ONDERZOEKSMETHODIEK MUZIEKTHEORIE BII
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de muziektheorie - afstudeerrichting: Muziektheorie
Hoorcollege [A] 12.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 36.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Geert Dhondt
Referentie MBMUZT02A00032
 
Trefwoorden
h840-muziektheorie

Doelstellingen
Onderzoeksmethodiek is een kernopleidingsonderdeel dat is opgenomen in het vast curriculum van alle opleidingen muziek. Het is congruent met de verschillende theoretische vakken. De student leert om op een zelfstandige manier kritisch te reflecteren over informatie m.b.t. zijn vakgebied.

Leerinhoud
Onderzoeksmethodiek behelst kennis, vaardigheid en kritische reflexie in het omgaan met de traditionele en hedendaagse informatiebronnen die voor de discipline relevant zijn
Tijdens het tweede bachelorjaar worden vooral disciplinegerichte bronnen, naslagwerken, historische publicaties, magazines en internetbronnen bestudeerd. Voorts wordt gefocust op het raadplegen van deze bronnen en het ontwikkelen van een kritisch vermogen t.o.v. de geraadpleegde en aangeboden informatie. De practische toets van dit alles gebeurt dmv een onderzoeksopdracht.
Realisatie onderzoeksopdracht:
-De studenten krijgen onderzoeksopdracht toegewezen door docent of onderzoekscoach of formuleren zelf een onderwerp (in het laatste geval moet het goedgekeurd worden)
-De studenten kunnen tijdens realisatieproces advies en sturing bekomen bij coach en /of docent
-De onderzoekopdracht wordt binnen het semester gerealiseerd en afgerekend.


Begincompetenties


Eindcompetenties
• bezit heuristiek op goed niveau om muzikale problemen op te lossen
• heeft goede kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziek
• documenteert en archiveert behoorlijk zijn werk
• kan goed een werkproces organiseren
Analytisch inzicht en kritisch reflectieve attitude, De student kan uitvoeringen analyseren, duiden en beoordelen
De student kan uitvoeringen en die van anderen in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren en duiden
• Vertoont binnen het gehele cultuurdomein van de muziek exploratieve attitudes
• kan behoorlijk muziek in haar historische, maatschappelijke en culturele context situeren
• Heeft voldoende inzicht in de muziekesthetische en muziektheoretische kenmerken van de verschillende stijlperiodes
• kent voldoende de muziek- en cultuurgeschiedenis en de historische en actuele uitvoeringspraktijken met betrekking tot zijn/haar specialisatie
• heeft goed inzicht in de ruime artistieke context en opvattingen, waaraan de eigen uitvoeringen getoetst worden
• • overziet voldoende implicaties van keuzes en beslissingen en kan deze in de uitvoeringen verantwoorden
• kan goed theoretische kennis voor het artistiek zoekproces in stelling brengen
• kent het actueel receptief maatschappelijk discours met betrekking tot zijn werkveld en de omvattende muziekcultuur en kan dat kritisch situeren


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Afhankelijk van de docent:
cursus/syllabus,
muziekopnames
internetexploraties
collegenotas


Studiekosten


Studiebegeleiding
- monitoraat

Onderwijsvormen
Werkcolleges
Begeleid zelfstandig leren


Evaluatievorm
permanente evaluatie van gerealiseerde opdrachten


OP-leden
Jacques Van Deun