PRACTICUM INSTRUMENT & MUZIEKTHEORIE II
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor in de instrumentenbouw - afstudeerrichting: Instrumentenbouw
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 36.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 54.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Benjamin Van Nespen
Referentie MBMUZI01K00018
 
Trefwoorden


Doelstellingen
Het is bedoeling de instrumentenbouwers door aangepast onderricht in muziektheorie en de speelpraktijk van het instrumentarium zo veel mogelijk voeling te laten krijgen met fysieke klankwereld van de door hen gebouwde instrumenten.

Leerinhoud
Organisatie 'practicum instrument'
Over de jaren heen worden seminariesessies georganiseerd waar de studenten onderricht worden in de speeltechnische aspecten van een instrumentengroep en waar ze een elementaire speelvaardigheid kunnen verwerven. Er worden verschillende sessies georganiseerd voor verschillende instrumentengroepen. De detailorganisatie wordt bij het begin van het academiejaar bekend gemaakt.

Muziektheorie
Alle studenten leggen - als onderdeel van hun toelatingsproef- de toelatingsproef 'muziektheorie' (=solfège, gehoorvorming en algemene muziektheorie af samen met de de studenten uitvoerende muziek.
-- Indien ze niet slagen voor deze proef moeten ze het deelopleidingsonderdeel volgen muziektheorie I-II-III-IV. In muziektheorie zullen gedurende 4 semesters op vlak van solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer opgetild worden tot het niveau van de toelatingsproef. In het derde bachelorjaar volgen ze dan het opleidngonderdeel Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer BI en II, en dit geduren twee semesters.

Koor
De studenten die slagen voor de toelatingsproef Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer als onderdeel van hun toelatingsproef, volgen verplicht koor gedurende 4 semesters van B1 en B2.
In B3 volgen ze als muziektheorie het opleidingsonderdeel Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer BI -II samen met de andere studenten instrumentenbouw. organistie en toewijzing van de student aan één van beide modules

Begincompetenties


Eindcompetenties
° heeft een ontwikkeld gehoor ° beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties om zich als muziekinstrumentenbouwer te ontplooien ° toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als kunstenaar/instrumentenbouwer ° is behoorlijk in staat om de eigen artistieke bekwaamheden in te zetten in een samenwerkingsverband

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::


Studiekosten


Studiebegeleiding


Onderwijsvormen
Afhankelijk van de gevolgde deelopleidingsonderdelen.

Evaluatievorm
Practicum instrument: permanente evaluatie en praktische proef.
Muziektheorie: schriftelijk examen en practische proef.
koor: permannte evaluatie op basis van aanwezigheid en attitude.

OP-leden
Practicum instrument: docenten zullen bekend gemaakt worden bij aanvang van het academiejaar
Muziektheorie: B1-2: Luc Van Acker; B3: Geert Soenen
koor: Mark De Smet.