Trefwoorden
h840-muziek-theorie
Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten vertrouwd te maken met enkele theoretische aspecten van het arrangement voor klein ensemble.(Onder klein ensemble wordt verstaan: een bezetting die bestaat uit een zanger(-es), een à twee blazers en een ritme sectie samengesteld uit piano, gitaar, bas en drums.)
Na de afhandeling van elk apart theorieonderdeel worden opdrachten meegegeven die door de studenten uitgeschreven worden en door hen zelf in de praktijk worden omgezet.
Deze organische en dynamische werkwijze staat borg voor een parate beheersing van de aangeleerde materie. Vormleer jazz/pop & arrangement kleine ensembles ondersteunt de solopraktijk, kleine ensembles en wordt ondersteund door jazz/popharmonie, Solfège, algemene muziekleer en gehoorvorming, onderzoeksmethodiek en is gerelateerd aan Grote Ensembles.
Leerinhoud
De theorie:
° korte inleiding tot de nomenclatuur van de akkoorden zoals gebruikt in Jazz/Lichte Muziek
° transpositieleer en notatiewijze van het specifieke instrumentarium en de eigen speelwijzen van het kleine ensemble
° melodische en harmonische anticipaties van een bestaande melodie en de ritmische implicaties van deze bewerking
° uitschrijven van baslijnen, drumpartituren, gitaarpartijen en pianozettingen in wisselende speelstijlen
° vormleer
° het schrijven van intro's, coda's e.a.
° vocabularium van de specifieke terminologie in twee talen: Engels en Italiaans
° het verzorgen van twee- en driestemmige zettingen
° het uitwerken van achtergrondbegeleidingen voor blazers (backing)
De praktijk:
° voor elk onderdeel (ut supra) worden opdrachten uitgeschreven die door de studenten uitgeschreven worden
° tijdens een hierop aansluitende praktijkles worden deze werken besproken, verbeterd én uitgevoerd
° het eindwerk bestaat uit een arrangement van een "standard" of van een opgegeven werk bestaande uit een introductie, de expositie van een driestemmig thema, voorzien van melodische/harmonische anticipaties en aanduidingen uit de specifieke terminologie, een sologedeelte (met facultatieve backing), de reëxpositie van het thema en een coda. Dit alles voorzien van een volledig uitgeschreven arrangement voor de ritme sectie
° het eindwerk wordt tijdens een afsluitende praktijkles uitgevoerd, besproken en geëvalueerd
Begincompetenties
Slagen voor toelatingsproef
Eindcompetenties
° heeft een behoorlijke muzikale sensibiliteit
° heeft een behoorlijk muzikaal gehoor
° Bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen
° heeft een behoorlijke technische vaardigheid waarbij de aanzetten van een eigen muzikale persoonlijkheid aanwezig zijn
° kan bestaande kennis over hedendaagse uitvoeringspraktijken op een behoorlijk niveau in praktijk brengen
° Kan, indien vereist voor de muziekstijl, diverse elektronische apparatuur, informatietechnologie en media behoorlijk aanwenden voor hun artistieke projecten
° beheerst behoorlijk de algemene specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend musicus te bewijzen
° kan op behoorlijk wijze een werkproces organiseren
° kan omgaan met en is desgevallend weerbaar tegen kritiek van externen
°" Werkt behoorlijk samen met andere musici in ensembleverband
° kan met anderen samenwerken, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- Syllabus geschreven door de lesgever
- Jazz Arranging and Composing - A Linear Approach (1986, Bill Dobbins, Advance Music-ISBN 3-89221-006-3)
- Sounds and Scores - A practical guide to professional orchestration (1973, Henry Mancini, Cherry Lane Music-ISBN 0-89524-060-2-)
"The Art of Comping" van Jim McNeely en uitgegeven bij Advance Music
-"Essential Styles for the drummer and bassist - Book One" van Steve Houghton en Tom Warrington bij Alfred Pub
-"Essential Styles for the drummer and bassist - Book Two" van Steve Houghton en Tom Warrington bij Alfred Pub
Waar kunnen studenten deze materialen verkrijgen?
- Cursusdienst, bibliotheek van het conservatorium en gespecialiseerde boekhandel
Studiekosten
Ca. 50 Euro
Studiebegeleiding
° voor elk theoretisch onderdeel (ut supra) worden opdrachten gegeven die door de studenten uitgeschreven worden
° tijdens een hierop aansluitende praktijkles worden deze werken besproken, verbeterd én uitgevoerd
° aansluitend aan deze praktijkles voorziet de docent extra tijd voor individuele en klassikale evaluatiegesprekken
° bovendien kunnen de studenten deze werken in de werking van de kleine ensembles integreren zodat ze een bijkomende evaluatie krijgen van de lesgever ensemble
Onderwijsvormen
Hoorcolleges
Practica
Oefensessie
Begeleid zelfstandig leren
Evaluatievorm
a) evaluatievorm:
- een schriftelijk theoretisch examen
Het eindwerk bestaat uit een arrangement van een "standard" of van een opgegeven werk bestaande uit een introductie, de expositie van een driestemmig thema, voorzien van melodische/harmonische anticipaties en aanduidingen uit de specifieke terminologie, een sologedeelte (met facultatieve backing), de reëxpositie van het thema en een coda. Dit alles voorzien van een volledig uitgeschreven arrangement voor de ritme sectie.
- praktische proef
Dit eindwerk wordt tijdens een afsluitende praktijkles uitgevoerd, besproken en geëvalueerd
- permanente evaluatie
Elk theoretisch onderdeel wordt in de vorm van een praktijktoets ondervraagd
- jurering
Door de docent zelf
b) hoe zullen de punten over de evaluatievormen worden verdeeld?
het schriftelijk examen staat op de helft van de punten - het praktisch examen idem dito
OP-leden
Maarten Weyler
|
|
