COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, tweejarig SOV-programma voor bachelors of masters: 1ste jaar
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Hoorcollege [A] 37.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Ilse Baetsle
Referentie LGKLEI03A99480
 
Trefwoorden
solliciteren, Nederlands, ICT, communicatievaardigheden, mediakunde, agogiek, conflicthantering, probleemgedrag, slecht-nieuws-gesprek, samenwerken

Doelstellingen
ICT - EDUCATIE
studenten hebben alle feitelijke KENNIS nodig om ondergenoemde vaardigheden vlot te kunnen uitvoeren, in functie van de onderwijsopdracht:
- elektronisch rekenblad
  • in eigen woorden kunnen uitleggen wat de functionaliteit is van een spreadsheet binnen de schoolcontext;
  • de basisbegrippen werkblad, werkmap, cellen, rijen, kolommen, formule kennen;
  • correct specifieke rekenbladtermen zoals cel, celadres, formule, etc. gebruiken en uitleggen.
- optisch scannen:
  • in hun eigen woorden uitleggen wat de algemene functies van een optische scanner zijn;
  • in eigen woorden het begrip OCR en de functionaliteit ervan uitleggen;
  • in hun eigen woorden kunnen uitleggen hoe een scanner werkt;
  • de begrippen horizontale en verticale resolutie kunnen uitleggen;
  • het begrip kleurdiepte bij het gebruik van een scanner situeren;
  • het effect van het formaat, resolutie en kleurdiepte bij het opslaan van een gescand document kunnen uitleggen.
studenten hebben kunnen ondergenoemde VAARDIGHEDEN vlot toepassen en inschakelen in functie van de onderwijsopdracht:
- tekstverwerker efficiënt gebruiken bij lange documenten conform de BIN-normen, in het bijzonder:
  • werken met secties;
  • automatische inhoudsopgave invoegen;
  • opmaakprofielen maken, wijzigen, toepassen, verwijderen;
  • automatishe nummering aanbrengen op meerdere niveaus;
  • opmaakprofielen koppelen aan automatische nummering.
- een rekenbladprogramma vlot kunnen gebruiken,in het bijzonder:
  • vanuit een Windows-omgeving vlot kunnen opstarten en afsluiten;
  • vlot de verschillende onderdelen (rijen, kolommen, cellen, formulebalk, etc.) van een werkblad herkennen;
  • de verschillende soorten gegevens die in een cel kunnen geplaatst worden, correct kunnen inbrengen;
  • de opmaak van een werkblad (en inzonderheid de voorstelling van getallen) op een professionele manier verzorgen;
  • correct formules kunnen invoeren en wijzigen;
  • correct en doelgericht de voorgedefinieerde functies zoals som, gemiddelde, minimum en maximum gebruiken;
  • een werkmap bestaande uit één of meerdere werkbladen opslaan;
  • een werkmap openen en eventueel aanpassen en uitbreiden door werkbladen, rijen, kolommen en/of cellen toe te voegen;
  • een werkblad en/of een selectie ervan afdrukken;
  • de helpfunctie gebruiken.
- De optische vlakbedscanner inschakelen in hun werkzaamheden in de schoolcontext, in het bijzonder:
  • een scanner kunnen aansluiten en gebruiksklaar maken;
  • een tekst kunnen inscannen en gebruik maken van OCR;
  • een volledige (of een deel van een) afbeelding, tekening, foto inscannen;
  • meerdere foto's tegelijk inscannen;
  • een tekst met tekening of foto inscannen;
  • een ingescande afbeelding of foto kunnen aanpassen;
  • een gescand document kunnen bewerken en afdrukken.

- De studenten kunnen met behulp van een scanner een digitaal prentenboek maken in een presentatiepakket, met bijhorende geluidsopname in een softwarepakket.
- studenten kunnen een kritische en verantwoorde keuze maken uit de verschillende beschikbare onderwijsmedia;
- studenten kunnen de juiste inhouden kritisch beoordelen;
- studenten zijn leergierig en hebben organisatievermogen;
- studenten kunnen verantwoord en respectvol omgaan met materiaal.
Meer gedetailleerde lijsten van doelstellingen zijn te vinden in de syllabi.

AGOGIEK
- conflicthantering:
  • conflictstijlen adequaat kunnen hanteren in gegeven situaties.
  • omgaan met probleemgedrag bij kleuters
  • remediëringstechnieken adequaat kunnen hanteren .
- gesprekken met ouders e.a./slechtnieuwsgesprek:
  • een slechtnieuwsgesprek kunnen voeren;
  • op reacties van ouders kunnen inspelen op stage;
  • de verschillende rollen van een leraar in een slechtnieuwsgesprek kunnen opnemen en verantwoorden.
  • kunnen de gesprekstechnieken zoals: de ander laten uitspreken, oogcontact houden, vragen stellen, ... toepassen in de praktijk.
- een goede en adequate samenwerking kunnen uitbouwen met collega's, mentoren, medestudenten, directie, overig personeel van de school.
- samen een activiteit kunnen organiseren
- kritisch en flexibel omgaan met conflicthanteringsstijlen en remediëringstechnieken;
- andere manieren van reageren durven uitproberen;
- bereid zijn andere manieren van reageren in te oefenen;
- in zijn contact met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen;
- aandacht hebben voor het belang van non-verbale communicatie zowel bij zichzelf als bij de andere;
- durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan en er ook verantwoordelijkheid voor op te nemen;
- openheid voor teamwerk vertonen;
- in team kunnen werken
- relationele gerichtheid hebben: gerichtheid op het toepassen van technieken als empathie, aanvaarding, erkenning, actief luisteren, ... in praktijksituaties.
- sociale omgang vertonen binnen en buiten het onderijsmilieu;
- in communicatie durven treden met de ouders van de kleuters, mondeling en schriftelijk.
meer gedetailleerde lijsten van doelstellingen zijn te vinden in de syllabi.

NEDERLANDS
- studenten kunnen het belang aangeven van het degelijk voorbereiden van een sollicitatiegesprek;
- studenten kunnen het belang verwoorden van het schrijven van een degelijke sollicitatiebrief.
- studenten kunnen een sollicitatiebrief schrijven die inhoudelijk en vormelijk correct is;
- studenten kunnen een informatiebrief richten naar de ouders;
- studenten kunnen een brief inhoudelijk en taalkundig correct opstellen;
- in communicatie durven treden met de ouders van de leerlingen, mondeling en schriftelijk.
meer gedetailleerde lijsten van doelstellingen zijn te vinden in de syllabi.


Leerinhoud
ICT:
- tekstverwerking in functie van lange documenten, o.a. een inhoudstafel maken, automatische nummering en opmaakprofielen;
- studie van vakspecifieke media (o.a. multimedia, ICT, rekenblad, etc.).

Agogiek:
De studenten kunnen volgende inhouden toepassen in de praktijk t.o.v. personeel van de hogeschool en de stagescholen: - conflicthantering;
- vergadertechnieken;
- werken met schoolcultuur, ontwikkelen van vergadercultuur en werken naar ouderparticipatie;
- omgaan met probleemgedrag bij kleuters;
- gesprekken met ouders/slechtnieuwsgesprek.
- organiseren in overleg

Nederlands:
- solliciteren in het onderwijs: de sollicitatiebrief en het sollicitatiegesprek:
*Hoe moet je solliciteren en wanneer?
*Het schrijven van een sollicitatiebrief.
*Het voeren van een sollicitatiegesprek.


Begincompetenties
Eindcompetenties verworven voor het opleidingsonderdeel Communicatievaardigheden in het 1e en het 2de modeltraject.

Eindcompetenties
ICT - EDUCATIE:
De studenten zijn in staat om op efficiënte wijze de meest geschikte media te kunnen opzoeken, selecteren, aanmaken, en in te schakelen voor zowel de voorbereidingsfase, de les zelf, als de naverwerking van een les, als voor de communicatie met andere betrokken partijen in het onderwijsgebeuren en met derden.
Aan onderstaande overeenkomstige basiscompetenties Leraar Lager onderwijs wordt gewerkt en aandacht aan besteed:
Functioneel geheel 1:de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.5.3 De leraar kan multimediale werkvormen gebruiken, met inbegrip van ICT
1.6.1 De leraar kan, o.m. met behulp van ICT, informatie over ontwikkelingsmaterialen vinden, raadplegen en kritisch beoordelen, rekening houdend met de specifieke noden van de doelgroep
Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expert
3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties i.v.m.inhouden en vaardigheden uit de ontwikkelingsgebieden in het kleuteronderwijs volgen
3.3 Het eigen vormingsaanbod situeren en afstemmen op het geheel van het onderwijsaanbod
Functioneel geheel 5: de leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
Attitudes:
A3: kritische ingesteldheid
A4: leergierigheid
A5: organisatievermogen
A7: verantwoordelijkheidszin
A8: creatieve gerichtheid
A9: flexibiliteit

AGOGIEK
De overeenkomstige basiscompetenties Leraar KleuterOnderwijs
Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder
2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de groep en op school
2.2 De emancipatie van de kinderen bevorderen
2.5 Omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met kinderen met leer- en gedragsproblemen
Functioneel geheel 4: De leerkracht als organisator
4.1 Een gestructureerd speelleerklimaat bevorderen
Functioneel geheel 6: de leraar als partner van ouders en verzorgers
6.1 Zich op de hoogte stellen van een discreet omgaan met gegevens over het kind
6.2 Met ouders/verantwoordelijken voor de opvoeding communiceren over hun kind in de school
6.4 Met ouders/verantwoordelijke voor de opvoeding in dialoog treden over opvoeding en onderwijs
Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteam
7.3 Het eigen pedagogisch en didactisch handelen bespreekbaar maken in teamverband
Attitudes: A1 beslissingsvermogen
A2 relationele gerichtheid
A3 kritische ingesteldheid
A6 zin voor samenwerking
A9 flexibiliteit
A10 gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie

NEDERLANDS:
Functioneel geheel 8: De leraar als partner van externen
8.1 contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden
Attitudes:
A10: gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
ICT
- syllabus rond lay-out van lange documenten en rond tekstverwerking in functie van lange documenten;
- Werk Wijzer met Word - deel 2, Danny Devriendt;
- studieteksten rond multimedia (scannen, digitale fotografie, ...), elektronisch rekenblad ;
- Presentaties en documenten op Dokeos;

AGOGIEK
- syllabus: project 5
- concrete organisatie van avondactiviteit naar aanleiding van de inleefreis
- project 5 en inleefreis zie studiefiche pedagogiek specifiek
NEDERLANDS
- Bundel over solliciteren. Eigen notities.


Studiekosten
20 EUR.

Studiebegeleiding
Het monitoraat wordt verzorgd door de betrokken lectoren na afspraak.
De studenten kunnen op afspraak gebruik maken van de apparaten en de infrastructuur van de vakgroep "ICT en educatie".


Onderwijsvormen
- theoretisch aanbrengen van de leerinhouden gekoppeld aan het inoefenen van vaardigheden;
- taakgericht onderwijs en reflectie;
- probleemgestuurde projecten bestaande uit literatuur, opdrachten uit te voeren tijdens de stages en organiseren in team van activiteit (Turkse avond).


Evaluatievorm
Diploma- en creditcontract:
ICT
Eerste zittijd:
praktisch en mondeling examen in juni (50%).
Taken en opdrachten in de les en thuis (50%)
Tweede zittijd:
100% examen

Agogiek
Eerste zittijd:
100% permanente evaluatie, in de praktijk (stagescholen) + opdrachten student moet ook ingeschreven zijn voor de opleidingsonderdelen stage gemeenschappelijk en specifiek Tweede zittijd:
Voor agogiek is er geen tweede zittijd mogelijk.

Nederlands (solliciteren)
Eerste zittijd
100% taken
individuele opdracht over het schrijven van een sollicitatiebrief tijdens de sessie Leren Solliciteren
tweede zittijd:
100% taken

Verhouding van de onderdelen: mediakunde 50%, agogiek 25 %, Nederlands 25%

Examencontract:
inschrijven voor een examencontract kan enkel mits een bijkomende inschrijving met een diplomacontract.


OP-leden
Ilse BAETSLE, Erna VAN CROMBRUGGE, Cathelyne DYSERINCK