Gegeven deze doelstellingen sluit deze cursus naadloos aan bij de opleidingscompetenties van de opleiding toegepaste taalkunde, zowel algemeen: als bijdrage tot het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit en ingesteldheid tot levenslang leren, als in het bijzonder: als het schetsen van een algemeen kader waarbinnen het bijbrengen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) op het gebied van de toegepaste taalkunde, inclusief een initiatie in het onderzoek op dit terrein wordt nagestreefd.

Deze cursus past volmaakt binnen de algemene vakken van het eerste jaar bachelor die een wijsgerig, economisch, psychologisch en geschiedkundig kader schetsen waarbinnen de studie van de taalkunde dient te worden gesitueerd. Voor wat de verticale coherentie betreft, verdient het bijvoorbeeld vermelding dat, behalve hogervermelde oriënterende relevantie, de aandacht die geschonken wordt aan de narratologie een uitstekende inleiding vormt op de kritische traditie die ook binnen het vak ‘Kunstbeschouwing’ aan bod komt.

Leerinhoud
De leerstof van het opleidingsonderdeel "Logica en filosofie van de taal" (A1LG) is thematisch geordend:

1. Inleiding in de westerse filosofie
- Wat is het studieobject van de filosofie?
- Hoe kan logica gesitueerd worden binnen de filosofie?
- Wat is het studieobject van de logica?
- Wat zijn de relaties met diverse epistemologische standpunten?

2. Filosofie van de logica
- Probleem van het analyseren van de geldigheid van redeneringen in de natuurlijke taal
- Formele en informele analyse van redeneringen
- Soorten redeneringen en het probleem van de waarheidswaarde
- Belang van kennisrepresentatie binnen de logica

3. Overzicht van enkele klassieke logische systemen
- Overzicht van en verbanden tussen diverse systemen
- Klassenlogica: inleiding en oefeningen
- Relatielogica: kort overzicht en toepassing
- Oordeelslogica: oordelen en talige uitdrukkingen in het algemeen; logische operatoren en hun taalequivalenten; waarheidswaarde van logische uitdrukkingen.

4. Drogredeneringen
- Probleemstelling: drogredenering versus geldige redeneringen
- Relativering van functionaliteit van de drogredeneringen
- Overzicht diverse soorten drogredeneringen

5. Narratologie
- Evolutie van kritische theorie
- Overzicht voornaamste narratologische stromingen (formalisme, structuralisme, post-modernisme)
- Inleiding op verhaalanalyse

Begincompetenties
De gemiddelde algemene vorming die kan worden verwacht van een afgestudeerde secundair onderwijs; geen specifieke begincompetenties vereist.

Eindcompetenties
Bijdrage tot de algemene competenties:
- de student beheerst algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en een ingesteldheid tot levenslang leren.

Specifieke competenties:
- de student heeft kennis van en inzicht in de basisprincipes van de westerse logica en van de filosofie van de taal
- de student kan een aantal belangrijke begrippen van de logica en de filosofie van de taal, zoals die in teksten voorkomen, herkennen en duiden
- de student kan een aantal belangrijke stromingen in de Westerse wijsbegeerte onderscheiden
- de student kan nadere informatie opzoeken over logica en filosofie van de taal gebruik makend van een aantal geëigende bronnen.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
syllabus

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 0.0 EUR
syllabus : bekostigd door de hogeschool.

Studiebegeleiding
Er is ondersteuning via oefeningen en het verspreiden van materiaal en informatie via het Dokeos platform.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges


Evaluatievorm
Schriftelijk examen:
examen met open boek.

OP-leden
Nicolas VAN VOSSELEN (Ad)