Trefwoorden Internationaal vergelijkend Sociaal Werk.
Doelstellingen Binnen Sociaal Werk is het belangrijk om over de grenzen te (leren) kijken. Ook het Sociaal Werk ondergaat immers de invloed van de globalisering. Bovendien is het interessant én belangrijk om systematisch te kijken en te vergelijken hoe aan bepaalde aspecten van het Sociaal Werk elders in Europa vorm wordt gegeven.
Dit opleidingsonderdeel wil hieraan concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
Sociaal werkers:
- Handelen vanuit een visie die steunt op een breed inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid;
- Participeren vanuit de eigenheid van Sociaal Werk aan het beleid en de uitbouw van een organisatie;
- Communiceren doelgericht in een context van grote diversiteit.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
- Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
Algemene ( generieke) competentie
- Het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 1 Sociaal Werk de basis gelegd via de volgende opleidingsonderdelen:
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1;
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 2.
Het opleidingsonderdeel kent theoretische en praktische linken met de volgende opleidingsonderdelen uit modeltraject 2 Sociaal Werk:
Werkvelden Sociaal Werk;
Sociaal wetenschappelijk onderzoek;
Stage 1;
Afhankelijk van de keuze van de student:
Keuzelijst 1 Modeltraject 2
Methodieken Maatschappelijk Werk;
Methodieken Sociaal-Cultureel Werk;
Methodieken Personeelswerk;
Methodieken Maatschappelijke Advisering.
Het opleidingsonderdeel vormt tevens zelf een basis waarop verder kan gebouwd wordt in de volgende opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 Sociaal Werk:
Perspectieven op Maatschappelijk Werk;
Theorie methodieken en methodes in Sociaal-Cultureel Werk;
Personeelsmanagement;
Actuele thema’s in Maatschappelijke Advisering;
Stage 2;
Afstudeerproject.
Leerinhoud Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee delen:
- Een beschrijving van een studiereis naar een ander Europees land;
- Een inhoudelijk deel dat bepaald wordt door de organisaties die zullen bezocht worden
tijdens de studiereis. Dit inhoudelijke deel krijgt vorm via de inbreng van de studenten.
Begincompetenties Studenten kunnen in de onderwijsrealiteit van dit opleidingsonderdeel, indien nodig, hun basisinzichten uit volgende inhoudskaders aanwenden:
Modeltraject 1 Sociaal Werk
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1;
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 2.
Modeltraject 2 Sociaal Werk
Werkvelden Sociaal Werk;
Sociaal wetenschappelijk onderzoek;
Stage 1.
Afhankelijk van de keuze van de student:
Keuzelijst 1 modeltraject 2
Methodieken Maatschappelijk Werk;
Methodieken Sociaal-Cultureel Werk;
Methodieken Personeelswerk;
Methodieken Maatschappelijke Advisering.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Omschrijven op een correcte wijze de methodieken gebruikt in een aantal organisaties uit het sociaal-agogisch werkveld:
- in Vlaanderen;
- in een ander Europees land.
- Lichten correct toe hoe bepaalde sociale thema’s worden aangepakt:
- in Vlaanderen;
- in een ander Europees land.
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Beargumenteren kritisch de voor- en nadelen:
- van methodieken gebruikt in een aantal organisaties uit het sociaal-agogisch
werkveld:
- in Vlaanderen;
- in een ander Europees land.
- van aanpak van bepaalde sociale thema’s:
- in Vlaanderen;
- in een andere Europees land.
- Vergelijken kritisch methodieken en aanpak gebruikt in een aantal organisaties uit het sociaal-agogisch werkveld in Vlaanderen met deze in een ander Europees land.
Op het niveau integreren
De studenten:
- Formuleren een eigen visie op:
- gebruikte methodieken in Vlaanderen op basis van de
kennis die ze opdeden in binnen- en
buitenland;
- het omgaan met enkele sociale thema's op basis van de kennis die ze
opdeden over de
binnen- en buitenlandse aanpak ervan.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Een (beschrijving van een) studiereis naar een ander Europees land;
Een inhoudelijke cursus samengesteld uit bijdragen van studenten: de inhoud ervan wordt bepaald door het programma tijdens de studiereis.
Studiekosten De kostprijs voor de studiereis en het studiemateriaal bedraagt ongeveer 150 euro. Dit bedrag kan variëren o.b.v. de bestemming.
Studiebegeleiding Praktische voorbereiding van de studiereis;
Basisinformatie over het programma van de studiereis;
Feedback over de inhoudelijke voorbereiding van de studiereis;
Begeleiding tijdens de studiereis;
Individuele feedback of informatie mogelijk na afspraak.
Onderwijsvormen Interactief hoorcollege: college met visualisering;
Studiereis;
Opdracht in kleine groep tijdens een deel van de lessen.
Deelname aan de voorbereiding (lessen) tot de buitenlandse studiereis én aan de buitenlandse studiereis is verplicht.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Tijdens het opleidingsonderdeel
1. Permanente evaluatie (10 % van de totale beoordeling) op basis van de professionele attitude van de student tijdens de studiereis en een individuele reflectieopdracht;
2. Productevaluatie (30 % van de totale beoordeling) in de vorm van een werkstuk dat de student in een beperkte groep dient voor te bereiden. Dit werkstuk moet minstens bestaan uit een beschrijving van een organisatie die bezocht werd tijdens de studiereis, een beschrijving van een gelijkaardige Vlaamse organisatie, een vergelijking van deze organisaties en een beschrijving en een vergelijking van de regelgeving die in de betrokken landen van toepassing is op de betrokken organisaties.
3. Op het einde van het semester: periodegebonden productevaluatie (60 % van de totale beoordeling) in de vorm van een mondeling examen waarbij de student:
- in groep een presentatie dient te geven over een zelf gekozen thema;
- individueel twee vragen krijgt: één over het werkstuk en één over de presentatie tijdens het
mondeling examen.
Tweede zittijd
In de tweede zittijd wordt in twee vormen van periodegebonden productevaluatie voorzien:
- Een individueel werkstuk ( 30% van de beoordeling) op dezelfde wijze als in de eerste zittijd. Hierbij dient een vergelijking gemaakt te worden tussen de Vlaamse organisatie en regelgeving en een gelijkaardige organisatie, inclusief de van toepassing zijnde regelgeving, uit een ander land verschillend van het tijdens de studiereis bezochte land;
- Een mondeling examen ( 70% van de beoordeling) dat op een gelijkaardige manier wordt georganiseerd als in eerste zittijd.
OP-leden Ann Bens (ann.bens@hogent.be)
|
|