Trefwoorden
H003, H390, Onderzoek in de kunsten, theater, bronnen, probleemstelling, theoretische reflectie, artistieke en theoretische contextualisering
Doelstellingen
Dit vak is verbonden aan het kernopleidingsonderdeel, nl de masterproef.
De student moet in staat zijn tot theoretische reflectie op zijn masterproef. Het is de bedoeling dat de student zelfstandig een dramaproject uitwerkt en dat hij over zijn keuzes theoretisch kan reflecteren. Met andere woorden, dat hij zijn artistiek werk kan plaatsen binnen een multidisciplinair theoretisch kader. Op die manier ontwikkelt hij een eigen taal waarmee hij zijn artistiek werk kan duiden voor een publiek van specialisten en leken.
Leerinhoud
De student leert op een analytische, reflexieve manier omgaan met de bronnen die hij hanteert in zijn creatieproces. Op die manier is hij in staat om zijn artistiek werk onder andere vanuit een theoretisch standpunt te plaatsen.
Begincompetenties
De student is in staat om op een wetenschappelijke manier om te gaan met bronnen. Hij kan zelfstandig een onderzoek opzetten en zijn reflecties erover ondubbelzinnig communiceren (eindcompetenties: Onderzoek en theater 1, theatergeschiedenis, tekstanalyse, literatuur)
Eindcompetenties
Algemeen: De student is in staat om zijn artistiek werk zowel theoretisch als artistiek te plaatsen binnen een multidisciplinair kader en daarover te reflecteren.
- de student is in staat om in een eigen taal, op een kritische manier te reflecteren over zijn artistiek werk.
- de student is in staat om ondubbelzinnig te communiceren over de complexiteit van zijn eigen artistiek onderzoek en werk.
- De student kan zichzelf en zijn artistiek werk plaatsen, zowel binnen het theater/performancelandschap als binnen de hedendaagse maatschappij/cultuur. (multidisciplinaire benadering)
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- vakliteratuur drama
- boeken (over theater, cultuur analyse, kunst…) afhankelijk van hun onderzoek
Studiekosten
Studiebegeleiding
individueel op afspraak bij docent
Onderwijsvormen
Werkcollege
Individuele begeleiding
Evaluatievorm
Schriftelijke opdracht (eigen onderzoek),
Mondeling examen
Evaluatie door een jury, bestaande uit de promotor, de titularis, de co-titularis, zes docenten - op. leden, twee externe specialisten en twee externe leken. Er wordt nagegaan of de competenties zijn verworven, er wordt een eindcijfer gegeven op 20. als er geen consensus wordt bereikt, neemt de titularis de eindbeslissing op basis van een niet mathematisch gemiddelde.
OP-leden
Katrien Vuylsteke Vanfleteren
|
|
