CATEGORIEEN VAN ONDERWIJS- EN STUDIEACTIVITEITEN

De totale tijd besteed aan colleges, labo, stages, oefeningen, trainingen,scriptie, zelfstudie, atelier, ... noemen we de studieomvang.
De studieomvang per jaar wordt op twee manieren uitgedrukt: enerzijds in uren, anderzijds in studiepunten.

1. DE STUDIEOMVANG IN UREN

De categorieën A, B, C en D drukken de studieomvang per jaar uit in uren.
Een opleiding telt minimaal 1500 uren en maximaal 1800 uren.

Categorie A: uren hoorcolleges (instructielessen, uiteenzettingen, voordrachten,_)

Categorie B: uren geleide oefenactiviteiten (oefeningensessies, labo, atelier, trainingssessies, seminaries, practica, groepsbesprekingen,_); in deze activiteiten worden de kennisinhouden en vaardigheden onderzocht en toegepast

Categorie C: uren werkveldgebonden activiteiten (werkbezoek, observaties, stages, scripties,_); dit zijn activiteiten in of omtrent het toekomstig werkveld

Categorie D: totale studietijd, met inbegrip van de zelfstudie De zelfstudie is de inspanning die van de student verwacht wordt om de activiteiten uit A, B en C degelijk voor te bereiden en te verwerken. De zelfstudie gebeurt thuis, op de studentenkamer of in de studieruimtes die de hogeschool ter beschikking stelt. Bij de raming van de uren zelfstudie is uitgegaan van de normstudent, dit is de "gemiddelde" student die tot de doelgroep van de opleiding behoort.

Bijvoorbeeld

Opleidingsonderdeel Computertechnieken

A: 52   B: 52   C: -   D: 210

In dit voorbeeld bedraagt de studielast voor computertechnieken: 52 uren hoorcollege, 52 uren geleide oefenactiviteiten, 0 uren werkveldgebonden activiteiten en 210 - (52 + 52 + 0) = 106 uren zelfstudie. Van de "gemiddelde" student wordt verwacht dat hij/zij 210 uren investeert in de studie van dit opleidingsonderdeel.


2. DE STUDIEOMVANG IN STUDIEPUNTEN

De studieomvang in uren wordt omgezet in studiepunten (categorie E).
Elke opleiding telt 60 studiepunten per studiejaar. Een studiepunt wordt begroot op 25 tot 30 uren studietijd. Het aantal studiepunten geeft het relatieve gewicht van een opleidingsonderdeel aan.
Een opleidingsonderdeel van 6 studiepunten weegt in het totale puntenaantal dus dubbel zo zwaar door als een opleidingsonderdeel van 3 studiepunten.