Trefwoorden Methodieken Maatschappelijke Advisering.
Doelstellingen We leven in een samenleving waar de dienstverlening steeds maar toeneemt.
Dienstverlening is een breed begrip dat sterk beïnvloed wordt door maatschappelijke tendensen. Denken we maar aan de verzakelijking, de kwaliteitszorg, het klantgericht werken.
Maatschappelijke assistenten moeten kunnen functioneren in diverse soorten organisaties, adviesorganen en ombudsdiensten, etc. waar de dienstverlening een wezenlijk onderdeel van hun werk uitmaakt.
Een maatschappelijk assistent moet in staat zijn op een systematische en doelgerichte wijze vragen, klachten of problemen van de doelgroep op te lossen.
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
-1. Handelen vanuit een visie die steunt op een breed inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid;
-2. Geven op een methodische manier vorm aan de sociaal-agogische processen in hun taakgebieden.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
-3. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën;
-4. Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk.
Algemene (generieke) competentie
-5. Denk- en redeneervaardigheid.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 1 de basis gelegd via de volgende opleidingsonderdelen:
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1 en 2;
Inleiding op het Sociaal Werk.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 2 de basis gelegd via het opleidingsonderdeel Werkvelden Sociaal Werk.
Dit opleidingsonderdeel wordt verder uitgediept in de diverse opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 afstudeerrichting Maatschappelijke Advisering.
Leerinhoud Het opleidingsonderdeel omvat:
Historiek en ontstaan van dienstverlening;
Onderscheid hulpverlening – dienstverlening;
Positie van de dienstverlener;
Actuele methoden binnen de dienstverlening;
Probleemoplossend werken;
Actuele tendensen in de dienstverlening: juridisering, klachtenbehandeling (intern, extern), kwaliteitsvolle dienstverlening, klantgericht werken;
Dossierbeheer en sociale administratie;
Dienstverlening in internationaal perspectief.
Begincompetenties Het opleidingsonderdeel sluit aan bij volgende opleidingsonderdelen uit:
Modeltraject 1
Inleiding op het Sociaal Werk;
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1 en 2.
Modeltraject 2
Werkvelden Sociaal Werk.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Beschrijven historisch en maatschappelijk het ontstaan van de dienstverlening;
- Onderscheiden correct dienstverlening en hulpverlening;
- Kenschetsen met zin voor nauwkeurigheid de eigenheid van de sociaal werker in de
dienstverlening en in het bijzonder de professionaliteit van de dienstverlener;
- Lichten beargumenteerd de competenties van de dienstverlener toe;
- Bespreken kritisch een aantal methoden binnen de dienstverlening;
- Situeren met zin voor correcte kadering een aantal actuele tendensen in de dienstverlening;
- Duiden gemotiveerd het belang van de sociale administratie;
- Beheersen inzichtelijk de verschillende onderdelen van dossierbeheer;
- Vergelijken met open kijk de dienstverlening in Vlaanderen met die in andere landen.
Op het niveau toepassen en integreren
De studenten:
- Oefenen actief de aangereikte methoden in;
- Evalueren kritisch de aangereikte methoden;
- Trainen zich spontaan in het oplossingsgericht werken.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Reader;
Actuele teksten.
Studiekosten De kostprijs wordt geraamd op ongeveer 10 euro.
Studiebegeleiding Feedback tijdens de werkcolleges.
Onderwijsvormen Interactief hoorcollege;
Werkcollege.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Het opleidingsonderdeel wordt op het einde van het semester geëvalueerd door middel van een schriftelijk examen ( 100% van de beoordeling). Het examen omvat inzichts- en toepassingsvragen.
Het examen richt zich op de volledige leerinhoud van dit opleidingsonderdeel.
Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd.
Tweede zittijd
In de tweede zittijd wordt een gelijkaardig schriftelijk examen voorzien.
OP-leden
|
|