Trefwoorden Strafrecht; Criminologie.
Doelstellingen Sociaal werkers komen in hun later beroepsveld vaak mensen tegen die zich in juridische problemen bevinden nl. personen die een misdrijf gepleegd hebben. Het is dan ook noodzakelijk dat sociaal werkers een notie hebben van het Strafrecht en de manier waarop het Strafrecht functioneert.
Daarnaast is het ook belangrijk dat deze sociaal werkers kijken vanuit een sociologisch, individueel en maatschappelijk perspectief en zicht krijgen op de achterliggende oorzaken van menselijk crimineel gedrag m.a.w. welke persoonlijke, individuele en maatschappelijke omstandigheden kunnen aan de basis liggen van een strafbaar feit.
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
Sociaal werkers:
-1. Handelen vanuit een visie die steunt op een breed inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid.
Deelcompetentie:
- Integreren verschillende wetenschappelijk onderbouwde perspectieven in hun kijk op
maatschappelijke situaties en menselijk gedrag.
-2. Hanteren gepaste, concrete en juridisch onderbouwde informatie in het belang van de cliënt.
Deelcompetenties:
- Oriënteren zich doelgericht in de wetgeving en regelgeving;
- Selecteren de gepaste informatie en vertalen die in functie van de concrete vraag;
- Leiden cliënten toe naar de passende dienstverlening;
- Behartigen correct de belangen van de cliënt.
-3. Participeren vanuit de eigenheid van Sociaal Werk aan het beleid en de uitbouw van een organisatie.
Deelcompetentie:
- Geven vorm of ondersteunen het inhoudelijk beleid van de organisatie.
-4. Sociaal werkers handelen op het kruispunt van mensen en hun omgeving vanuit een ethische grondhouding.
Deelcompetentie:
- Ontwikkelen een eigen visie op de ethische en maatschappelijke grondslagen van het beroep.
Algemene competenties
Algemene (generieke) competenties
-5. Denk – en redeneervaardigheid.
Deelcompetentie:
- Maken adequaat gebruik van gepaste begrippenkaders.
-6. Een ingesteldheid tot levenslang leren.
Deelcompetentie:
- Sturen de eigen groei door actief gebruik te maken van mogelijkheden om de eigen
deskundigheid te ontwikkelen.
Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij basisbegrippen uit juridische opleidingsonderdelen van modeltraject 1.
De opleiding voorziet in modeltraject 3 keuzelijst 2 een opleidingsonderdeel Thema’s uit de Criminologie dat verder de inhoud van dit opleidingsonderdeel uitdiept en dat tevens gericht is op ondersteuning van wie in deze sector stage loopt.
Leerinhoud Inleiding tot de studie van het strafrecht;
Het materieel strafrecht:
- de strafwet;
- het misdrijf;
- de dader;
- straffen en andere gevolgen van het misdrijf;
- strafuitvoeringsrechtbanken.
Het strafprocesrecht:
- algemene begrippen;
- actoren binnen vooronderzoek;
- verloop van het strafproces.
Geschiedenis van de Criminologie;
Criminologische theorieën en definities van Criminologie;
Toepassing van criminologische theorieën op de dagdagelijkse praktijk in het werken met criminelen.
Begincompetenties Sociaal werkers hebben in modeltraject 1 reeds een beeld gekregen van algemene rechtinhouden in de opleidingsonderdelen Inleiding tot het Belgisch rechtssysteem: Grondwettelijk recht en Strafrecht en Inleiding tot het Belgisch rechtssysteem: Burgerlijk recht en Sociaal recht.
In dit opleidingsonderdeel sluiten we hierbij aan met een specifieke tak van het Recht nl. Criminologie met inleiding Strafrecht.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ' doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Definiëren inzichtelijk de strafrechtelijke en de criminologische terminologie.
- Kenschetsen correct:
- de structuur van het strafrechtelijk apparaat;
- het strafrechtelijk verloop van een misdrijf.
- Omschrijven genuanceerd het menselijk gedrag als een samenspel van o.m. psychologische, sociologische, biologische elementen.
Op het niveau toepassen en integreren
De studenten:
- Analyseren nauwkeurig de wettelijke structuur van een instelling (decreten, v.z.w. wetgeving);
- Interpreteren correct op methodische wijze opgezochte juridische informatie en bronnen rond wetgeving en regelgeving bij het uitwerken van bepaalde thema’s;
- Gebruiken de menswetenschappelijke kijk bij de analyse van problemen, methodes en evolutie van het werkveld en bij de inschatting van plaats en waarde van het Sociaal Werk zelf;
- Hanteren inzichtelijk de aangereikte juridische kaders op concrete situaties;
- Volgen geïnteresseerd de actuele ontwikkelingen zowel nationaal als internationaal binnen de maatschappelijke context en het eigen vakgebied;
- Profileren een eigen kijk gestoeld op menswetenschappelijke perspectieven rond maatschappelijke problemen en evoluties die het werkveld raken ( o.a. armoede, globalisering..);
- Oriënteren zich - gericht op het bijstellen van eigen competenties - binnen het bijscholingsaanbod.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Handboek: De Nauw, Alain. Inleiding tot het algemeen strafrecht. Die Keure;
Papers;
Vakliteratuur;
Vaktijdschriften bvb. Panopticon.
Studiekosten De totale kostprijs wordt geraamd op ongeveer 40 euro.
Studiebegeleiding De lector is bereid om op aanvraag bijkomende info en verduidelijkingen te geven;
Tijdens de hoorcolleges zal regelmatig melding gemaakt worden van eventuele examenvragen;
Op het einde van de lessenreeks worden een aantal voorbeeldvragen aangereikt en opgelost;
In de laatste les zullen probleemgerichte vragen beantwoord worden.
Onderwijsvormen Hoorcolleges met mogelijkheid tot vraagstelling en discussies;
Zelfstudie omtrent strafrechtelijke en criminologische papers;
Casussen worden aangereikt om aldus de theorie te integreren;
Artikelonderzoek en bespreking ervan;
Er kan een bezoek gepland worden aan een strafrechtbank.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Het schriftelijk examen ( 100% van de beoordeling) richt zich op de volledige leerinhoud van dit opleidingsonderdeel.
Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd.
Het schriftelijk examen omvat meerkeuzevragen, open vragen, kennis- en toepassingsvragen. Een casusstudie zal ook deel uitmaken van het examen.
Tweede zittijd
In de tweede zittijd wordt een gelijkaardig schriftelijk examen ( 100% van de beoordeling) georganiseerd.
OP-leden
|
|