Trefwoorden
h820-muziek-instrument
Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Groot ensemble beoogt de cognitieve, affectieve en psychomotorische doelen van deze specialisatie te realiseren in samenwerkingsverband.
Concreet betekent dit dat de student leert musiceren in een grote ensembles zoals symfonisch orkest, strijkorkest, hafabra.
Hij leert tijdens sectierepetities hoe hij zijn eigen spel kan inpassen in zijn eigen orkestsectie, en hij leert tijdens de tutti- repetities om zich te handhaven in het ganse orkest. Dit is een langetermijnproces en wordt daarom verdergezet tijdens de master
Leerinhoud
De organisatie.
De producties worden bij aanvang van het academiejaar kenbaar gemaakt.
De studenten worden zo ruim mogelijk op voorhand op de hoogte gesteld aan welke producties zij dienen mee te werken.
De producties:
- producties met Strijkorkest (een of twee)
- producties met hafabra-orkest (een of twee)
- producties symfonisch orkest (wordt per jaar gepland)
- producties in samenwerking met de conservatoria van Tilburg en Maastricht.(een)
Mogelijks worden ook projecten opgezet met gitarenorkest en klarinet - choir. Deze behoren niet tot de vaste producties.
Tijdens de wekelijkse repetities van twee uren worden deze producties ingestudeerd.
Ze worden in concert gebracht diverse locaties binnen en buiten het departement.
Alle studenten die voor medewerking aan deze producties in aanmerking komen dienen zich hier voor ter beschikking te houden, ook tijdens vakantieperiodes.
De inhoud.
De leerinhoud is thematisch geordend in functie van de geplande producties.
Bij de repertoirekeuze wordt er naar gestreefd de studenten vertrouwd te maken met de verschillende stijlperiodes die mogelijk zijn voor de orkestbezetting. Er wordt ruim aandacht besteed aan het hedendaagse repertoire. Ook de Belgische/Vlaamse componisten worden in de programmatie opgenomen.
Onder bepaalde voorwaarden worden ook korte werken van compositiestudenten uitgevoerd.
Het repertoire wordt door de docenten gekozen in overleg met de directie en rekening houdend met de context waarin de concerten plaatsvinden.
Begincompetenties
Slagen in toelatingsproef
Eindcompetenties
Groei- en ontplooiingsmogelijkheden
De student heeft de attitude om zich steeds diepgaander als musicus te ontplooien
• Is gemotiveerd om de speeltechniek steeds verder te ontwikkelen en is gedreven om het muzikaal inlevingsvermogen verder te verfijnen
• Kan omgaan met de stress bij de uitvoering
• kan rekening houden met de eisen en verwachtingen van opdrachtgevers
• vergelijkt eigen intenties met de perceptie van publiek, gebruikers, opdrachtgevers…
• heeft inzicht en vertrouwen in de eigen mogelijkheden tot de verdere ontplooiing als zelfstandig musicus
• kan omgaan met en is desgevallend weerbaar tegen kritiek van externen ( opdrachtgevers, muziekrecensenten…)
Samenwerkingscompetenties
De student kan een wezenlijke artistieke bijdrage leveren aan het muzikale groepsproces
• Werkt efficiënt samen met andere musici, zowel in ensemble- of in orkestverband
• kan rekening te houden met de eisen, (impliciete) verwachtingen en relevante opmerkingen van opdrachtgevers
• toont openheid, begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
• kan met anderen samenwerken, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang
is
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Het speelmateriaal wordt door het conservatorium ter beschikking gesteld.
Studiekosten
nihil
Studiebegeleiding
voortgangsgesprekken
Onderwijsvormen
Repetitiesessies
Concerten intra muros
Concerten extra muros
Evaluatievorm
Permanente evaluatie op basis van de prestaties en aanwezigheid tijdens repetities en
concerten
OP-leden
Brossé Dirk / Marc De Smet / Wim Belaen / gastdirigenten
|
|
