Trefwoorden A. Vakkennis en – vaardigheden: individuele sporten (GYM / ATL), zwemmen + fysieke conditie, Interactieve sporten (doel- en netspelen), B. Vakdidactiek en methodiek: bouwstenen voor het bewegingsonderwijs in de basisschool, microteaching, didactisch practicum, C. Praktijk: observatiestage & doestage in de basisschool, reflecteren
Doelstellingen A. Vakkennis en –vaardigheden: (5,5 studiepunten)
A.1. Individuele sporten:
- Motorische vaardigheden:
- kunnen de methodisch/didactische opbouw voor de verschillende disciplines
toepassen;
- kunnen de aandachtspunten en veiligheidsaspecten bij de verschillende disciplines voor zichzelf en de anderen toepassen;
- toepassen van een correcte houding;
- Cognitieve vaardigheden:
- herkennen de verschillende onderdelen van een beweging;
- kunnen aangeven waarom een bewegingsopdracht al of niet lukt;
- Sociale vaardigheden en attitudes:
- kunnen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen;
- kunnen in overleg een lesmoment voorbereiden en uitvoeren;
- kunnen elkaar observeren, verbeteren, helpen en bijstaan;
- inzet/doorzettingsvermogen/zin voor afwerking/respect hebben voor elkaar en
materiaal
A.2.1. Zwemmen:
- kunnen schoolslag en crawl en hun respectievelijke start en keerpunt beheerst demonstreren op initiatieniveau;
- kunnen de methodische opbouw van de watergewenning toepassen;
A.2.2. Fysieke conditie zwemmen:
- kunnen de eigen conditie opbouwen en onderhouden;
- FITT-principe hanteren in warming-up, cooling down en kunnen toepassen bij trainingen van het cardiovasculair uithoudingsvermogen / kracht / lenigheid;
A.3. Interactieve sporten:
- Motorische vaardigheden:
- kunnen methodisch/didactische opbouw voor de verschillende disciplines toepassen
- kunnen aandachtspunten en veiligheidsaspecten bij de verschillende disciplines voor zichzelf en de anderen toepassen;
- Strategisch-cognitieve vaardigheden:
- kunnen vereenvoudigde spelregels actief toepassen in vereenvoudigde spelvormen;
- kunnen hun spelinzicht verbeteren door het beter leren inschatten van de gekozen oplossing (decision-making);
- kunnen adhv inspirerende leersituaties progressief meer gestructureerd leren spelen;
- Sociale vaardigheden:
- kunnen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen;
- kunnen coöperatief samenspelen;
- kunnen in overleg een lesmoment voorbereiden en uitvoeren;
- kunnen uitvoeringen en beperkingen juist inschatten;
- kunnen elkaar observeren;
- kunnen verbeteren
- beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
B. Vakdidactiek en methodiek (en voorbereiden van de praktijk met didactisch practicum en reflecteren): (2 studiepunten)
- kunnen de vaktaal L.O. correct hanteren;
- kunnen een bewegingsopdracht correct formuleren;
- kunnen een geobserveerde les noteren volgens de vaktaal;
- kunnen methodieken om groepen in te delen toepassen;
- kunnen diverse organisatievormen (bewegingsstraten, werken in omloop, bewegingshoeken, werken in golven, atelier, …) in praktijksituaties gebruiken rekening houdend met de beginsituatie;
- kunnen klimmingen binnen een bewegingsfamilie toepassen rekening houdend met de leeftijd van het kind;
- kunnen op initiatieniveau specifieke bewegingsvaardigheden selecteren voor schoolkinderen uit de derde graad lager onderwijs;
- kunnen de aandachtspunten en veiligheidsaspecten bij de vaardigheden uit een bewegingsfamilie toepassen in de praktijk;
- kennen de methodieken van het spelonderwijs;
- kennen de indeling van kleine spelen volgens spelbeleving en spelproblemen;
- kennen het onderscheid tussen kleine spelen, sportspelen en sportspelmethodiek;
- kunnen een spel (bege-)leiden;
- kunnen de beginsituatie van de leerlingen en een klas achterhalen aan de hand van het leerplan;
- kunnen eindtermen / ontwikkelingsdoelen kiezen in relatie tot het lesonderwerp;
- kunnen adhv de componenten van het bewegingsonderwijs (fysieke, psychomotorische, cognitieve, dynamisch-affectieve) leerdoelen specifiëren;
- kunnen doelstellingen concreet en in waarneembaar gedrag formuleren;
- kunnen een lesplan met 3 lesonderdelen uitstippelen rekening houdend met de beschikbare tijd;
- kunnen open, half-open en gesloten didactische werkvormen in praktijksituaties hanteren rekening houdend met de beginsituatie;
- kunnen zelfstandig een les voorbereiden;
- kunnen in overleg informatiebronnen raadplegen en gebruiken bij het voorbereiden van lessen;
- raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek;
- kunnen zelfstandig een lessteekkaart opmaken;
- kunnen een activiteit opstarten en aan de gang houden;
- kunnen de materiële organisatie tijdens een les geordend laten verlopen;
- kunnen optimaal gebruik maken van de beschikbare ruimte in hun organisatie;
- kunnen dmv vraagstelling een leergesprek opbouwen en effectief houden in praktijksituaties wanneer het nodig is;
- kunnen primaire fouten onderscheiden van andere fouten;
- kunnen gericht observeren ifv foutenanlyse;
- kunnen adhv primaire fouten aan foutenanalyse doen en remediëren;
- kunnen correct hulp verlenen
C. Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (1,5 studiepunten):
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken
- schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding
- formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding)
- hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding
- zorgt voor een logische structuur in een les(voorbereiding)
- begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze
- beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten
- gaat op correcte wijze om met administratieve schoolverplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
Belangrijkste attitudes
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabi en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk – 2e semester
Leerinhoud Onderdelen van de leerinhoud:
A. Vakkennis-vaardigheden ( 5,5 studiepunten):
A.1. Individuele sporten:
- Praktijk: methodiek en didactiek
- Theorie: techniekbeschrijving, leerlijnen, foutenanalyse, remediëring, methodiek en didactiek van de verschillende disciplines
A.2.1. Zwemmen:
- eigen vervolmaking
- methodische opbouw van de watergewenning
A.2.2. Fysieke conditie zwemmen:
- voorbereiden 200m zwemmen:
A.3. Interactieve sporten:
- spelhandelingen en spelbegeleiding, theoretische kennis en methodische opbouw van de doel- en netspelen ifv het basisonderwijs en de 1ste graad secundair onderwijs.
B. Vakdidactiek en methodiek (en voorbereiden van de praktijk) ( 2 studiepunten):
- vormgeving lessteekkaart;
- leerplan basisonderwijs, eindtermen en ontwikkelingsdoelen;
- methodieken basisonderwijs;
- oefenstof voor het basisonderwijs;
- didactiek voor het basisonderwijs;
- spelonderwijs (kleine spelen) en sportspelmethodiek;
- veiligheid voor, tijdens en na de les lichamelijke opvoeding;
- foutenverbetering;
- helpen en bijstaan in de les lichamelijke opvoeding;
- richtlijnen bij de praktijk en didactisch practicum
C. Praktijk in het onderwijsvak ( 1,5 studiepunten): een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 2e semester
Begincompetenties - de eindtermen secundair onderwijs bereikt hebben
- bij voorkeur over een goede fysieke conditie beschikken
Eindcompetenties De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus)
Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
A. Vakkennis en –vaardigheden:
A.1. Individuele sporten en A.2. Zwemmen / Fysieke conditie zwemmen en A.3. Interactieve sporten:
- de leraar als inhoudelijk expert
- de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- de leraar als organisator
Attitudes ivm:
- relationele gerichtheid
- kritische ingesteldheid
- leergierigheid
- organisatievermogen
- zin voor samenwerking
- verantwoordelijkheidszin
- doorzettingsvermogen
B. Vakdidactiek en methodiek (en voorbereiden van de praktijk):
- De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- De leraar als opvoeder
- de leraar als inhoudelijk expert
- de leraar als organisator
- de leraar als lid van een schoolteam
Attitudes ivm:
- beslissingsvermogen
- relationele gerichtheid
- kritische ingesteldheid
- leergierigheid
- organisatievermogen
- zin voor samenwerking
- verantwoordelijkheidszin
- creatieve ingesteldheid
- taalgebruik en communicatie
Bovenstaande vaardigheden en attitudes dienen te worden gezien in het teken van het lager onderwijs!
C. Praktijk in het onderwijsvak
Vaardigheden en attitudes uit de basiscompetenties voor een professionele bachelor in onderwijs- secundair onderwijs:
- de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen;
- de leraar als opvoeder;
- de leraar als inhoudelijk expert;
- de leraar als organisator;
- de leraar als innovator / onderzoeker;
- de leraar als lid van een schoolteam
Attitudes ivm:
- relationele gerichtheid
- leergierigheid
- organisatievermogen
- verantwoordelijkheidszin
- flexibiliteit
- gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi en het Reglement voor de praktijk 4e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 2e semester.
In de syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: A. Vakkennis en –vaardigheden:
A.1. Individuele sporten
- syllabi + aanbevolen literatuur
A.2.1. Zwemmen
- handboek ‘de speeltuin in het water’, F. Roelandt, J. De Busscher
- handboek ‘Levenslang zwemmen in school, club en vrije tijd’, K. De Martelaer en T. Postma, PVLO 1999.
- CD-rom ‘Crawl, een standaardgids’, F. Roelandt.
- aanvullende teksten basisvaardigheden van het zwemmen, watergewenning en
zwemtechniek;
A.2.2. Fysieke conditie zwemmen
- syllabus
A.3. Interactieve sporten
- cursustekst ‘Basketbal voor het lager onderwijs’, B. Mertens, V. Vonderlinck, 2005 + SVS-spelregels ‘BAB 3tegen3’
- CD-rom Doelspelcompetentiemodel: basketbal, B. Mertens, V. Vonderlinck, C. Remy, PVLO 2005
- CD-rom Doelspelcompetentiemodel: handbal, M. Multael, PVLO 2005
- handboek ‘Leren voetballen, een spelgerichte en coöperatieve methode’, P. Vansteenbrugge, R. Goethals, B. Van Renterghem, PVLO 2004 + uitgave VMF: spelregels minivoetbal + SVS-spelregels ‘VTB 4tegen4’
- handboek ‘Jeugdvolleybal: aangepaste spelvormen voor club en school’, E.Rousseaux, J. Rutten, M. Spaenjers, VVB.
B. vakdidactiek en methodiek (en voorbereiden van de praktijk):
- syllabus vakdidactiek 1ste modeltraject (‘werkboeken’ met doe-opdrachten en invuloefeningen + cursustekst) + bijlagen (bewerkte versie van de vaktaal van de lichamelijke opvoeding en de sport / afkortingen en symbolen, uitgave BVLO; leerplan basisonderwijs van het Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (GO);
- website van Onderwijs Vlaanderen;
- diverse video-opnames van lessen of lesmomenten bij mentoren in onze hospiteerscholen (zie mediacentrum);
- diverse handboeken uit het leercentrum van het departement LERA.
C. Praktijk in het onderwijsvak:
- Reglement voor de praktijk in het onderwijsvak, semester 2
- observatieopdrachten
- reflectieopdrachten
- syllabus vakdidactiek
- syllabus onderwijskunde
Studiekosten Algemeen blijven de reeds aangekochte leermaterialen in het vorige semester van de opleiding als cursus dienst doen in combinatie met het elektronisch leerplatform (zelf uitprinten) en:
C. Praktijk in het onderwijsvak:
- verplaatsingen naar de hospiteerscholen
- kosten didactisch materiaal voor de stages
- kosten kopiëren formulieren voor het pedagogisch dossier
Studiebegeleiding A.Vakkennis en –vaardigheden:
A.1. Individuele sporten
- monitoraat na afspraak met de vaklector;
- extra oefeningen op individuele aanvraag;
- ondersteuning via dokeos;
A.2.1. Zwemmen
- meerdere tussentijdse momentopnames waarbij een persoonlijke zwemfiche en eventueel een begeleidende video-opname wordt opgemaakt. Hierbij volgt steeds een bespreking van de evolutie in de zwemvaardigheden
A.2.2. Fysieke conditie zwemmen
- individueel monitoraat na afspraak met betrokken lector;
- extra oefeningen op individuele aanvraag
A.3. Interactieve sporten
- monitoraat;
- feedback bij permanente evaluaties;
- ervaring opdoen via clubs of sportkampen (bvb. Studentensportkamp BVLO Oost-Vlaanderen).
B. Vakdidactiek en methodiek (en voorbereiden van de praktijk):
- controle op het verwerken en beheersen van de leerstof dmv klassikale en individuele feedback op doe-opdrachten uit de werkboeken;
- regelmatig en systematisch nazicht + feedback van en bij de opmaak (vormgeving) en inhoud (oefenstofkeuze) van lesvoorbereidingen voor de didactische oefeningen;
- gelegenheid tot oefenen van het lesgeven via microteaching (didactische oefeningen)
C.Praktijk in het onderwijsvak:
- vraaggestuurde individuele begeleiding bij lesvoorbereiding, uitvoering en reflectie.
Onderwijsvormen Hoorcollege, werkcollege, gedifferentieerd groepswerk, didactische oefeningen (microteaching), video, demo, begeleid zelfstandig werk, zelfstandig werk, praktijksessies, taken, externe leeractiviteiten, observatiestage, doestage, reflecteren
Evaluatievorm Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk.
Voor diplomacontract en creditcontract:
A. Vakkennis-vaardigheden: voor 5,5 studiepunten
theorie examen (schriftelijk en/of mondeling) 30 %
Permanente evaluatie 70 %
Wanneer er voor een domein (A.1. of A.2. of A.3. of A.4.) een tekort is van 7/20 of minder kan men niet slagen voor de cluster ‘Vakkennis-vaardigheden’ en behaalt men maximum 7/20 voor deze cluster.
Bij bepaalde delen van de permanente evaluatie (zie syllabi) is een tweede zittijd mogelijk via een praktijkexamen
B. Vakdidactiek en methodiek: voor 2 studiepunten
Permanente evaluatie 100 %:
didactische oefeningen: opmaak (vormgeving) en inhoud (oefenstofkeuze) lesvoorbereidingen; lesgeven; gerichte observatie van lesgevers (medestudenten); administratieve taken (map didactische oefeningen)
en
didactisch practicum: administratieve taken ter voorbereiding van de praktijk
Bij permanente evaluatie is een tweede zittijd niet mogelijk.
C. Praktijk in het vak en reflecteren: voor 1,5 studiepunten
- Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor onderdelen van de leerinhouden van A.1 of A.2 of A.3 of B. hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhouden van A.1 of A.2 of A.3 of B. waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.
OP-leden Lectoren LO (zie syllabi)
|
|