NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER 4 EN DE PRAKTIJK
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Voeding/verzorging
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Handel - burotica
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
Hoorcollege [A] 21.0
Werkcollege [B] 42.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 91.0
Totale studietijd [D] 270.0
Studiepunten [E] 9
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Hugo Durinck
Referentie LCSOXX02K00020
 
Trefwoorden
Kennis - Vaardigheden - Vakdidactiek en -methodiek - Praktijk in het onderwijsvak

Doelstellingen
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabi en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk - 4° semester.

Vaardigheden en kennis (4 Stp)
Beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken.
Bestudeert morele vraagstukken;
Ontwikkelt, onderhoudt en verfijnt een basisgevoeligheid voor morele aspecten van het leven van persoon, groep, maatschappij en natuur.
Heeft inzicht in waardeopvoeding en levensbeschouwing, en documenteert zich hierover steeds verder.

Vakdidactiek enmethodiek (2 studiepunten):
Raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek
Is zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen
Past specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in dit onderwijsvak toe…
Oefent diverse ondersteunende technieken en hanteert diverse werkvormen.

Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (3 studiepunten):

- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken - achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen - brengt de heterogeniteit van de leergroep in kaart in overleg met de mentor - schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding - formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding) - kan doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen - kiest doelstellingen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen - kiest doelstellingen rekening houdend met de beginsituatie van de groep - koppelt doelstellingen aan leerinhouden - kiest leerinhouden in functie van doelstellingen en beginsituatie - hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding - zorgt voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les( +voorbereiding) - kiest werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen - kan onderwijs- en leermiddelen vinden - kan gebruik maken van gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen - past onderwijs- en leermiddelen aan en gebruikt ze - past bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toe - past leerpsychologische inzichten toe - kiest doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten - verzamelt gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken - hanteert in gesprekken het Standaardnederlands - hanteert schriftelijk het Standaardnederlands - vertelt in Standaardnederlands (leest voor – indien van toepassing) en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren - werkt aan een positieve interactie met de leerlingen - vertoont voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen - begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze - beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten - past de verworven basiskennis en vaardigheden toe in de didactische aanpak - legt horizontale verbanden, kan vakoverschrijdend binnen het vak werken - gaat op correcte wijze om met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm. - werkt aan afspraken en regels met leerlingen - spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag - zorgt ervoor dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…) - geeft voor zichzelf en de leerlingen de timing aan voor een les - creëert een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte - werkt in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uit (indien van toepassing) - stelt in overleg binnen de school afspraken op en leeft die na - informeert zich over het schoolreglement en leeft de regels van de school strikt na

Belangrijkste attitudes - Durft op te treden tegen leerlingen - houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen - Gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen. - Houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen. - Tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek - Neemt initiatief voor het eigen vormingsproces - Grijpt kansen aan om te leren - Durft feedback en advies vragen - Is erop gericht planmatig te werken. - Is bereid om in team aan een taak te werken - vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren - Wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen - Vertoont veiligheidszin. - Is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media, - Wil open staan voor ideeën van anderen. - Hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie - Ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op - Gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie. - Past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve situatie aan

Leerinhoud
Onderdelen van de leerinhoud:
1 Vakkennis-vaardigheden (4 stp)
Ethiek, filosofie en actualiteiten.
Studie van morele vraagstukken.
Emotionele intelligentie, zorgverbreding en leefsleutels.

2 Vakdidactiek en methodiek (2 stp)
Toepassing van alle onderdelen van het 3e semester
Gebruik van diverse werkvormen.
Methodiek van leefsleutels en toepassing .
Taalgerichte methodiek in het onderwijsvak en toepassing.

3 Praktijk in het onderwijsvak (3 stp): een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4° semester.

Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1° en 2° semester.

Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi en het Reglement voor de praktijk 4° semester).

Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 4° semester.

In de syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.

Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar: -als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen
-als opvoeder
-als inhoudelijk expert
- als organisator
-als lid van een (school)team;

Attitudes:
beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organsatievermogen, zin voor samenwerking,verantwoordelijkheidszin, creatieve ingesteldheid, flexibiliteit, taalgebruik en communicatievaardigheid.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus aangevuld met notities. Tijdschrift Prik.

Studiekosten
- 10 euro; en 6 euro voor tijdschrift (niet verplicht).

Studiebegeleiding
Monitoraat van de vakgroep mens en maatschappij.
Mogelijkheid tot vraagstelling, aanwijzingen en nazicht voorbereidingen tijdens en na de les.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk met doceren, onderwijsleergesprek, spreekbeurtjes, groepsdiscussies, didactische oefeningen

Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de praktijk.

Voor diplomacontract en creditcontract:
1 Vakkennis-vaardigheden: voor 4 stp.
mondeling examen 60%
permanente evaluatie 10%, 2e zittijd is niet mogelijk.
taken 30%
2 vakdidactiek en methodiek voor 2 stp.
mondeling examen 50%
permanente evaluatie 30%, 2e zittijd is niet mogelijk.
taken 20%
3 Praktijk in het vak en reflecteren: 3 stp.
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim 'praktijk in het onderwijsvak' is geen tweede zittijd mogelijk.

Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de leerinhoud 1 of 2 hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.

Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.

OP-leden
Hugo DURINCK