ORGANOLOGISCH ONDERZOEK M II
 
Wordt gegeven in 1st jaar Master in de muziek - afstudeerrichting: Instrumentenbouw
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 78.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jan Boon
Referentie MMMUZI01A00013
 
Trefwoorden


Doelstellingen


Leerinhoud
Organologisch onderzoek is een praxiologisch vervolgopleidingsonderdeel op onderzoeksmethodiek en stage instrumentenbouw uit de bachelorjaren; in de masters wordt het georganiseerd wordt in samenwerking met instrumentenmusea.

Begincompetenties


Eindcompetenties
Analytisch inzicht en kritisch reflectieve attitude
De student kan eigen instrumenten en die van anderen analyseren, duiden en beoordelen
De student kan instrumenten en die van anderen in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren

• kan zelfstandig onderzoek verrichten op het niveau van een beginnend kunstenaar/instrumentenbouwer
• kan eigen visie en realisaties toetsen en plaatsen in een breder artistiek en cultureel perspectief
• verdiept zich in muziekhistorische, cultuurhistorische en musicologische theorieën mbt uitvoeringspraktijken en instrumentenbouw
• heeft kennis, inzicht en een diep verankerd stijlbewustzijn met betrekking tot de historische en actuele uitvoeringspraktijken en de ermee samenhangende instrumentenbouw
• overziet implicaties van keuzes en beslissingen en kan deze in de gebouwde muziekinstrumenten
verantwoorden
• selecteert kennis en informatie op hun relevantie voor de eigen muziekinstrumentenbouw

Organisatievaardigheid
De student kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf opzetten en in stand houden
De student kan een eigen effectieve methode voor muziekonderzoek kiezen of ontwikkelen en toepassen

• kan een werkproces organiseren en houdt daarbij op korte en lange termijn rekening met de voorwaarden om het creatieve werkproces mogelijk te maken
• kiest of ontwikkelt technieken en methoden voor onderzoek in muziekinstrumentenbouw
• documenteert en archiveert zijn werk
• gaat indien nodig samenwerkingsverbanden aan met anderen

Groei- en ontplooiingsmogelijkheden
De student heeft de attitude om zich steeds diepgaander als kunstenaar/ instrumentenbouwer te ontplooien

• kan rekening houden met de eisen en verwachtingen van opdrachtgevers
• vergelijkt eigen intenties met de perceptie van uitvoerende musici, opdrachtgevers
• kan omgaan met en is desgevallend weerbaar voor kritiek van externen


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::


Studiekosten
verplaatsingen

Studiebegeleiding
coördinator, mentor

Onderwijsvormen
Begeleid zelfstandig werk

Evaluatievorm
evaluatie van portfolio

OP-leden
Coördinator: Jan Boon