Trefwoorden Kennis, vaardigheden, vakdidactiek en -methodiek, praktijk in het onderwijsvak.
Doelstellingen Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabus / syllabi en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk 4e semester. 1. Vakkennis en vaardigheden (4 studiepunten)
Aanbrengen en aanvullen van basiskennis en fundamentele vaardigheden i.v.m. onderwijsgeografie, met inbegrip van terreinwerk en elementen uit aanverwante vakken, die nodig zijn om de leerinhouden voor het secundair onderwijs optimaal te kunnen implementeren in de onderwijspraktijk en om de voorgeschreven leerplandoelstellingen en eindtermen te kunnen bereiken. Door middel van geografische werkmiddelen en technieken krijgt de student(e) inzicht in de verbanden, structuren en processen in de grote wereldregio’s. De vaardigheid beheersen om met enkele multimediale leeromgevingen te werken.
2. Vakdidactiek en methodiek (2 studiepunten)
Aanbrengen van basiskennis en fundamentele vaardigheden nodig voor het uitwerken van gefundeerde aardrijkskundelessen met de klemtoon in onderscheid tussen de eerste en de tweede graad SO. Toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek raadplegen. Zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen. Specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid toepassen.
3. Praktijk in het onderwijsvak (3 studiepunten)
Een logische en gefundeerde opbouw van een les voor de eerste en tweede graad SO kunnen omzetten in een gestructureerde lesvoorbereiding. De na te streven doelstellingen kunnen formuleren. De specifieke vaktaal op een correcte wijze kunnen gebruiken. De vakspecifieke inhouden van de tweede graad verder uitdiepen. Zich als toekomstige leerkracht de verantwoordelijkheden kunnen opnemen en zich kunnen inleven in de sociale omgevingsvormen tijdens het functioneren in scholen en extra-muros activiteiten. Achterhalen van de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken. Achterhalen van de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen. De heterogeniteit van de leergroep in kaart brengen, in overleg met de mentor. Op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag schrijven, of een geobserveerde les omzetten in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding. Doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding) formuleren. Doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen. Doelstellingen kiezen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen. Doelstellingen kiezen, rekening houdend met de beginsituatie van de groep. Doelstellingen aan leerinhouden koppelen. Leerinhouden kiezen in functie van doelstellingen en beginsituatie. Correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding hanteren. Voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les( +voorbereiding) zorgen. Werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen kiezen. Onderwijs- en leermiddelen kunnen vinden. De gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen gebruiken/aanmaken. Onderwijs- en leermiddelen aanmaken en gebruiken. Bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toepassen. Leerpsychologische inzichten toepassen. Doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten kiezen. Gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken verzamelen. In gesprekken het Standaardnederlands hanteren. Schriftelijk het Standaardnederlands hanteren. In Standaardnederlands vertellen (voorlezen – indien van toepassing) en zich daarbij bewust zijn van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren. Aan een positieve interactie met de leerlingen werken. Voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen vertonen. De specifieke vaktaal op een correcte wijze begrijpen en gebruiken. De vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten beheersen. De verworven basiskennis en vaardigheden toepassen in de didactische aanpak. Horizontale verbanden leggen, vakoverschrijdend binnen het vak werken. Op correcte wijze omgaan met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm. Aan afspraken en regels met leerlingen werken. Leerlingen aanspreken op ongewenst gedrag. Ervoor zorgen dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…). Voor zichzelf en de leerlingen de timing aangeven voor een les. Een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte creëren. In samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uitwerken(indien van toepassing). In overleg binnen de school afspraken opstellen en die naleven. Zich informeren over het schoolreglement en de regels van de school strikt naleven.
Belangrijkste attitudes
- Durft op te treden tegen leerlingen
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- Gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen.
- Houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen.
- Tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek.
- Neemt initiatief voor het eigen vormingsproces.
- Grijpt kansen aan om te leren.
- Durft feedback en advies vragen.
- Is erop gericht planmatig te werken.
- Is bereid om in team aan een taak te werken.
- Vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren.
- Wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen.
- Vertoont veiligheidszin.
- Is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media.
- Wil open staan voor ideeën van anderen.
- Hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie.
- Ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op.
- Gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie.
- Past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve situatie aan.
Leerinhoud 1. Vakkennis – vaardigheden (4 studiepunten)
Economische en sociaal-geografische thema’s:
Landbouw
Industrie
Tertiaire sector
Stadsgeografie
Demografie
Grote geografische regio’s in Noord-Amerika
Grote geografische regio’s in Zuid-Amerika
Grote geografische regio’s in Australazië
Grote geografische regio’s in Afrika
2. Vakdidactiek en methodiek (2 studiepunten)
a. Leerplannen kunnen gebruiken en interpreteren
b. Eindtermen kunnen selecteren
c. Gestructureerde lesvoorbereidingen kunnen maken
d. Vakspecifieke media functioneel kunnen gebruiken
e. Methodieken taalgericht werken en taalondersteuning in dit onderwijsvak
3. Praktijk in het onderwijsvak ( 3 studiepunten)
een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4e semester
Begincompetenties De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1e én 2e semester ).
Eindcompetenties De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus en het Reglement voor de praktijk 4e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus en in het Reglement voor de Praktijk 4e semester.
In de syllabus wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
- als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- als opvoeder
- als inhoudelijk expert
- als organisator
- als lid van een (school)team
Attitudes ivm:
Beslissingsvermogen
Relationele gerichtheid
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Verantwoordelijkheidszin
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus aardrijkskunde
ICT-materiaal
Handboek Terranova 4 Uitg. De Boeck, Antwerpen
Handboek Meridiaan 4 Uitg. Novum, Antwerpen
Atlas Wolters, Leuven
Studiekosten Ongeveer € 180 (voor aardrijkskunde 3 en 4), excursies inbegrepen
Studiebegeleiding De lector en de amanuensis staan ter beschikking om vragen en problemen i.v.m. theorie, practica en lespraktijk te helpen oplossen, zowel tijdens de uren voorzien voor het monitoraat als daarbuiten, na afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, begeleid zelfstandig werk, praktische oefeningen, zelfstudies, didactische oefeningen en extra-muros activiteiten.
Evaluatievorm Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus/syllabi en in het Reglement voor de praktijk.Voor diplomacontract en creditcontract:
1. Vakkennis-vaardigheden: voor 4 studiepunten
Schriftelijk examen 90%
Permanente evaluatie 10 %
2. Vakdidactiek en methodiek: voor 2 studiepunten
Schriftelijk examen 90%
Permanente evaluatie 10%3. Praktijk in het vak en reflecteren: voor 3 studiepunten
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk.
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de leerinhoud 1 of 2 hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.
OP-leden
|
|