Trefwoorden
h800-muziek-compositie
Doelstellingen
'Instrumentatie en orkestratie' is een ondersteunend opleidingsonderdeel voor Compositie en andere disciplines.
Leerinhoud
Instrumentatie, orkestratie BII
Vertrekkend van een grondige analyse van een integrale partituur uit de twinigste eeuw, wordt nagegaan waarom een componist bepaalde beslissingen genomen heeft inzake orkestratie en/of instrumentatie.Met luistervoorbeelden wordt eveneens getoetst of het geschrevene overeenkomt met de uiteindelijke realisatie ervan.
De basisprocedures van het orkestreren worden aangeleerd, en getoetst aan praktische voorbeelden uit de klassieke en romantische periode.
Proef:
Het kunnen horen van de basisprocedures aan de hand van nog niet beluisterde voorbeelden.
Directe vragen over de geanalyseerde partituur, zowel op instrumentaal vlak en op het vlak van orkestratie-instrumentatie.
Uitdiepingsmodule (indien van toepassing)
De student krijgt fragmenten in reductie.
Aan de hand van luistervoorbeelden moet de student die fragmenten intergraal of partieel weer reconstrueren, met de juiste transposities.
Eerst tutti akkoorden; de oplossingen van de componist wordt besproken en uitgelegd in breder verband.
Proef:
De student reconstrueert een tutti vanuit een gereduceerd akkoord (met aanduidingen)
De student reconstrueert een partituurfragment aan de hand van een reductie en van het bijhorend luisterfragment
Begincompetenties
Eindcompetenties
° Heeft een open geest en het vermogen tot verwondering
° Heeft een behoorlijk ontwikkeld muzikaal gehoor
° Bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen en een behoorlijk ontwikkelde technische vaardigheid die hem in staat stellen partituren te ontcijferen
° Kan de verworven technische vaardigheden behoorlijk creatief aanwenden in toepassingen dienstig voor zijn werkveld
° Heeft behoorlijke kennis van de courante disciplinegebonden technologieën en kan deze nuttig hanteren
° Heeft aandacht voor en een open geest met betrekking tot niet-westerse muziekculturen
° Beheerst behoorlijk de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend muziektheoreticus te bewijzen
° Kan behoorlijk een werkproces organiseren
° Documenteert en archiveert zijn werk op behoorlijk niveau
° Is in staat een persoonlijk project te concretiseren
° Vergelijkt eigen intenties met de percepties vanuit zijn werkveld
° Kan omgaan met en is weerbaar tegen kritiek van derden
° Toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen in zijn vakgebieden
° Kan over eigen werkzaamheden verslag uitbrengen
° Kan met collega's behoorlijk van gedachten wisselen over disciplinegebonden problemen
° Kan behoorlijk samenwerken en verantwoordelijkheid opnemen in een multidisciplinaire omgeving
° Is behoorlijk in staat om de eigen artistieke doelen te realiseren en de eigen bekwaamheden in te zetten in een samenwerkingsverband
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Literatuur
Partituren
Aanbevolen vakliteratuur voor instrumentenleer; verkrijgbaar in gespecialiseerde boekhandels; ontleenbaar in bibliotheken.
Adler, S.(1989) The study of the orchestra, W.W. Norton and company New York-London
Reginald Smith Brindle, (1970) Contemporary Percussion, Oxford university press New York London(ISBN 0 19 318802 3)
Read, G.(1997), Music Notation, Paplinger Publiching company New York
Mayer, H. (1986) Moderne notaties in de muziek, Bohn, Scheltema & Holkema Utrecht/ Amsterdam.
Studiekosten
Studiebegeleiding
studievoortgangsgesprekken
Onderwijsvormen
Werkcollege
Oefeningen
Individuele opdrachten
Evaluatievorm
Praktische proeven; zie leerinhoud / proef.
OP-leden
Instrumentatie, orkestratie: Frank Nuyts
|
|
