DRAMA 3
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in het drama
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 156.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 100.0
Totale studietijd [D] 300.0
Studiepunten [E] 10
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jan Steen
Referentie MBDRMA02A00012
 
Trefwoorden
H850, H855, H880, H890, drama, dramatische kunst, originaliteit, groepsdynamiek, expressie, communicatie, creativiteit, verbeelding, kunstzinnigheid

Doelstellingen
Aan het kern-opleidingsonderdeel 'drama' zijn alle andere opleidingsonderdelen gerelateerd. De studenten worden individueel begeleid in hun ontwikkeling tot beoefenaar van een vorm van dramatische kunst of van een persoonlijke combinatie van verschillende vormen van drama, binnen een zeer divers theater- en medialandschap dat zichzelf voortdurend vernieuwt.

Tijdens de eerste vier semesters van de opleiding zijn de vrijwel dagelijkse speltrainingen het voornaamste middel om dat doel te bereiken. Ze zijn de basis voor het ontwikkelen van een persoonlijk traject binnen het domein van de dramatische kunsten (o.a. acteren, optreden, bedenken, schrijven, maken, regisseren, vormgeven, onderzoek). Het kunnen functioneren in een groep zonder daarbij de individualiteit te verliezen, is eigen aan het domein drama. Dit groepsproces wordt gedurende de hele opleiding opgevolgd en begeleid.

Originaliteit, creativiteit, emotionele en dramatische verbeelding, kunstzinnigheid, gevoeligheid, nieuwsgierigheid en noodzaak tot expressie zijn onmisbare eigenschappen voor elke dramastudent, die de nodige informatie en trainingen krijgt aangereikt als hulpmiddel om een originele kunstzinnige expressie te ontwikkelen van gedachten, gevoelens of verbeeldingen.



Leerinhoud
Met scènes en tekstmateriaal van William Shakespeare:

1/ verschillende inhoudelijke aspecten op beginnend tot gevorderd niveau onderzoeken en toepassen bij oefeningen en speltrainingen, onder meer door:

  • gedramatiseerde zichtlezingen van toneelstukken, teksten of scènes;
  • theoretisch onderzoek naar de context en de theatrale mogelijkheden van/met dat tekstmateriaal;
  • het actualiseren van het tekstmateriaal door er eigen gedachten, gevoelens of verbeeldingen van persoonlijke of maatschappelijke aard aan te verbinden, en het geheel op een originele manier te dramatiseren.

2/ verschillende aspecten van verbeelding en drama op beginnend tot gevorderd niveau onderzoeken en toepassen bij oefeningen en speltrainingen, onder meer door:

  • het onderzoeken en ontwikkelen van een eigen gevoeligheid voor gesproken taal, bij het spelen van Shakespeare-scènes met literaire formuleringen;
  • het creëren van personages met eigenschappen die niet noodzakelijk die van de speler zijn, en daarbij de eigen mogelijkheden van theatrale en emotionele verbeelding onderzoeken;
  • het onderzoeken van absurde vormmogelijkheden met een originele dramatische kracht;
  • het geloofwaardig communiceren van heftige, uitonderlijke gevoelens;
  • het onderzoeken van het essentiële bij dramatische expressie.

3/ een directe, monologische communicatie met een publiek onderzoeken.

Afhankelijk van individuele trajectkeuzes, tekortkomingen of achterstand kan de titularis aan de student specifieke trainingen opleggen van andere opleidingsonderdelen 'drama', in functie van de te verwerven competenties.



Begincompetenties
Competenties van 'drama 2' verworven hebben.

Eindcompetenties
De dramastudent:

1/ kan tijdens speltrainingen op een inleidend tot beginnend niveau gedachten, gevoelens of verbeeldingen van een auteur naar een publiek communiceren, waarbij blijk wordt gegeven van een originele kunstzinnige expressie, en waarbij ook de eigen persoonlijkheid een rol speelt en de mededeling verdiept of verbreedt.

2/ heeft met veel concentratie, doorzettingsvermogen, energie en kracht de eigen onvolkomenheden qua stem, lichaam of spraak grotendeels weggewerkt en de eigen expressiemogelijkheden verder verruimd.

3/ heeft een specifieke, eigen plaats ingenomen binnen de volledige groep dramastudenten. Hij/zij neemt verantwoordelijkheid tegenover medestudenten, docenten, publiek en materieel, en toont initiatief om allerlei taken waar de groep wel bij vaart uit te voeren.

4/ kan op een inleidend tot beginnend niveau omgaan met inhoud, theatrale mogelijkheden en de context van literair tekstmateriaal, en is in staat tot een originele interpretatie van dramatische teksten, scènes of situaties uit het oeuvre van William Shakespeare, die tijdens oefeningen en speltrainingen geloofwaardig, met dramatische kracht, taalgevoeligheid en hevige emotionaliteit gecommuniceerd wordt naar een publiek.

Algemene competenties:

  • de dramastudent heeft inzicht in de wetenschappelijke-disciplinaire basiskennis eigen aan het domein van de dramatische kunst;
  • toont zijn ingesteldheid tot levenslang leren;
  • toont een onderzoekende houding;
  • heeft het vermogen om relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming rond maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
  • William Shakespeare, Verzameld Werk, vertaald door Willy Courtaux, uitgeverij Meulenhoff / Manteau
  • dvd's, films, materiaal uit bibliotheek, internet


Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 250.0 EUR
Aankoop van toneelteksten, fotokopies, inkomgelden voor theatervoorstellingen en andere kunstuitingen, ontleningen van video's en dvd’s.

Studiebegeleiding
Mentoraat, begeleiding studietraject.

Onderwijsvormen
Lezingen, zichtlezingen, speltrainingen, oefeningen, individuele en groepsopdrachten, individueel en groepsoptreden, gesprekken.

Het onderwijs heeft een individueel karakter, maar wordt voornamelijk gegeven in groepsverband.



Evaluatievorm
Permanente evaluatie voor 20%; meting van de vorderingen (jury, 20%); peer- en self-assessment (20%); open lessen of presentaties voor een beperkt publiek van medestudenten en docenten (jury, 40%).

De jury bestaat uit minstens zes docenten-o.p. leden, waarvan minstens drie dramadocenten, plus een externe specialist en een externe leek. Er wordt nagegaan of de competenties zijn verworven, er wordt een eindcijfer gegeven op 20. Als er geen consensus wordt bereikt, neemt de titularis de eindbeslissing op basis van een niet mathematisch gemiddelde. Bij het cijfer hoort een motivatie die deel uitmaakt van een verslag van de waarderingen en vorderingen.

Er is geen tweede zittijd.



OP-leden
Sam Bogaerts, Jan Steen, Herwig Deweerdt, Chokri Ben Chikha