Trefwoorden Deontologie.
Doelstellingen Een professionele Bachelor in de Orthopedagogie moet inzicht hebben in de specifieke deontologische facetten van het werkveld en van hulpverlening, opvoeding en begeleiding. Hij moet zich bewust zijn van de eigen waarden en normen en de invloed ervan op zijn handelen. Bovendien moet hij in staat zijn om maatschappelijke, sociale en persoonlijke factoren in te schatten met betrekking tot hulpverlening en professioneel handelen. Vanuit een gediversifieerd denken moet hij deontologische situaties kunnen analyseren en een aanzet maken tot een persoonlijk standpunt. Het is belangrijk dat de studenten komen tot een basishouding van levenslang gericht zijn op het maken van deontologische reflecties.
Dit opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
-1. Vanuit zijn eigenheid, en theoretisch ondersteund, op een kritische, communicatieve en creatieve manier professioneel handelen;
-2. Vanuit een professionele houding een antwoord op maat geven, verbaal en non-verbaal, aan de hulpvraag van de cliënt (psychosociaal begeleider).
Deelcompetentie:
- De belangen en rechten, in samenspraak met de cliënt, behartigen en ondersteunen.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
-3. Begrip en betrokkenheid ontwikkelen m.b.t. ethische, normatieve en maatschappelijke vraagstukken, samenhangend met de beroepspraktijk.
Deelcompetenties:
- De invloed van waarden- en normenpatronen onderkennen in het orthoagogische handelen
en het effect ervan kunnen toetsen;
- Ethische kaders integreren als professionele basishouding;
- Een deontologisch standpunt innemen rond maatschappelijke thema’s vanuit de profilering
en de legitimering van het beroep.
Algemene (generieke) competenties
-4. Correct en gediversifieerd redeneren;
-5. Kritisch reflecteren op het functioneren.
Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij opleidingsonderdelen waarin filosofische en ethische inhouden centraal staan, in de eerste plaats op het opleidingsonderdeel Ethische kaders uit de Orthopedagogiek uit modeltraject 2. Ethische kaders die binnen dat opleidingsonderdeel zijn aangebracht worden naar het werkveld toe uitgediept. Vanzelfsprekend kan Deontologie niet zonder inzichten in orthopedagogische methoden en benaderingswijzen. Doordat binnen Deontologie facetten zoals zelfkennis, communicatie binnen een team, methoden van opvoeding en dergelijke centraal staan, sluit dit opleidingsonderdeel ook aan bij de psychopedagogische opleidingsonderdelen. Ook maatschappelijke trends hebben invloed op deontologische topics vandaar dat er ook verwijzingen zijn naar sociologisch getinte opleidingsonderdelen. Tenslotte dienen enkele specifieke onderwerpen uit de opleidingsonderdelen Recht bij Deontologie soms als referentiekader.
Aangezien Deontologie deze ruime waaier aan onderwerpen verdiept, wordt het opgenomen in modeltraject 3.
Leerinhoud - Deontologische facetten van de taak en beroepshouding van een opvoeder;
- Rechten en plichten in het kader van de uitoefening van het beroep;
- Deontologische facetten van hulpverlening en begeleiding.
Deze inhouden worden gesitueerd tegenover persoonlijke, religieuze, maatschappelijke, juridische, organisatorische, e.a. kaders en tegenover de eigenheid van de cliënt en het cliënt-systeem.
- Gediversifieerde standpunten ten aanzien van concrete cases;
- Uitdiepen van thema's zoals bescherming van de persoonlijke levenssfeer, relatie hulpverlener-cliënt, zelfbeschikking, intimiteit en seksualiteit, leiding geven en macht, empowerment, e.d.
Begincompetenties Algemene orthopedagogische kennis, inzichten en vaardigheden.
Inzichten in algemene ethische waarden en normen.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ' doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Duiden correct deontologische problemen binnen het orthoagogisch werkveld;
- Kenschetsen inzichtelijk specifieke deontologische thema’s (intimiteit, participatie, privacy, zelfbeschikking, ...).
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Analyseren op een verantwoorde wijze deontologische probleemsituaties;
- Geven een aanzet tot een oplossing van ethische problemen en/of tot het nemen van een overwogen beslissing;
- Reflecteren kritisch op eigen standpunten en attitudes m.b.t. deontologische facetten binnen een orthoagogische context.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Een bundel met o.a. illustratief tekstmateriaal;
Aanvullend materiaal kan aangeboden worden via Dokeos;
Eigen bijdrage en resultaten van (groeps)opdrachten.
Studiekosten De kostprijs wordt beraamd op ongeveer € 12.
Studiebegeleiding Individueel- en groepsmonitoraat op vraag.
Onderwijsvormen Een keuze uit een gedifferentieerd aanbod aan werkvormen:
Hoorcolleges;
Vraag en antwoord;
Socratisch gesprek;
Discussie;
Illustraties;
Bespreking cases;
Workshops;
Persoonlijke bijdragen;
Verwerking tekstmateriaal;
(Groeps)opdrachten.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Het opleidingsonderdeel wordt op het einde van het semester afgesloten.
De score voor dit opleidingsonderdeel bestaat uit drie partims:
1. Schriftelijk examen (20 pt);
2. Groepstaak rond een deontologisch thema (20 pt);
3. Permanente evaluatie van de bijdragen tot workshops, contactmomenten en de persoonlijke bijdragen en verwerking (20 pt).
De totaliteit van de punten (60 pt) wordt herleid op 20 punten.
Er wordt geen credit verleend als de student minder dan 6 op 20 haalt voor één van de partims.
Er worden geen deelcredits toegekend.
Indien op één partim een score lager dan 6 op 20 wordt behaald, wordt deze score toegekend als eindscore van dit opleidingsonderdeel.
Indien op meerdere partims een score lager dan 6 op 20 wordt behaald, wordt de laagste score de eindscore voor het opleidingsonderdeel.
Tweede zittijd.
Een student die een onvoldoende haalt voor dit opleidingsonderdeel in de eerste zittijd, moet volbrengen voor een tweede zittijd:
1. Schriftelijk examen (10/20 pt);
2. Een individuele taak (10/20 pt).
De student dient binnen de vier dagen na de bekendmaking van de uitslagen zelf de taakomschrijving en een contactmoment aan te vragen bij de titularis via mail.
Na contact met de titularis moet de student voor het begin van de zomervakantie een ontwerp van zijn taak doormailen naar de titularis die goedkeuring en/of aanvullende richtlijnen geeft. De taak moet persoonlijk ingediend worden op een vastgelegde datum.
OP-leden Rudy Schellaert (rudy.schellaert@hogent.be)
|
|