STAGE
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor na Bachelor - Toegepaste fiscaliteit
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 390.0
Totale studietijd [D] 390.0
Studiepunten [E] 13
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? niet toegelaten
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Christine Vanheuverzwijn
Referentie ROTFIS01A00012
 
Trefwoorden
Stage, IWETO-code: s141 Fiscaal-recht

Doelstellingen
De stage moet de student de kans bieden kennis te maken met de beroepspraktijk van de fiscalist/fiscaal raadgever in het bedrijfsleven. Kennis, vaardigheden en attitudes bijgebracht in de Bachelor na Bachelor-opleiding krijgen een praktische toetsing in het werkveld en worden er tevens verder ontwikkeld.
Vooral de algemeen en specifieke beroepsgerichte competenties zullen in de stage verder ontwikkeld worden:
  • uitdiepen van de theoretische kennis
  • vaardigheden op het vlak van interpersoonlijke relaties, teamworking, omgaan met informatie, omgaan met taken, persoonlijke functioneren, redeneervaardigheid, en administratieve vaardigheden
  • attitudes zoals accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, doorzettingsvermogen, kritische ingesteldheid,resultaatgerichtheid, respecteren van de eis tot vertrouwelijkheid inzake gegevens, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking, assertiviteit,...
De duur van deze stage is voldoende lang opdat de student zich volledig zou kunnen inleven in zijn werksituatie.

Leerinhoud
De stage duurt 10 weken (periode: april tot juni).
De stage kan plaatshebben in een accountants- of boekhoudkantoor, revisorenkantoor, in een fiscale administratie of in de fiscale afdeling van een bedrijf. Tijdens deze periode zal de student zelfstandig werken en meehelpen in het kantoor of het bedrijf op het vlak van bijvoorbeeld het voorbereiden aangiftes personenbelasting en vennootschapsbelasting, BTW-administratie, fiscale dossiers,…

De student houdt een stagelogboek bij dat een beknopte beschrijving bevat van de stageactiviteiten gedurende de ganse stageperiode en een korte persoonlijke evaluatie. De student houdt steeds een kladversie van het stagelogboek bij zodat hij/zij steeds aan de stagebegeleider een indruk kan geven van de stagetaken. De student geeft 1 exemplaar van het stagelogboek na verloop van de stage af aan de stagebegeleider.

Begincompetenties
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de vooropleiding en in de andere opleidingsonderdelen uit deze opleiding.

Eindcompetenties
  1. Kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving.
    Indicatoren:
    • Beheerst vlot de meest courante softwarepakketten (bv. Word, Excel,…)
    • Heeft logisch en kritisch inzicht in boekhoudkundige verwerking en boekhoudwetgeving
    • Kan vlot en zelfstandig de fiscale wetgeving toepassen, fiscale dossiers beheren en fiscale aangiften invullen
    • Leeft consistent deontologische normen van het beroep (of de opdracht) na
  2. Kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken, gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken, eventuele hiaten in deze informatie onderkennen.
    Indicatoren:
    • Leert snel nieuwe dingen bij
    • Begrijpt snel informatie die wordt gegeven
    • Ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier
    • Heeft niet veel uitleg nodig om de opdracht van een taak te begrijpen
    • Neemt veel informatie op in een beperkte tijdspanne
    • Gaat creatief om met de informatie die hij krijgt
  3. Kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd.
    Indicatoren:
    • Plant eigen werk op een efficiënte wijze
    • Maakt vooraf een planning op van het werk dat moet gebeuren
    • Overdenkt vooraf hoe hij iets zal aanpakken
    • Werkt op een overzichtelijke manier taken af
    • Werkt alle taken op tijd af
    • Weet welke taken prioritair zijn en welke minder
  4. Kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren.
    Indicatoren:
    • Neemt op eigen initiatief taken op zich
    • Trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem
    • Overweegt diverse mogelijkheden als oplossing voor een probleem
    • Weet de best passende oplossing te kiezen
    • Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden
    • Zoekt zelfstandig naar een oplossing
  5. Kan groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen.
    Indicatoren:
    • Weet zich te integreren in de groep
    • Stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen
    • Brengt de eigen ideeën in de groep
    • Identificeert zich met de groepsbelangen
    • Stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen
    • Werkt constructief samen met anderen
  6. Kan (interne of externe) klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces. Hen steeds op de eerste plaats stellen door de klanten een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
    Indicatoren:
    • Stelt zich professioneel op ten aanzien van derden
    • Leeft zich in, in de problemen van klanten
    • Heeft een constructieve bijdrage voor het imago van de organisatie
    • Stelt klanten steeds op de eerste plaats
    • Geeft een optimale service aan de klanten
    • Biedt klanten een toegevoegde waarde door zijn inbreng
  7. Wil zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijft doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid.
    Indicatoren:
    • Geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren
    • Houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken
    • Levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid
    • Blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie
    • Herstelt fouten op spontane wijze
    • Demonstreert het nodige zelfvertrouwen
  8. Kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Stage- en informatiebrochures

Studiekosten
Verplaatsingskosten naar het stagebedrijf
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de student.

Studiebegeleiding
Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en stagementor (bedrijf)

Onderwijsvormen
Stage
Het stagebedrijf bepaalt de voertaal.

Evaluatievorm
Diplomacontract
  • Eerste examenzittijd:
    De quotering voor het presteren tijdens de stageperiode gebeurt door de stagebegeleider op basis van bevindingen van stagebegeleider en het advies van de stagementor van het bedrijf.
  • Tweede examenzittijd:
    Geen nieuwe evaluatie. De quotering voor het presteren in de stageperiode wordt meegenomen naar de tweede examenzittijd.

Geen inschrijvingen met Creditcontract of Examencontract


OP-leden
Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
  • François Hélène