Trefwoorden B410, B430, T250, P516, natuurbehoud, ruimtelijke ordening, Vlaamse-, provinciale- en gemeentelijke plannen, structuurplannen, Gemeentelijk milieubeleid, containerpark, preventie ....
Doelstellingen In de theorie leert de student de Vlaamse-, provinciale- en gemeentelijke aanpak van milieubeheer en natuurbehoud kennen. Veel aandacht voor de ruimtelijke ordening in Vlaanderen via diverse decreten en plannen. Aanleren van de beginselen van natuurbehoud en de ecologische-, sociale- en economische benadering ervan.
In BZL verzamelt de student alle milieu- en natuurinitiatieven van zijn/haar gemeente en becommentarieert ze. De betrokken milieudienst en Gecoro worden doorgelicht en o.a. het milieujaarprogramma geresumeerd.
Leerinhoud Partim Ruimtelijke ordening :
de basiswet en het decreet op de ruimtelijke ordening met al zijn consequenties en vergeleken met alle bestaande wetten, verordeningen, decreten en besluiten die interfereren met ruimtelijke ordening; o.a. ruilverkaveling, klassering, bescherming fauna en flora enz.
Gewestplannen, Algemene Plannen van Aanleg, Bijzondere Plannen van Aanleg, Verkavelingsplan (procedures, voorbeelden).
Het Structuurplan Vlaanderen met inbegrip van de Groene Hoofdstructuur, Het Scheldevalleiproject Oost-Vlaanderen en Groene BPA's (de groene plannen).
Partim Natuurbehoud :
Inleiding tot het natuurbeheer (basisbegrippen), het bosbestand in Vlaanderen, het Bosdecreet, het Decreet op Natuurbehoud, het Wegbermdecreet, Landschappen in Vlaanderen, Landinrichtingsprojecten.
Partim Gemeentelijk milieu- en natuurbeleid (MINA) :
Milieuconvenant, milieubeleidsplan, GNOP's , bermbeheersplan, afvalbeheer met vbn. van werkjaren en beleidsvisies (casestudies), werking van gemeentelijke milieudienst, MINA-raad, Gecoro
Begincompetenties Beschikken over de eindcompetenties van de opleidingsonderdelen Biologie en Algemene en anorganische chemie is wenselijk.
Eindcompetenties
1. De student moet in staat zijn de Vlaamse decreten en plannen op alle beleidsniveaus inzake milieu en natuur, te gebruiken en toe te passen, inzonderheid op gemeentelijk vlak.
2. De student moet in staat zijn de opgedane ecologische inzichten toe te passen in gemeentelijke en hogere acties en plannen. Hij moet in staat zijn om moderne productietechnieken ecologisch te evalueren en de impact ervan op milieu en natuur realistisch in te schatten.
3. Kan op een wetenschappelijke manier een voorgelegd probleem analyseren:
- In staat zijn tot kritisch, creatief en wetenschappelijke denken en redeneren:
- In staat zijn om algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen.
- In staat zijn om mondeling en/of schriftelijk efficiënt te communiceren en te rapporteren over wetenschappelijke en technische problemen.
- In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken. 4. Verwerven en verwerken van informatie: In BZL moet de student in staat zijn gemeentelijke MINA-praktijksituaties te evalueren en te beoordelen op hun milieu- en natuurwaarde.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Nota’s beschikbaar voor theorie en BZL.
Brochures, decreten (bosdecreet, ruimtelijke ordening…), voorbeelden van milieubeleidsplannen (Gavere, Nazareth), landinrichtingprojecten (Scheldevallei Aminal), MER documenten, structuurplannen, gewestplan e.a. ruimtelijke en/of groene plannen ter beschikking. Websites VMM, Aminal, VLM e.a.
Studiekosten 15 euro
Studiebegeleiding Docent bereikbaar in labo microbiologie of labo milieutechniek en via email.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, presentaties, demonstraties
Evaluatievorm Theorie: schriftelijk examen.
BZL : indienen van een uitgebreid MINA-rapport betreffende de milieu- en natuuractiviteiten in zijn/haar gemeente.
Wegingscoëfficiënt
Theorie : 80 %
BZL : 20 %
Tweede zittijd is mogelijk voor theorie en voor BZL
OP-leden
|
|