syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.
Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
-
als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
als opvoeder
als organisator als partner van ouders als lid van een schoolteam als partner van externen
Attitudes i.v.m.:
- beslissingsvermogen
- relationele gerichtheid
- kritische ingesteldheid
- leergierigheid
- zin voor samenwerking
- verantwoordelijkheidszin
- gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie - ontwikkelt een 'taalgeweten'
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
1. ICT & Media
• "Werk Wijzer met Word" Deel 2, door Danny Devriendt,
• "Presentaties maken met Powerpoint XP" , door Danny Devriendt,
• Presentaties en documenten op Dokeos en op de websites van de betrokken lectoren.
• Bronnen op het Internet
2. Taalstrategieën
syllabus 'Taalstrategieën 1 en 2', bronnen op internet, leerplatform Dokeos (met toetsplatform Curios)
boek: K.Heij en W. Visser, Schrijven in eenvoudig Nederlands, Sdu Uitgevers, 2006
3. Agogiek
syllabus, diverse multimediale bronnen, leerplatform Dokeos
Studiekosten Agogiek: 5 euro Taalstrategieën: 'Schrijven in eenvoudig Nederlands' (boek) : 11.95 euro
Studiebegeleiding
1. ICT & Media
Het monitoraat wordt verzorgd door de vakgroep "ICT en educatie" De uurregeling is terug te vinden op het wekelijkse uurrooster van de vakgroep. Studenten kunnen ook op afspraak monitoraat aanvragen.
De studenten kunnen eveneens op afspraak gebruik maken van de apparaten en de infrastructuur van de vakgroep "ICT en educatie".
2. Taalstrategieën
De student kan met vragen over de leerinhoud terecht bij de lector. Er wordt (in het bijzonder voor de remediëring van de microtaalvaardigheden) een tiental monitoraatssessies georganiseerd. De datums worden bekendgemaakt op Dokeos. De studenten kunnen ook op afspraak monitoraat aanvragen.
3. Agogiek
Monitoraat op afspraak: de lector staat ter beschikking om problemen in verband met theorie en oefeningen te helpen oplossen en/of remediëren.
Onderwijsvormen
1. ICT & Media
De meeste leerinhouden (vaardigheden) worden eerst klassikaal behandeld en/of praktisch gedemonstreerd. De praktische oefening van deze vaardigheden gebeurt deels tijdens de lessen via opdrachten die gradueel steeds moeilijker worden; sommige leerinhouden moeten volledig via zelfstudie verwerkt worden.
De elektronische leeromgeving wordt actief ingeschakeld.
2. Taalstrategieën
hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, zelfstandig werk, activerende werkvormen
3. Agogiek
Activerende werkvormen: opdrachten, rollenspel en simulaties, discussies, inleefmomenten, …
Onderwijsgesprek
Evaluatievorm Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi.
Sommige taken en opdrachten worden geïntegreerd over de drie subopleidingsonderdelen heen gegeven en geëvalueerd.
1. ICT & Media voor 2 studiepunten
Voor diplomacontract en creditcontract:
Schriftelijk praktisch mondeling examen: 60%
Taken en opdrachten: 40%
Voor examencontract gelden dezelfde evaluatievormen
2. Taalstrategieën voor 2 studiepunten
Voor diplomacontract en creditcontract:
Schriftelijk examen: 75%
Permanente evaluatie: 25% , 2de zittijd is mogelijk d.m.v. een mondeling examen.
Voor examencontract gelden dezelfde evaluatievormen, maar waar er voor diploma- en creditcontract permanente evaluatie is, wordt er voor studenten met een examencontract een mondeling examen voorzien.
3. Agogiek voor 3 studiepunten
Voor diplomacontract en creditcontract:
Schriftelijk examen: 50%
Permanente evaluatie: 50%, 2de zittijd is mogelijk d.m.v. een mondeling examen.
Voor examencontract gelden dezelfde evaluatievormen, maar waar er voor diploma- en creditcontract permanente evaluatie is, wordt er voor studenten met een examencontract een mondeling examen voorzien.
Studenten die in eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel Communicatie en Informatieverwerking 2, maar die in eerste zittijd minimum 10/20 behalen voor de onderdelen van de leerinhoud 1 of 2 of 3 hoeven daarvoor geen tweede zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2de zittijd doen voor de subopleidingsonderdelen waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
OP-leden Ilse Baetslé, Johan Martens, Stefaan Samyn, Fannie Tallieu
Cathelyne Dyserinck, Francis Vereecke
Jan Block, Els Ockerman, Petra Steenhout, Sylvie Vandaele, Krisitien Vanpoucke, Hannelore Sys.
|
|