Trefwoorden hh830-muziek-zang, h842-muziek-dirigeren
Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Koorpracticum en -directie streeft zowel affectieve en psychomotorische doelen na als cognitieve en affectieve. Het is sterk gerelateerd aan 'Solfège, algemene muziekleer en gehoorvorming', Muziekgeschiedenis en heeft een wederzijds ondersteunende relatie met Harmonie en contrapunt. Het ontwikkelt de samenwerkingscompetenties en is ook werkveldcompetentiegericht.
Leerinhoud
Koorpracticum behelst het zingen in een kleiner koor (los van het groot koor) dat samengesteld is uit studenten muziektheorie en studenten die het koorlabo als keuzevak nemen. Ket heeft geen concertfunctie , maar een labofunctie.
In Koordirectie verwerft de student de basiskennis en basisvaardigheid om een koor te dirigeren. De belangrijkste aspecten die hierbij aan bod komen zijn:
- studie van het koorrepertoire
- analytische studie van koorpartituren in functie de koorrepetitie.
- grondbeginselen van de slagtechniek en de gestiek
- basismethodiek van het instuderen en repetitietechniek
Begincompetenties
Slagen in toelatingsproef
Eindcompetenties * Heeft een open geest en het vermogen tot verwondering
* Heeft een behoorlijk ontwikkeld muzikaal gehoor
* Bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen en een behoorlijk ontwikkelde technische vaardigheid die hem in staat stellen complexe partituren te ontcijferen
* Kan behoorlijk de diverse aspecten van een muziekwerk analyseren, duiden, beoordelen en situeren in een ruime historische, culturele en artistieke context
* Kan behoorlijk de verworven technische vaardigheden creatief aanwenden in toepassingen dienstig voor zijn werkveld
* Beheerst op behoorlijk niveau de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties
* Kan behoorlijk een werkproces organiseren en houdt daarbij op korte en lange termijn rekening met de voorwaarden om het creatieve werkproces mogelijk te maken
* Kan in het Nederlands communiceren over inhouden en opvattingen over zijn vakgebieden
* Ontwikkelt over een flexibel taalgebruik dat zich kan aanpassen aan het niveau van zijn doelgroepen
* Kan met collega's constructief van gedachten wisselen over disciplinegebonden problemen
* Is behoorlijk in staat om de artistieke doelen te realiseren en de eigen bekwaamheden in te zetten in een samenwerkingsverband
* Toont voldoende begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
* Kan behoorlijk een groep motiveren om mee te werken
* Kan behoorlijk een werkplanning maken, groepen leiden en mensen coachen
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus stemvorming
Partituren ontleenbaar in bibliotheken
Vakliteratuur
Studiekosten
Ontleningskosten en persoonlijke aankoop vakliteratuur : niet te ramen
Studiebegeleiding Voortgangsgesprekken
Onderwijsvormen Werkcollege
Concerten
Evaluatievorm
Permanente evaluatie
Praktische proef
OP-leden Marc De Smet
|
|