INDUSTRIËLE CONFECTIETECHNIEKEN 4
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in de modetechnologie
Hoorcollege [A] 36.0
Werkcollege [B] 60.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 30.0
Totale studietijd [D] 240.0
Studiepunten [E] 8
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie TCMODE02A00017
 
Trefwoorden
T130: productietechnologie, T480: technologie-van-andere-producten

Doelstellingen

Patroontekenen 4 : Je bent in staat om patronen te tekenen vertrekkende van de schets van een ontwerper en hierbij de creativiteit van de ontwerper om te zetten in realiteit rekening houdend met de doelgroep.

Cad 3: Je bent in staat het basispatroon van het damescorsage met gradaties te maken en de bijhorende 1-delige mouw te formuleren en op te stellen. Je kan hieruit afgeleiden maken, rekening houdend met de gradaties. Je kan stofverbruiken maken en de invloed bij modelwijzigingen definiëren. Je bent in staat het basispatroon voor een mantel met bijhorende 2-delige mouw te formuleren en op te stellen. Je kan afleidingen maken van bestaande modellen, en je hanteert hierbij een efficiënte methode. Databeheer is hierbij een essentieel onderdeel.

Afwerkingstechnieken 4: .Verklaren en verantwoorden van de meest gebruikte fabricagetechnieken in de confectie. Vervaardigen van kledingstukken op de meest logische en verantwoorde manier, gebruik makend van de daartoe bestemde machines.



Leerinhoud

Patroontekenen 4 : 12 uur theorie - 24 uur oefeningen - 6 uur begeleid zelfstandig leren.
Opstellen van basispatronen voor jassen en mantels. Tekenen van speciale kragen en mouwen. Modelinterpretaties van rokken, pantalons, topjes, blousen, hemden, jassen, mantels… BZL : aan de hand van concrete opdrachten uit de praktijk analyseert de student andere patroonsystemen en test ze uit.

Cad 3 : 12 uur theorie - lineair gegeven. 12 uur oefeningen - 12 uur begeleid zelfstandig leren.
Opstellen basispatroon damescorsage met gradaties rechtstreeks op scherm. Opstellen van een één-delige mouw met bijhorende gradatieformulering. Maken van afgeleiden; o.a. bustier, eigen collectiemodel hierbij rekening houdend met de gradaties. Opstellen basispatroon mantel en twee-delige mouw met bijhorende gradatieformulering. Industriële verwerkingstechnieken; afgeleiden van bestaande modellen, opstellen kragen, mantelsplit, mouwsplit, .... Bepalen van stofverbruiken en invloed hierop bij modelwijzigingen. BZL: aan de hand van concrete opdrachten gebaseerd op de praktijk leer je verschillende functies op zelfstandige basis toepassen.

Afwerkingstechnieken 4 : 12 uur theorie - 12 uur oefeningen - 12 uur begeleid zelfstandig leren.
Theorie en oefeningen zijn lineair opgebouwd. Uitwerken van een eigen model die gesteund is op een industriële afwerking en productie Uitwerken en presenteren van een eigen collectie. Productanalyse van mantelkragen, kraag en opslag, mantelsplit. Uitwerken van een basismodel volgens standaardpatroon voor een vest of mantel. BZL : aan de hand van concrete voorbeelden uit de praktijk analyseert de student andere afwerkingen en werkt deze uit.



Begincompetenties

Patroontekenen 4: Het strekt ter aanbeveling de eindcompetenties bereikt te hebben van de opleidingsonderdelen Industriële confectietechnieken deel 1 en deel 2 uit het eerste jaar en opleidingsonderdeel Industriële confectietechnieken deel 3 gevolgd hebben.

Cad 3: Het strekt ter aanbeveling de eindcompetenties bereikt hebben van de opleidingsonderdelen Industriële confectietechnieken deel 1 en deel 2 uit het eerste jaar en opleidingsonderdeel Industriële confectietechnieken deel 3 gevolgd hebben.

Afwerkingstechnieken 4: Het strekt ter aanbeveling de eindcompetenties bereikt hebben van de opleidingsonderdelen Industriële confectietechnieken deel 1 en deel 2 uit het eerste jaar en opleidingsonderdeel Industriële confectietechnieken deel 3 gevolgd te hebben.



Eindcompetenties
Patroonteken 4:

1. Coördineren van het ontwikkelen van het prototype en het maken van collectiestukken.

        Onder meer:
        - Je bent in staat het patroon te tekenen van elke rok, blouse, hemd, pantalon, bustier, top, jurk of jas.
        - Je kan modelinterpretaties maken rekening houdend met wat de stilist voor ogen heeft en wil bereiken.
        - Je kan het prototype vervaardigen en beoordelen naar pasvorm en belijning.
        - Je bent in staat originele en vernieuwende ideeën te bedenken.

2. Coördineren van het productierijp maken van het eerste patroon.

        Onder meer:
        - Je bent in staat het eerste patroon op punt te zetten rekening houdend met de produceerbaarheid van het model.

CAD 3:

1. Vertrouwd zijn met de verschillende confectiespecifieke technieken : patroneren ( manueel en Cad ) , assemblagetechnieken van verschillende confectieartikelen, werkmethodes en confectiemachines.

        Onder meer:
        - Je bent in staat op de meest efficiënte methode de nodige aanpassingen aan een basispatroon uit te voeren ifv het bekomen van een modelpatroon . Je kan hierbij de invloeden naar de gradatie toe formuleren.
        - Je kan de verschillende snijpatronen een relevante naam geven.
        - Je bent in staat een stofverbruik te bereken voor een bepaald model. Je kan hierbij de invloeden naar modelwijzigingen formuleren.

2. Bewaken en bestendig operationeel houden van de nodige softwarenpakketten, bijsturen bij blokkeringen van zowel de ontwerper, de patronenmaker, de gradeerder, de patroontekenaar als de cutterbediener

        Onder meer:
        - Je herkent een probleem met betrekking tot het softwarepakket en je kan hierbij een oplossing formuleren.
        - Je bent in staat de nodige zoekfuncties te hanteren om bestanden optimaal te kunnen beheren

Afwerkingstechnieken 4:

1.Geven van toelichting en advies aan confectiemedewerkers.

        Onder meer:
        - Je bent in staat de juiste werk – en productiemethodes door te geven en toe te passen.
        - Je kan een kritisch oordeel vellen in een bepaalde functie.

2. Mede bepalen en opvolgen van de technische specificaties en de kwaliteitseisen met betrekking tot het product.

        Onder meer:
        - Je kan de juiste technische specificaties toepassen in de praktijk.
        - Je bent in staat de kwaliteitseisen te analyseren en te beschrijven.

Algemene competentie

1. Het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties uit de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen van zinvolle oplossingsstrategieën: analytisch vermogen .

        Onder meer:
        - Kan orde scheppen in complexe problemen.
        - Kan hoofdzaken van details onderscheiden.
        - Streeft naar volledigheid.
        - Kan verbeteringsvoorstellen formuleren.

2. Kunnen plannen en organiseren .

        Onder meer:
        - Kan zich concentreren op de gehele opdracht.
        - De werkschema’s worden volgens plan en tijdig uitgevoerd.
        - Houdt rekening met de impact van andere projecten.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::

Patroontekenen 4: Cursus. Notities’s tijdens de les

Cad 3: Cursus PDS en MarkerMaking (reeds in bezit) Nota's tijdens de les. Er wordt eveneens gebruik gemaakt van de cursus patroontekenen.

Afwerkingstechnieken 4: Cursus theorie en oefeningen.



Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 70.0 EUR

Patroontekenen 4: Cursus : 2,5 euro
Patroonpapier en baalkatoen :10 euro

Cad 3: Dossiers: 2,5 euro

Afwerkingstechnieken 4 : Materiaal en toebehoren voor het uitwerken van 1 kledingsstuk: 50 euro
Cursus: 5 euro



Studiebegeleiding

Patroontekenen 4: Persoonlijk contact : studenten kunnen bijkomend een afspraak maken met de docent om eventuele problemen i.v.m. geziene leerstof of uit te voeren taken te bespreken en op te lossen.

Cad 3: Persoonlijk contact. Op afspraak kan de student gebruik maken van het CADCAM-systeem. Problemen die zich voordoen bij het uitvoeren van de oefeningen kunnen besproken worden met de docent.

Afwerkingstechnieken 4: Persoonlijk contact : studenten kunnen bijkomend een afspraak maken met de docent om geziene oefeningen bijkomend te oefenen op de machines.



Onderwijsvormen

Patroontekenen 4: Hoorcollege, leergesprek, demonstraties, evaluatiegesprek, informatie opzoeken en analyseren.

Cad 3: Hoorcollege, leergesprek, demonstraties, oefeningen, evaluatiegesprek.

Afwerkingstechnieken 4: Hoorcolleges, demonstraties, evaluatiegesprek, uiteenzetting, lezing voordracht, informatie opzoeken, analyseren, didactische uitstap.



Evaluatievorm
Maximum te behalen punten: 200 ptn

Patroontekenen 4: 85 ptn
Theorie : 20 ptn schriftelijk examen met mogelijkheid tot 2° zittijd.
Oefeningen : 60 ptn permanente evaluatie van de opdrachten met tussentijdse evaluatiegesprekken. Beoordeling van de werkstukken. Mogelijkheid tot 2° zittijd.
BZL : 5 ptn

Cad 3: 50 ptn
Theorie: Maximum te behalen punten: 20 ptn. . Schriftelijk examen. Mogelijkheid tot 2° zittijd.
Oefeningen: 20ptn. Mogelijkheid tot 2° zittijd. Permanente evaluatie aan de hand van taken die in de loop van het semester worden opgegeven. Deze taken moeten tegen bepaalde, op voorhand afgesproken tijdstippen, klaar zijn en vormen de basis voor de evaluatie.
BZL: 10 ptn Mogelijkheid tot tweede zit

Afwerkingstechnieken 4: 65 ptn
Theorie : 20 ptn schriftelijk examen met mogelijkheid tot 2° zittijd.
Oefeningen: 35 ptn permanente evaluatie van de praktische proeven en opdrachten met tussentijdse evaluatiegesprekken. Beoordeling van de werkstukken. Mogelijkheid tot 2° zittijd.
BZL: 10 ptn werkstukken mogelijkheid tot 2° zittijd

Artikel 6 van de Departementale Onderwijs- en examenregeling (DOER) kan worden ingeroepen.



OP-leden
niet gekend