TECHNOLOGISCHE OPVOEDING 4 EN DE PRAKTIJK
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Voeding/verzorging
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Handel - burotica
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
Hoorcollege [A] 15.0
Werkcollege [B] 48.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 42.0
Totale studietijd [D] 270.0
Studiepunten [E] 9
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Carine Seynaeve
Referentie LCSOXX02K00018
 
Trefwoorden
Kennis - Vaardigheden - Vakdidactiek en –methodiek – Praktijk in het onderwijsvak TO

Doelstellingen
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabus en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk – 4e semester .

Vaardigheden en kennis (4 studiepunten)
- Beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
- De leerplannen RAGO van het onderwijsvak TO, worden uitvoerig bestudeerd en later gebruikt voor het opmaken van het technologisch proces.
- Relevante leer- en werkboeken: worden tijdens de lessen vergeleken met elkaar en beoordeeld.
- De technologische ontwikkeling vormt onderwerp tot discussie om tot een visie op de ontwikkeling van de specifieke vakinhouden te komen.
- Verder aanvullen en integreren van de fundamentele kennis en vaardigheden die i.v.m. TO nog niet aan bod kwamen in het eerste, tweede en derde semester en die onontbeerlijk zijn voor een degelijk gefundeerd, actueel en aangepast To-onderricht in de eerste graad van het secondair onderwijs

Vakdidactiek en –methodiek (2 studiepunten):
- Raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek
- Is zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen
- Past specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in dit specifieke niet-taal-onderwijsvak toe: taalgericht vakonderwijs waarin expleciete taaldoelen worden gesteld, dat contextrijk is, vol interactiemogelijkheden zit en waarbinnen benodigde taalsteun wordt geboden.
- De juiste vakterminologie en instructietaal gebruiken speelt een grote rol bij het uitvoeren van de praktijkoefening
- Integreert ICT functioneel bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving.
- Verschillende evaluatievormen kunnen opstellen en gebruiken

Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (3 studiepunten):
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen
- brengt de heterogeniteit van de leergroep in kaart in overleg met de mentor
- schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding
- formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding)
- doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de beginsituatie van de groep
- koppelt doelstellingen aan leerinhouden
- kiest leerinhouden in functie van doelstellingen en beginsituatie
- hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding
- zorgt voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les( +voorbereiding)
- kiest werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen
- kan onderwijs- en leermiddelen vinden
- gebruikt / maakt aan de gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen
- past onderwijs- en leermiddelen aan en gebruikt ze
- past bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toe
- past leerpsychologische inzichten toe
- kiest doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten
- verzamelt gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken
- hanteert in gesprekken het Standaardnederlands
- hanteert schriftelijk het Standaardnederlands
- vertelt in Standaardnederlands (leest voor – indien van toepassing) en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren
- werkt aan een positieve interactie met de leerlingen
- vertoont voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen
- begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze
- beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten
- past de verworven basiskennis en vaardigheden toe in de didactische aanpak
- legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend binnen het vak werken
- gaat op correcte wijze om met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
- werkt aan afspraken en regels met leerlingen
- spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag
- zorgt ervoor dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…)
- geeft voor zichzelf en de leerlingen de timing aan voor een les
- creëert een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte
- werkt in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uit (indien van toepassing)
- stelt in overleg binnen de school afspraken op en leeft die na
- informeert zich over het schoolreglement en leeft de regels van de school strikt na

Belangrijkste attitudes:
- Durft op te treden tegen leerlingen
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- Gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen.
- Houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen.
- Tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek
- Neemt initiatief voor het eigen vormingsproces
- Grijpt kansen aan om te leren
- Durft feedback en advies vragen
- Is erop gericht planmatig te werken.
- Is bereid om in team aan een taak te werken
- vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
- Wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen
- Vertoont veiligheidszin.
- Is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media,
- Wil open staan voor ideeën van anderen.
- Hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie
- Ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op
- Gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie.
- Past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve

Leerinhoud
Onderdelen van de leerinhoud:

1. Vakkennis-vaardigheden ( 4 studiepunten):
Vermits de leerplannen TO voor het secondair onderwijs uitgebouwd werden aan de hand van zogenaamde contexten (A-stroom) en verkenningsgebieden (B-stroom), wordt in de cursus modulair gewerkt en wordt nauw aangesloten bij de indeling zoals gemaakt in bovenvermelde leerplannen.
De verkenningsgebieden en contexten: "Hout", "Elektriciteit", "Informatietechnologie, Communicatie en ICT".
Er wordt aangeleerd hoe in eenvoudige werkstukken de diverse stappen van het technologisch proces moeten worden toegepast. Tevens wordt ingegaan op het aspect "Technisch tekenen", ter voorbereiding bij het maken van de werkstukken.
Ontwikkelen van eigen didactisch materiaal.
Er wordt veel aandacht besteed aan de juiste terminologie en vakjargon binnen het vak TO, men rijkt de tools aan om deze te beheersen.
Vakdidaktiek wordt volledig gekoppeld aan de vakinhouden.

2. Vakdidactiek en methodiek ( 2studiepunten):
Didactische werkvormen kunnen integreren in een contextoverschrijdend technologisch proces en het bijhorend werkstuk.
Technologisch proces kunnen uitschrijven voor eenvoudige contextoverschrijdende werkstukken.
Technologisch proces verwerken in een lesvoorbereiding.
Specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgericht onderwijs

3. Praktijk in het onderwijsvak ( 3 studiepunten):
Een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4e semester

Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1e én 2e semester ).

Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus en het Reglement voor de praktijk 4e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus en in het Reglement voor de Praktijk 4e semester.
In de syllabus wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.
Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
- als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- als opvoeder
- als inhoudelijk expert
- als organisator
- als lid van een (school)team

Attitudes ivm:
Beslissingsvermogen
Relationele gerichtheid
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Verantwoordelijkheidszin
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie - …..

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus aangevuld met leermateriaal, didactisch materiaal, werkstukken en integratie van ICT

Studiekosten
Syllabus € 10.00
Didactische uitstap: € 25.00
Werkstukken: € 25.00

Studiebegeleiding
De praktijklector staat steeds ter beschikking om problemen i.v.m. theorie, praktijk en/of lespraktijk te helpen oplossen of remediëren, zowel tijdens de uren monitoraat als daarbuiten

Onderwijsvormen
Theoretisch behandelde aspecten worden ondersteund en /of aangevuld door begeleid zelfstandig werk, uitwerken van projecten en/of vakkenstages. Deze werkvormen laten niet alleen toe de leerinhouden en de vaardigheden toe te passen, maar leunen ook zo dicht mogelijk aan bij de onderwijspraktijk. Zo komt de vakdidactiek op een geïntegreerde wijze aan bod.

Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus en in het Reglement voor de praktijk.
Voor diplomacontract en creditcontract:
1. Vakkennis-vaardigheden: voor 4studiepunten
Schriftelijk examen 40.00%
Mondeling examen %
Permanente evaluatie 50.00 %
Taken10.00 %

2. Vakdidactiek en methodiek: voor 2 studiepunten
Schriftelijk examen 40.00 %
Mondeling examen %
Permanente evaluatie 50.00 %
Taken 10.00 %

Bij permanente evaluatie is geen tweede zittijd mogelijk

3. Praktijk in het vak en reflecteren: voor 3 studiepunten
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de leerinhoud 1 of 2 hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.

OP-leden
Carine Seynaeve