Trefwoorden Inleiding tot het wetenschappelijk onderzoek in de Orthopedagogiek.
Doelstellingen De wisselwerking tussen theorie en praktijk is een belangrijk gegeven in het orthopedagogische werkveld. Meer en meer wordt aangestuurd op evidence-based practice. Van de studenten wordt dan ook verwacht dat hun handelen wetenschappelijk verankerd is vanuit een bekwaamheid om bewust, doelgericht, planmatig en systematisch te werken, met aandacht voor verschillende (wetenschappelijk onderbouwde) methodieken. Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten dan ook kennis te laten maken met orthopedagogisch wetenschappelijk onderzoek en de toepassing ervan in het werkveld. Binnen de wetenschappelijke ontwikkeling heeft de opvoeder-begeleider immers een specifieke rol. Zo is zijn handelen gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, past hij wetenschappelijke inzichten toe in zijn handelen en toetst hij op deze manier ook de bruikbaarheid van wetenschappelijke bevindingen in het concrete handelen.
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
-1. Op planmatige wijze en in samenspraak met de cliënt en/of andere hulpverleners het cyclische en regulatieve proces van het orthopedagogisch handelen vorm geven.
Deelcompetentie:
- In de orthopedagogische praktijk, het bijzondere van het gewone (h)erkennen.
Algemene competenties
Algemene(generieke) competenties
-2. Informatie zelfstandig en kritisch verwerven en verwerken.
Deelcompetenties:
- Relevante (nationale en internationale) informatie opzoeken, lokaliseren, analyseren,
ordenen en synthetiseren;
- Functioneel ICT-mogelijkheden hanteren.
-3. Inzichten toepassen van beschikbare (wetenschappelijke) theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken uit de praktijk en een bijdrage leveren aan bepaalde facetten van het onderzoek.
Deelcompetenties:
- Een eenvoudige probleemstelling opstellen, doelstellingen formuleren bij praktijkgericht
onderzoek en een onderzoeksmethode bepalen vanuit relevante theoretische kaders;
- Zelfstandig basistaken opnemen binnen een praktijkgericht onderzoek (zoals het afnemen
van interviews, een beschrijvende analyse uitvoeren op basis van verkregen data, …);
- Een tekst schrijven op basis van een aantal wetenschappelijke criteria waarbij er volgens de
geëigende referentiesystemen wordt geciteerd en gerefereerd.
Dit opleidingsonderdeel situeert zich in modeltraject 3 waarin gefocust wordt op de beroepsbekwaamheid van een (toekomstige) professionele Bachelor in de Orthopedagogie en sluit aan bij leerinhouden uit de opleidingsonderdelen Psychologie en Agogische vaardigheden en methoden (modeltraject 1). Tevens zijn er linken met de opleidingsonderdelen Orthopedagogische handelingsplanning en Orthopedagogische methoden en interventies (modeltraject 2). In modeltraject 3 heeft het opleidingsonderdeel een belangrijke link met het opleidingsonderdeel Bijzondere vraagstukken uit de Orthopedagogiek, waarin de studenten op een planmatige manier dienen te werken rond een vraag uit het orthopedagogische werkveld. Het opleidingsonderdeel is een voorbereiding op Stage 2 en het Afstudeerproject (modeltraject 3) en biedt de student handvatten om een bijdrage te leveren binnen verschillende fasen in het (praktijkgericht) onderzoek.
Leerinhoud De cursus bestaat uit twee delen: een theoretisch luik en een meer praktijkgericht luik.
In de theoretische lessen worden onder meer volgende thema’s aangereikt:
1. Verwetenschappelijking van de Orthopedagogiek: terminologie en begrippen, overzicht en typering van de verschillende onderzoeksfasen (probleemanalyse [met aandacht voor het opstellen van probleemstellingen], onderzoeksontwerp, dataverzameling, data-analyse, rapportage);
2. Overzicht van de 'grote' onderzoekstradities (kwalitatief vs. kwantitatief onderzoek);
3. Voorbeelden van (toegepast) wetenschappelijk onderzoek in de Orthopedagogiek;
4. Overzicht van verschillende stromingen in wetenschappelijk onderzoek en het belang hiervan voor het dagelijks handelen.
Daarnaast worden in de werkcolleges onder meer volgende onderzoeksfasen meer in detail uitgewerkt:
1. (Wetenschappelijke) literatuurverkenning, met een focus op het gebruik van wetenschappelijke databanken;
2. Keuze van dataverzamelingstechnieken;
3. Ontwikkeling van dataverzamelingstechnieken;
4. (Wetenschappelijke) rapportage (m.i.v. citeren en refereren).
Begincompetenties De studenten kunnen gebruik maken van de inhouden uit:
Modeltraject 1
Psychologie;
Agogische vaardigheden en methoden.
Modeltraject 2
Orthopedagogische handelingsplanning;
Orthopedagogische methoden en interventies.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Kenschetsen door een correcte definiëring en/of situering de verschillende begrippen, onderzoekscycli en onderzoeksparadigma’s en de verschillende vertegenwoordigers van de wetenschappelijke stromingen in de Orthopedagogiek (geesteswetenschappelijk, empirisch-analytisch, kritisch, integratief);
- Inventariseren correct – en indien nodig op naam - de verschillende relevante wetenschappelijke databanken voor de sociale wetenschappen en de verschillende vragenlijsten en tests die binnen (ortho)pedagogisch onderzoek worden gebruikt;
- Vergelijken kwantitatief onderzoek met kwalitatief onderzoek a.d.h.v. verschillen/ overeenkomsten in de geschetste onderzoeksfasen;
- Typeren onderzoek binnen één of meerdere van de geschetste onderzoeksbenaderingen.
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Zoeken op planmatige wijze wetenschappelijke teksten met behulp van databanken en catalogi;
- Nemen een aantal basistaken op binnen de verschillende fasen van het (praktijkgericht) onderzoeksproces, waaronder:
- ontwikkelen probleemstelling en doelstellingen;
- keuze van onderzoeksmethode;
- medewerking aan de ontwikkeling van onderzoeksinstrumentarium (bvb. vragenlijst);
- rapportage van het onderzoeksdesign.
Op het niveau integreren
De studenten:
- Beoordelen onderzoek en de rapportage hiervan (bijvoorbeeld in de media) op hun (wetenschappelijke) waarde.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus te verkrijgen via de cursusdienst;
Ondersteunend educatief materiaal (bvb. test en/of vragenlijst);
Gebruik van elektronische leeromgeving.
Studiekosten De kostprijs wordt beraamd op ongeveer 15 euro.
Studiebegeleiding De lector biedt begeleiding tijdens de werkcolleges.
Daarnaast is de lector bereikbaar na afspraak en ook tijdens en na de lessen. Contactgegevens: zie item OP-leden.
Via de elektronische leeromgeving worden voorbeeldvragen aan de studenten bezorgd.
Onderwijsvormen Theoretische lessen:
Hoorcollege (met vraagstelling aan de hand van slides – Powerpoint).
Werkcolleges:
Toepassingen;
Begeleide oefeningen;
Zelfstandige individuele en/of groepsopdrachten.
Evaluatievorm Eerste zittijd
De evaluatie berust op een schriftelijk examen (60%) en een individueel in te dienen taak (bundeling van een aantal individuele en/of groepsopdrachten) (40%). De taak wordt op een vooropgestelde datum ingediend en wordt gequoteerd op basis van vooropgestelde criteria (cfr. opdrachtformat). Deze taak is verplicht voor het kunnen behalen van een credit voor dit opleidingsonderdeel.
Het schriftelijk examen bestaat uit open kennis-, inzichts- en toepassingsvragen uit de theoretische lessen. Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringstijd.
Het examen vindt plaats op het einde van het semester.
Er worden geen deelvrijstellingen toegekend voor de tweede zittijd.
Tweede zittijd
De evaluatie in de tweede zittijd berust op een schriftelijk examen met open vragen uit de theoretische lessen én opdrachten vergelijkbaar met deze uit de taak van de eerste zittijd. Dit schriftelijke examen staat op het totaal van de punten (100%).
OP-leden Stijn Vandevelde ( stijn.vandevelde@hogent.be)
Didier Reynaert ( didier.reynaerts@hogent.be)
Johan van Daal ( johan.vandaal@hogent.be)
|
|