RUIMTELIJKE ORDENING
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: milieumanagement
Hoorcollege [A] 37.5
Werkcollege [B] 25.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 25.0
Totale studietijd [D] 175.0
Studiepunten [E] 7
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Frederique Verhaeghe
Referentie RCBMGI02A00003
 
Trefwoorden
Ruimtelijke ordening, Milieurecht, Mobiliteit, IWETO-codes: S120 Milieurecht, A240 Stedenbouw en ruimtelijke ordening, T260 planologie

Doelstellingen
Partim ruimtelijke ordening en mobiliteit
Je verwerft een grondige kennis van de terminologie, de begrippen en de processen van de stedenbouw en ruimtelijke ordening.
Je leert de problematiek van het ordenen van de open ruimte s.l. tijdig herkennen, ze correct te omschrijven, ondubbelzinnig te benoemen en adviezen te formuleren.
Je kritische geest wordt geoefend tijdens de uitgebreide en gevarieerde terreinverkenning.

Partim wetgeving
Je leert inzicht verwerven in de wetgeving die de ruimtelijke ordening beheerst.
Je kan determineren of een bouwproject in aanmerking komt voor een stedenbouwkundige vergunning.
Je leert de implicatie van stedenbouwkundige voorschriften op de milieuvergunningsaanvraag inschatten.
Je leert opzoeken in de milieucodex (luik ruimtelijke ordening).

Partim GIS
Je leert GIS-data raadplegen op het internet.
Je leert werken met een desktop GIS-programma

Partimoverschrijdende opdracht
Integratie van de hierboven vermelde doelstellingen.

Leerinhoud
Partim ruimtelijke ordening en mobiliteit
  1. Terminologie i.v.m. ruimtelijke ordening en stedenbouw
  2. Vestigingsproblematiek
  3. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
  4. Ruimtelijke stedelijke structuren en stedenhiërarchie
  5. De opbouw van de stad
  6. Stadsvernieuwing
  7. De overgangszone tussen stedelijk gebied en buitengebied
  8. Het buitengebied
  9. Mobiliteit
  10. Terreinverkenning (Gentse agglomeratie)
Partim wetgeving
  1. INLEIDING
    1.1 Situering van het ruimtelijk ordeningsrecht
    1.2 Historiek van de wetgeving op de ruimtelijke ordening en stedenbouw
    1.3 Het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening
    1.4 De inleidende bepalingen van het decreet
  2. DE RUIMTELIJKE PLANNING
    2.1 Algemeen
    2.2 De ruimtelijke structuurplannen
    2.3 De ruimtelijke uitvoeringsplannen
    2.4 De verordeningen
    2.5 Het grondbeleidsplan
    2.6 Instrumenten ter verwezenlijking van de ruimtelijke planning
    2.7 Schade en baten ingevolge ruimtelijke planning
    2.8 De bestaande plannen van aanleg - overgangsbepalingen
    2.9 GIS-Vlaanderen
  3. DE VERGUNNINGEN
    3.1 Het plannenregister en het vergunningenregister
    3.2 De stedenbouwkundige vergunning
    3.3 De verkavelingsvergunning
    3.4 Rechtspraak in verband met vergunningen
  4. INFORMATIEVERPLICHTINGEN
    4.1 Algemene informatieverstrekking
    4.2 Het stedenbouwkundig uittreksel en attest
    4.3 Informatieplicht van de instrumenterende ambtenaar
    4.4 Informatieplicht met betrekking tot overeenkomsten
    4.5 Informatieplicht met betrekking tot publiciteit
  5. BELASTING OP NIET BEBOUWDE PERCELEN
  6. GROND- EN PANDENBELEID
    6.1 Algemeen
    6.2 De tegemoetkoming voor verwerving
    6.3 Tegemoetkoming tot actualisering van de inventaris van onbebouwde percelen
    6.4 Tegemoetkoming ter voorbereiding van een grond- en pandenbank
    6.5 Tegemoetkoming voor herverkavelingsinitiatieven
  7. STADS- EN DORPSHERWAARDERING
    7.1 Algemeen - overzicht van de maatregelen
    7.2 Betoelaging van werken aan het openbaar domein die de verbetering van de woonomgeving beogen
    7.3 Stadsvernieuwingsprojecten
    7.4 Bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
    7.5 Opeisingsrecht van verlaten gebouwen
    7.6 Het sociaal impulsfonds en de belasting op leegstand en verkrotting
Partim GIS

Algemene inleiding GIS
  • Verschillen tussen een algemeen database-systeem en een GIS-systeem
  • Indeling en voorbeelden van GIS-software
  • Geo-data: raster en vectordata
  • Nauwkeurigheid van GIS-systemen
  • Gebruik GIS-websites
Gebruik van een desktop GIS-pakket (Geomedia van Intergraph)
  • Kennismaking met de werkomgeving: de geoworkspace, de coördinaatsystemen, de gebruikersinstellingen
  • De verbindingen: de formaten van de geo-databanken
  • Het gebruik van de legende (stijl, schaalafhankelijkheid, selecteerbaarheid)
  • De weergave van alfanumerieke gegevens
  • De dynamische interactie tussen alfanumerieke tabellen en kaartgegevens
  • De analyses: aanmaken van een thematische kaart, het uitvoeren van ruimtelijke en alfanumerische bevragingen, aanmaken van bufferzones, aanmaken van labels (statische en dynamische), joins, geocodering van punten.
  • Werken met warehouses: aanmaken, importeren en exporteren van data.
Partimoverschrijdende opdracht:
Er wordt een opdracht gegeven, die in groep wordt uitgewerkt en gepresenteerd.

Begincompetenties
Partim ruimtelijke ordening en mobiliteit
Noties van de ruimtelijke configuratie (mentale kaarten) in Vlaanderen en in België.

Partim wetgeving
Inzicht hebben in de opbouw van de milieuwetgeving.
Het milieurecht kunnen situeren in het geheel van het milieubeleid en in het geheel van het Belgische objectieve recht.
Inzicht hebben in de methodiek en het begrippenarsenaal van het milieurecht.
Weten welke overheidsinstanties betrokken zijn bij het voeren van het milieubeleid in Vlaanderen.

Partim GIS
Basiscomputervaardigheden, basiskennis databasebeheer en basiskennis cartografie.

Eindcompetenties
Partim Ruimtelijke ordening en mobiliteit
  1. De student kan omgaan met informatie
    Indicatoren:
    • de student kan zich bedienen van indicatoren noodzakelijk voor het opmaken van een ruimtelijk beleid
    • de student kan cartografische ruimtelijke informatie interpreteren
  2. De student kan advies verlenen bij het opstellen van een mobiliteitsplan
    Indicatoren:
    • de student kent de principes van een werkzaam mobiliteitsplan
    • de student kan de mobiliteitsproblematiek van een gemeente en van een bedrijf correct inschatten en evalueren
  3. De student heeft inzicht in de stedelijke ruimtelijke ordeningsproblematiek
    Indicatoren:
    • de student kan de impact van het RSV op het terrein illustreren
    • de student beheerst de terminologie van stadsvernieuwing s.l.
    • de student kan stedenbouwkundige realisaties s.l. kritisch evalueren
Partim Wetgeving
  1. De student kan omgaan met informatie
    Indicatoren:
    • de student kan wetgeving rond ruimtelijke ordening opzoeken
  2. De student heeft inzicht in de ruimtelijke ordeningswetgeving
    Indicatoren:
    • de student kan bestemmingsplannen hanteren
    • de student kan wetgeving en bodembestemmingen correct interpreteren
    • de student weet welke de implicaties van zonevreemdheid zijn en kan een zonevreemd bedrijf hieromtrent adviseren
  3. De student kan advies verlenen of een stedenbouwkundige vergunning noodzakelijk is
    Indicatoren:
    • de student kan een concreet geval toetsen aan de toepasselijke wetgeving en determineren of een vergunning vereist is
    • de student heeft inzicht in de procedure tot aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning

Partim GIS
  1. De student kan vlot GIS-data raadplegen via het Internet
    Indicatoren:
    • de student kent het verschil tussen web-based en desktop GIS-toepassingen.
    • de student kent de opbouw van de voornaamste Belgische GIS-websites en kan deze websites vlot gebruiken
  2. De student kan op het niveau van een eindgebruiker werken met een desktop GIS-programma (nl. GeoMedia Professional van Intergraph)
    Indicatoren:
    • de student kent de termen en begrippen die nodig zijn om een ‘desktop’ gis-pakket te kunnen gebruiken: vector point-line-polygon representatie, georefereren, ESRI shapefile, schaalafhankelijkheid, …
    • de student kent de werkomgeving van GeoMedia: o.a. instellen coördinaatsysteem
    • de student kan vlot werken met GeoMedia: o.a. attribuut en ruimtelijke query's maken, labels invoegen, thematische kaarten maken
    • de student kan geo-data afkomstig van verschillende bronnen integreren op één kaart
Partimoverschrijdende opdracht (case)
  1. De student kan informatie vergaren en behandelen
    Indicatoren:
    • de student herkent en signaleert belangrijke informatie in een informatierijke omgeving
    • de student kan deze informatie op een ordentelijke manier verwerken in een rapport
  2. De student kan plannen, organiseren en werk structureren
    Indicatoren:
    • de student kan de case op een systematische manier afwerken binnen de gegeven tijd
  3. De student kan in team werken
    Indicatoren:
    • de student komt afspraken na
    • de student neemt initiatieven en organiseert
    • de student is assertief
    • de student heeft een positieve inbreng in de groep
    • de student voorkomt conflicten of tracht deze op te lossen


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Partim ruimtelijke ordening en mobiliteit
Syllabus "Ruimtelijke ordening, vestigings- en mobiliteitsproblematiek" te bekomen via de cursusdienst van de Hogeschool Gent.
Publicaties van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AROHM.

Hand-outs van ppt-presentaties aangeboden via de elektronische leeromgeving.
Partim wetgeving
Syllabus "Ruimtelijk ordeningsrecht" te bekomen via de cursusdienst.

Partim GIS
Syllabus aangeboden via de electronische leeromgeving.
GIS - pakket
Computer (er is een computerlokaal ter beschikking)

Studiekosten
Partim ruimtelijke ordening en mobiliteit
Syllabus: ca 150 bladzijden aan de gangbare prijs bepaald door de hogeschool.
De excursies gebeuren per fiets .
Mogelijk is een bescheiden bedrag nodig voor het bezoek van een tentoonstelling of voor het bijwonen van voordrachten.
Eventuele kosten verbonden aan publicaties van heet Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (meestal gratis).

Partim wetgeving
Syllabus: ca 115 bladzijden aan de gangbare prijs bepaald door de hogeschool.

Partim GIS
Losse kopies aan de gangbare prijs bepaald door de hogeschool (ca. 20 pagina's).

Studiebegeleiding
Individuele studieproblemen kunnen altijd worden besproken met de titularis.

Onderwijsvormen
Partim ruimtelijke ordening en mobiliteit
  • Hoorcollege en leergesprek, met gebruik van de meest moderne hulpmiddelen (computer + beamer, overhead, dvd, video, …)
  • Terreinverkenningen per fiets.
  • Gastspreker(s).
Partim wetgeving
  • Hoorcollege en leergesprek, met presentatie op slide
  • Begeleide oefeningen
  • Werken met wetteksten
  • Er is aandacht voor begeleid zelfstandig leren: de studenten krijgen oefeningen die ze in groep dienen op te lossen, de oplossing wordt t.a.v. de lector verdedigd en geargumenteerd.
Partim GIS
  • Via leergesprek en interactie
  • Coachen bij het maken van oefeningen
Partimoverschrijdende opdracht met presentatie

Evaluatievorm
Diplomacontract - Creditcontract

Eindbeoordeling:
  • Partim Ruimtelijke ordening en mobiliteit: 30% van het totaal aantal punten
  • Partim Wetgeving: 30 % van het totaal aantal punten
  • Partim GIS: 10% van het totaal aantal punten
  • Partimoverschrijdende opdracht: 30 % van het totaal aantal punten
Partim Ruimtelijke ordening en mobiliteit:
  • Eerste examenzittijd: schriftelijk open boek examen, elektronisch in te dienen
  • Tweede examenzittijd: schriftelijk open boek examen, elektronisch in te dienen
Partim Wetgeving:
  • Eerste examenzittijd: schriftelijk examen
  • Tweede examenzittijd: schriftelijk examen
Partim GIS:
  • Eerste examenzittijd: permanente evaluatie
  • Tweede examenzittijd: examen op computer
Partimoverschrijdende opdracht:
  • Eerste examenzittijd: permanente evaluatie (groepswerk en presentatie)
  • Tweede examenzittijd: nieuwe individuele opdracht


Examencontract
De student moet voor dit opleidingsonderdeel verplicht deelnemen aan de onderwijsactiviteiten.
De student is verplicht om voor dit opleidingsonderdeel een inschrijving met een diplomacontract te nemen.
  • Eerste examenzittijd: zie diplomacontract - creditcontract
  • Tweede examenzittijd: zie diplomacontract - creditcontract

Opleidingsonderdeel met partims

  • Indien een student afwezig is op 1 partim, krijgt hij de vermelding “afwezig” voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Bij consensus tussen de betrokken lesgevers kan een student die voor een partim minder haalt dan 6 op 20, voor het opleidingsonderdeel maximaal 9 op 20 toegekend krijgen, ongeacht het gewogen gemiddelde.
  • De niet-geslaagde student die in de eerste examenzittijd minstens 10/20 haalde voor 1 van de partims, is niet verplicht over dit partim opnieuw examen af te leggen in de tweede examenzittijd van hetzelfde academiejaar.
    Hij dient echter wel examen af te leggen over ieder partim waarvoor hij minder dan 10 op 20 haalde; zoniet krijgt hij de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
  • Een partimcijfer wordt niet overgedragen naar een volgend academiejaar.


OP-leden
Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
  • Danny Schepens
  • Dirk Vermeulen
  • Patricius Lauwaerts