Trefwoorden Cultuur, Cultuurparticipant, Cultuur-Filosofische Beschouwing
Doelstellingen
1.Studenten kunnen zich op de hoogte stellen van actualiteiten en ontwikkelingen i.v.m. het levensbeschouwelijk domein, het cultureel-esthetische domein, het cultureel- wetenschappelijke domein.
Zij kunnen informatie opzoeken via een verscheidenheid aan informatiebronnen omtrent diverse cultuurhuizen en culturele activiteiten.
2.Studenten kunnen op zelfstandige wijze participeren aan een zo breed mogelijk maatschappelijk cultureel gebeuren.
Zij nemen deel aan minimum 10 activiteiten.
Een grote diversiteit op zowel logistiek (kleine t.o.v. grote initiatieven) als inhoudelijk vlak (theaterbezoeken, tentoonstellingen, podiumproducties, stadsrondleidingen, ...hedendaags t.o.v. historisch..., uit diverse bovengenoemde gebieden) en naar doelgroepen en subculturen toe wordt nagestreefd.
Zij leren zelf de verantwoordelijkheid opnemen door zelfstandig te plannen en keuzes te maken.
Zij leren deel te nemen aan diverse subculturen zowel passief (kijken, beleven, ervaren) als aktief (meedoen) en streven zo verbreding en verdieping na.
3.Studenten kunnen informatie opzoeken over de betreffende activiteiten via diverse kanalen (krant, magazines, internet, ...).
Zij kunnen de recensies over de ervaren evenementen binnen de bovengenoemde thema’s en ontwikkelingen kritisch benaderen.
4.Studenten kunnen een portfolio samenstellen op een creatieve wijze. Deze omvat bewijsmateriaal, aankondigingsfolder en recensies van minimum 10 ervaren evenementen uit de bovengenoemde domeinen. Indien zij meerdere evenementen gevolgd hebben wordt een selectie van maximum 20 activiteiten opgenomen in de portfolio.
5.Studenten kunnen de beleefde culturele evenementen kritisch bespreken met behulp van de gegevens uit de portfolio.
6.Studenten kunnen informatie uit bovengenoemde domeinen selecteren vanuit en koppelend aan hun onderwijsactiviteit. Zij kunnen de geselecteerde informatie verwerken in hun pedagogisch en didactisch handelen. Binnen Studium Generale is hier niet echt de ruimte voorzien. De zelfstandige participatie aan het maatschappelijk-culturele gebeuren kan wel aanleiding en aanvulling zijn tot verwerking in andere opleidingsonderdelen.
Dit opleidingsonderdeel beoogt het verder ontwikkelen van volgende attitudes: beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, verantwoordelijkheidszin, creatieve ingesteldheid, flexibiliteit, zin voor samenwerking, assertiviteit, taalgebruik en communicatie.
Leerinhoud Een zo breed mogelijke waaier van culturele activiteiten:
Film, podiumproducties (dans, theater, video,...), musea, stadsrondleidingen, muziekoptredens, workshops,
lezingen, debatten, sociaal-artistieke projecten, festivals, e.a.
Voor diverse doelgroepen:
zichzelf, hun onderwijsdoelgroep als toekomstig leerkracht, alle leeftijden, jongerenculturen, kansarmen, allochtonen, personen met een handicap, enz.
Begincompetenties
Zie eindtermen Secundair Onderwijs.
Eindcompetenties Er wordt voornamelijk gewerkt aan volgende decretaal vastgelegde basiscompetenties voor de 'Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs':
FG5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
- 5.1 De leerkracht kan resultaten van onderwijsontwikkelingswerk en vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
FG8 - De leraar als partner van externen
- 8.1 De leerkracht kan in overleg met collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
FG9 - De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
- 9.1 De leerkracht kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's.
- 9.2 De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
FG10 - De leraar als cultuurparticipant
- 10.1 De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: het sociaal-politieke, het sociaal-economische, het levensbeschouwelijke, het cultureel-esthetische, het cultureel-wetenschappelijke domein.
Voorts beogen we volgende attitudes:
beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin, flexibiliteit.
De eindcompetenties kunnen niet los gezien worden van de doelstellingen (zie hoger).
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Passende media (cultuurmagazines, kranten, tijdschriften, internet,...)
Studiekosten Deze zijn afhankelijk van de bijgewoonde manifestaties/activiteiten omdat de gekozen culturele evenementen vrij toegankelijk zijn of een betalingstarief kennen.
Cultuurcheques kunnen door de studentenvoorziening Sovoreg worden aangeboden. Surf daarvoor naar: www.sovoreg.hogent.be/cultuur
Studiebegeleiding Er zijn geen klassikale contacturen voorzien. Wel worden individuele consultmomenten aangeboden op afspraak. Deze worden aangevraagd via elektronische weg.
Van de studenten wordt verwacht dat ze zelfstandig via mail of via consult informatie inwinnen bij de verantwoordelijke lector. Dit impliceert zelfsturend gedrag en begeleiding op afstand.
Van de studenten wordt tevens verwacht dat ze bestaande informatiebronnen leren opzoeken en exploreren, dat ze bestaande instanties leren aanspreken (voor info, reservering, betaling, e.d.), dat ze volledig op zelfstandige basis bestaande culturele evenementen leren bezoeken. Indien zij hierbij vragen en/of problemen ervaren kunnen zij steeds begeleidende hulp vragen via de individuele consultmomenten.
Voor het aanbod van evenementen uit de diverse domeinen kunnen zij worden gestimuleerd:
- vanuit de opleiding (via de individuele begeleidingsmomenten: elektronisch of reëel, via de verschillende opleidingsdelen en via affichering op speciale daarvoor voorziene panelen)
- vanuit een aanbod van externe partners (bv. Internationaal Filmfestival van Vlaanderen)
- vanuit het maatschappelijk gebeuren.
Onderwijsvormen Ervaringsgerichte vormen, aktief-participerende vormen, lezingen, confrontaties,...
Evaluatievorm Permanente evaluatie, taak en examen.
Permanente evaluatie: 50%. Studenten participeren in de loop van hun opleiding aan diverse culturele activiteiten.
Taak: 25%. Er wordt een portfolio gemaakt waarin de diverse beleefde culturele evenementen beschreven worden.
Mondeling examen: 25%. Dit vindt plaats op het einde van het derde studiejaar waarbij de portfolio getoond en besproken wordt.
Presentatie, communicatie en taalvaardigheid, creatieve ingesteldheid, aandacht voor diversiteit, vermogen tot kritische reflectie, motivatie tot cultuurparticipatie worden tijdens dit gesprek geëvalueerd.
Een 2° zittijd is mogelijk voor alle onderdelen. De deelname aan extra culturele activiteiten en het samenstellen van de portfolio dienen uiteraard te gebeuren vòòr het mondeling examen.
Inschrijven met een creditcontract is enkel mogelijk mits toelating.
Voor diploma-, credit- en examencontract gelden dezelfde evaluatievormen.
OP-leden Kristien Van Poucke
|
|