Trefwoorden Personen met een verstandelijke beperking.
Doelstellingen Het opleidingsonderdeel Personen met een verstandelijke beperking biedt vanuit een methodisch kader praktische handvatten aan om tijdens de stage met personen met een verstandelijke beperking te kunnen werken. Het beoogt de studenten kennis te laten maken met de beeldvorming, hulpvragen, organisatie van behandeling en begeleiding, juridische achtergronden, beleid en hulpverleningsmodellen bij de besproken doelgroepen. Daarnaast wil het de studenten ook bewust maken van specifieke aandachtspunten aangaande de begeleiding en behandeling van deze cliënten.
De keuze voor dit opleidingsonderdeel kan aansluiten bij de doelgroep van de stage. Het opleidingsonderdeel ondersteunt de eventuele integratie van de behandelde inhouden in stage-ervaringen en in het toekomstig professioneel handelen in het werkveld.
Dit opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
-1. Vanuit een professionele houding een antwoord op maat geven, verbaal en non-verbaal, aan de hulpvraag van de cliënt.
Deelcompetentie:
- Onderbouwde keuzes m.b.t. het vraaggestuurd inzetten van dienst- en hulpverlening kunnen
maken.
-2. Organiseren en begeleiden van processen (verzorging, begeleiding en behandeling) m.b.t. het dagelijkse leven.
Deelcompetentie:
- Ontwikkelen, ondersteunen en/of verbreden van competenties m.b.t. zelfzorg, wonen, sociale
vaardigheden, maatschappelijke redzaamheid, zelfbepaling, gezondheid en veiligheid, leren,
vrije tijd en werken.
Algemene competentie
Algemene (generieke) competentie
-3. Vanuit een betrokkenheid, projectmatig en methodisch op een creatieve en divergente wijze oplossingen tot stand brengen voor vraagstukken uit de beroepspraktijk.
Er kan voor dit opleidingsonderdeel gekozen worden in modeltraject 2 of in modeltraject 3 (keuzelijst 1). Het kan een voorbereiding betekenen op de stages. Het sluit aan bij inhouden uit de opleidingsonderdelen Orthopedagogiek 1 en/of Orthopedagogiek 2 (modeltraject 1) en biedt de studenten mogelijke ankerpunten om de stages aan te vatten.
Leerinhoud In het opleidingsonderdeel wordt de orthopedagogische doelgroep Personen met een verstandelijke beperking behandeld.
Volgende inhouden kunnen hierbij aan bod komen:
Praktische implicaties van beleid en wetgeving met betrekking tot de doelgroep waaronder:
- Wettelijke regelgeving met betrekking tot verlengde minderjarigheid en voorlopige bewindvoering;
- Beleidslijnen vanuit het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap zoals zorggradatie, persoonsgebonden budget, trajectbegeleiding en diensten en voorzieningen (overzicht werkveld) daaraan gelieerd;
- Rechten en plichten van de begeleider bij probleemgedrag.
Theoretische kaders
- Algemeen kader: mensenrechtenbeweging en repercussies voor het werkveld.
- Terminologie met betrekking tot cliënt en begeleider;
- Evoluties in de visie op, zorg voor en begeleiding van de doelgroep:
- Het paradigma ‘Quality of Life’ (gebaseerd op O’Brien en Shalock) met krachtlijnen zoals
zelfbepaling, community supporting en vraaggestuurd werken;
- Invloed van het nieuwe paradigma op niveau van de cliënt/ begeleider (micro-niveau),
organisatie (meso-niveau) en samenleving/beleid (macro-niveau);
- Ondersteuning op diverse leefdomeinen met het oog op het bevorderen van de kwaliteit van bestaan, rekeninghoudend met de specifieke ondersteuningsvraag van de cliënt.
Methodieken (inclusief ondersteunend materiaal) met betrekking tot:
- Ondersteuning van het welbevinden op diverse levensdomeinen met ondermeer werken, zinvolle activiteiten, wonen, keuzes maken, communicatie, uitbouwen/onderhouden van sociale netwerken.
Begincompetenties De studenten kunnen gebruik maken van de inhouden uit de opleidingsonderdelen van:
Modeltraject 1
Orthopedagogiek 1;
Orthopedagogiek 2.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsprofiel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Omschrijven op correcte en kritische wijze de juridische positie, het beleid, de hulpvragen en de gehanteerde hulpverleningsmodellen m.b.t. de doelgroep;
- Bespreken op kritische wijze belangrijke evoluties in de zorg voor en begeleiding van de doelgroep, met aandacht voor hedendaagse tendensen als zelfbepaling en vraaggestuurd / vraaggericht werken.
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Vormen zich op systematische wijze en – indien relevant en mogelijk – door gebruik te maken van aangepaste instrumenten een beeld over de hulpvragen en mogelijke aangrijpingspunten voor behandeling (voor zover haalbaar) in samenspraak met de cliënt;
- Hanteren correct de aangebrachte methodieken bij concrete casussen en/of andere vraagstukken betreffende één van de besproken doelgroepen (mogelijks in functie van de eigen stage).
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Boek: De begeleider als bruggenbouwer (2007). Vera Van Hove. WIEV Sint-Amandsberg;
Casusmateriaal (zoals video, uitgeschreven gevalsstudies, etc.);
Opdrachtformat (handleiding met richtlijnen rond het zelfstandig werk) terug te vinden op Dokeos;
Lidmaatschap van de bibliotheek (vakliteratuur).
Studiekosten De kostprijs wordt geraamd op ongeveer 25 euro.
Studiebegeleiding De lector biedt begeleiding tijdens de lessen en werkcolleges;
Daarnaast is de lector bereikbaar na afspraak;
Via de elektronische leeromgeving worden slides, aanvullende informatie en voorbeeld- examenvragen aan de studenten bezorgd.
Contactgegevens: zie item OP-leden.
Onderwijsvormen Gezien het opleidingsonderdeel competenties beoogt op verschillende niveaus (weten, inzien en toepassen) worden verschillende onderwijsvormen gebruikt.
Theoretische lessen:
Het nieuwe paradigma van Quality of Life wordt uitvoerig toegelicht met focus op de repercussies die zich zowel op micro-, als meso- en macrovlak situeren.
Via (interactieve) hoorcolleges aangevuld met discussies en kleine groepsopdrachten worden de grote krachtlijnen op een praktijkgerichte wijze aangeboden.
Werkcolleges:
Het nieuwe paradigma wordt toegepast op diverse levensdomeinen nadat de studenten een bondige inleiding krijgen met betrekking tot het thema.
De studenten werken aan de hand van een casus een specifiek thema uit onder begeleiding van de lector.
Op regelmatige tijdstippen is coaching voorzien tijdens de lesuren.
Het groepswerk gecombineerd met een individueel reflectieopdracht leidt tot een reflectie-, introspectie- en argumentatieverslag.
Elke groep voorziet een korte presentatie van het ondersteunend materiaal en bezorgt een verbeterde paper ten behoeve van de medestudenten.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen staat op 80 % (16/20) van de totale beoordeling.
Het examen richt zich op de volledige leerinhoud van dit opleidingsonderdeel met inbegrip van de groepsopdrachten. Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd. De vragen zijn open vragen, standpuntvragen en case-vragen.
Permanente evaluatie met groepsopdracht staat op 20 % (4/20) van de totale beoordeling.
Deze taak wordt afgegeven na de stage en maakt – voor zover mogelijk – gebruik van de in de stage opgebouwde kennis, inzichten en vaardigheden (cfr. opdrachtformat).
Bij gewettigde afwezigheid wordt een individuele vervangopdracht gegeven.
Tweede zittijd
In tweede zittijd wordt een gelijkaardig schriftelijk examen voorzien. De permanente evaluatie wordt in de tweede zittijd vervangen door een extra vraag met betrekking tot de leerstof van dit opleidingsonderdeel.
OP-leden Vera Van Hove (vera.vanhove@hogent.be)
|
|