Trefwoorden Internationaal vergelijkende Orthopedagogiek.
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht omdat het de mogelijkheid biedt aan de student om zijn kennis en inzichten verder te verdiepen en te verbreden. Dit opleidingsonderdeel wordt pas in modeltraject 3 aangeboden omdat de student een basis moet hebben van de Orthopedagogiek in eigen land en omringende landen. Het is belangrijk dat de opvoeder-begeleider notie heeft van het feit dat de gehanteerde ortho(ped)agogische modellen historisch gegroeid zijn en in sterkte mate bepaald zijn door maatschappelijke factoren van politieke, culturele, economische en religieuze aard. Tevens moet hij beseffen dat de vigerende modellen in ons land niet gehanteerd worden als een normatief kader voor elders. Een internationale gerichtheid impliceert eveneens een openheid om te leren van anderen.
Het opleidingsonderdeel beoogt de studenten kennis te laten maken met de beeldvorming, hulpvragen, organisatie van behandeling en begeleiding, juridische achtergronden (cfr. internationaal welzijnrecht), beleid en hulpverleningsmodellen bij de besproken doelgroepen. Daarnaast wil het de studenten ook bewust maken van specifieke aandachtspunten aangaande de begeleiding en behandeling van deze cliënten.
Dit opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
- De beginnende beroepskracht kan vanuit een kritische orthopedagogische invalshoek, een pluralistische houding en de solidariteitsgedachte, maatschappelijke systemen en het beleid sensibiliseren om de belangen van de personen met ondersteuningsbehoefte te behartigen.
Deelcompetentie:
- De orthoagogische modellen toetsen aan de realiteit en erover reflecteren.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competenties
- Begrip en betrokkenheid ontwikkelen m.b.t. ethische, normatieve en maatschappelijke vragen, samenhangend met de beroepspraktijk.
Deelcompetentie:
- De invloed van waarden- en normenpatronen onderkennen in het orthopedagogisch handelen
en het effect ervan kunnen toetsen.
- Met anderen in een interdisciplinaire, interculturele, internationale beroepsomgeving samenwerken.
Deelcompetentie:
- Van een open houding getuigen t.a.v. de identiteit van andere disciplines, culturen en
nationaliteiten.
Algemene (generieke) competentie
- Inzicht hebben in interculturele samenlevingsaspecten binnen een Europese en internationale context
Deelcompetenties:
- Zich bewust zijn van de eigen cultuur in het contact met andere culturen en zich op gepaste
wijze informeren over de andere culturen;
- Op een professionele en respectvolle wijze omgaan met cultuurverschillen en deze op een
actieve manier integreren in zijn professioneel handelen;
- De startbekwaamheid hebben om zich te integreren in een internationale omgeving.
Het opleidingsonderdeel situeert zich in modeltraject 3 en biedt de studenten mogelijke ankerpunten om de Stage 2 (binnenland en buitenland) aan te vatten.
Het sluit aan bij:
Modeltraject 1 en 2 Ortho
Orthopedagogische inhouden uit verschillende opleidingsonderdelen.
Leerinhoud Theoretisch gedeelte
Beginselen van de vergelijkende Orthopedagogiek: belangrijke concepten en parameters;
Toepassingen van de interculturele communicatiemodellen op de Orthopedagogiek;
Praktijkvoorbeelden aan de hand van voordrachten door gastsprekers met ervaring in de Orthopedagogiek vanuit een internationaal kader.
Praktisch gedeelte
De ortho(ped)agogische modellen die gehanteerd worden in Scandinavische landen, Angelsaksische landen, Oost- Europa, Azië, Latijns-Amerika en Afrika exemplarisch onderzoeken en kritisch bespreken.
Begincompetenties De student dient op de hoogte te zijn van de vigerende ortho(ped)agogische modellen in Vlaanderen.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Beschrijven met zin voor essenties de grote krachtlijnen van ortho(ped)agogische modellen in andere landen vertrekkende vanuit de praktijk;
- Informeren zich correct over de diverse modellen en hun onderlinge verschillen;
- Duiden op een respectvolle en genuanceerde wijze de meerwaarde van elk model;
- Kenschetsen inzichtelijk dat elke cultuur een eigen historisch gegroeid ortho(ped)agogisch model hanteert;
- Omschrijven met respect de meerwaarde en tekorten van elk gehanteerd model rekeninghoudend met de culturele context.
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Illustreren concreet de onderlinge verbanden tussen politieke, culturele en religieuze aspecten die de visie en methodieken beïnvloeden;
- Profileren een geboeid zijn door de wijze waarop elke cultuur haar visie met betrekking tot Orthopedagogiek implementeert.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus opgevat als draaiboek voor de groepsopdracht. Dit draaiboek vormt een handleiding met richtlijnen rond het zelfstandig werk. De cursus is verkrijgbaar bij de cursusdienst.
Lidmaatschap van de bibliotheek (vakliteratuur).
Studiekosten De kostprijs wordt geraamd op ongeveer 25 euro.
Studiebegeleiding Mogelijkheid tot individuele consultatie van de lector na de les of op een afgesproken tijdstip;
Permanente coaching bij de groepsopdracht.
Contactgegevens: zie item OP-leden.
Onderwijsvormen Theoretisch gedeelte
Interactieve hoorcolleges;
Observatie en bespreking van videofragmenten;
Gastspreker.
Praktisch gedeelte
Groepswerk in combinatie met een individuele reflectieopdracht die moet leiden tot een reflectie-, introspectie- en argumentatieverslag;
De studenten werken aan de hand van het draaiboek gefaseerd en systematisch aan een groepsopdracht;
Vooraf maken de studenten een keuze uit de thema’s die jaarlijks door de docent worden vastgelegd:
- Straatkinderen in Nicaragua;
- Agent Orange slachtoffers in Vietnam;
- Kindsoldaten in Oeganda;
- Weeskinderen van ouders met HIV in Zuid-Afrika;
- Personen met een verstandelijke beperking in Noorwegen;
- Slachtoffers van mijnen in Cambodja;
- Straatkinderen in Roemenië.
De opdracht behelst:
- Aan de hand van het draaiboek een werkplan opstellen (werkplan, taakverdeling, tijdschema);
- Wetenschappelijke (internationale) vakliteratuur en achtergrondinformatie opzoeken via internet met betrekking tot profiel, problematiek en opvangmogelijkheden;
- Zicht krijgen op de beleidsacties van de betrokken overheid (regionaal en nationaal);
- Verbanden leggen tussen de problematiek en economische, politieke, religieuze factoren;
- Zicht krijgen op het beroep van opvoeder-begeleider (in samenwerking met andere disciplines) in het betrokken land via internetinterview;
- Een kritische reflectie maken aan de hand van opgegeven items.
Het resultaat omvat:
Een paper (aangevuld met een individueel reflectieverslag) en een bondige presentatie.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Schriftelijk examen op 80% van de totale beoordeling (16/20) met open vragen en standpuntvragen op niveau van kennis, inzicht en toepassing. Het examen richt zich op de volledige leerinhouden van dit opleidingsonderdeel met inbegrip van de papers van de groepsopdrachten. Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd.
Permanente evaluatie op 20% van de totale beoordeling (4/20): groepsopdracht . De evaluatiecriteria zijn te vinden in het begeleidend draaiboek.
Tweede zittijd
In tweede zittijd wordt een gelijkaardig schriftelijk examen voorzien. De permanente evaluatie wordt in de tweede zittijd vervangen door een extra vraag met betrekking tot de leerstof van dit opleidingsonderdeel.
OP-leden
|
|