Trefwoorden h130 geschiedenis van de wijsbegeerte, h100 informatie, documentatie, h105 bibliografie, h110 bibliologie
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel kent 2 leereenheden:
1. Historische inleiding filosofie (2)
De student dient vertrouwd te zijn met de grote tendensen in de actuele filosofie, waarop wordt verder gebouwd in opleidingsonderdelen uit 2e en 3e Bachelor (nl. kunstfilosofie, esthetica m.b.t. specifieke media). Hij dient van bij de aanvang van de opleiding de methodiek van intellectueel onderzoek te leren hanteren, en een houding van grondigheid en precisie ontwikkelen.
Hij dient de complexiteit van wetenschappelijke vraagstellingen te beseffen, en vertrouwd te zijn met de methodologie van (mens)wetenschappelijk, cognitief onderzoek, met voorhanden bronnenmateriaal, en met de methodologie van analytisch lezen.
2. Practicum onderzoeksmethodiek.
Deze leereenheid leert de student een onderzoek voeren en het verslag hiervan te verwoorden, zowel mondeling als schriftelijk.
Het bereidt de student voor op het schrijven van papers of het verwoorden van zijn visie op de kunst.
Leerinhoud 1. Historische inleiding filosofie: verdere kennismaking met de geschiedenis van de wijsbegeerte en haar cultuurhistorische contexten. Kant en zijn relatie tot de actualiteit. Vogelvlucht-introductie in het actuele debat: Marx en de kritische theorie, positivisme en analytische filosofie, fenomenologie en existentiefilosofie, Nietzsche en het structuralisme en post-structuralisme.
2. Practicum onderzoeksmethodiek: het aanleren van technieken en vaardigheden om zelfstandig een onderzoek in en van de kunst te kunnen beëindigen; kennisgeving van de voornaamste gedrukte en digitale bronnen, zoals naslagwerken, vaktijdschriften, zoekrobotten, databanken, websites; etc.
Begincompetenties Leereenheid 1: het is aanbevolen in het opleidingsonderdeel Wetenschap en filosofie 1.1. om leerinhoud 3: Historische inleiding filosofie 1 gevolgd te hebben.
Leerinhoud 2: Practicum Onderzoeksmethodiek: geen begincompetenties vereist
Eindcompetenties 1. Historische inleiding filosofie (2)
Kerncompetentie 1: Hij/zij kan binnen de moderne hedendaagse filosofie zelf gegevens opzoeken, kan aan de hand van deze referentiekaders een probleemstelling situeren en analyseren, en kan deze denkkaders hanteren bij het analyseren van kunst.
Onder meer:
- De student(e) kent (schematisch en inleidend) de belangrijkste modellen uit de moderne en hedendaagse filosofie.
- Hij kan actuele zingeving en vraagstellingen in verband met de kunst open en kritisch overdenken.
- De student(e) kan relatief zelfstandig een eenvoudige filosofische tekst lezen, samenvatten en kort becommentariëren.
2. Practicum onderzoeksmethodiek:
Kerncompetentie 1: de student kan zijn onderzoek afronden door zijn bevindingen te verwoorden en een tekst te schrijven.
Onder meer:
- De student kan zelfstandig werken en zijn werkzaamheden plannen.
- De student geeft blijk van interesse en leergierigheid.
- De student geeft blijk van een persoonlijk engagement.
- De student kan gepast de hulp van zijn titularis inroepen en zijn hulp aanwenden.
- De student kan helder en correct zijn informatie mondeling overbrengen.
- De student kan zonder fouten in een verzorgde taal zijn onderzoek in een paper afronden.
Algemene competenties:
1.Ingesteldheid tot levenslang leren: uitbreiding verwerven van het theoretisch referentiekader inzake de geschiedenis van de filosofie en de beeldende kunst.
2: Verwerven en verwerken van informatie:
Onder meer:
- De student heeft kennis en inzicht in de wijze waarop zo efficiënt mogelijk informatie kan verzameld worden.
- De student kent de belangrijkste technieken en bronnen om zijn informatie te verzamelen.
- De student beheerst de technieken die hem toelaten zo efficiënt mogelijk te werken.
De student heeft kennis en inzicht in de wijze waarop zo efficiënt mogelijk informatie kan verzameld worden.
Onder meer:
- De student kent de belangrijkste technieken en bronnen om zijn informatie te verzamelen.
- De student beheerst de technieken die hem toelaten zo efficiënt mogelijk te werken.
3. Practicum onderzoeksmethodiek: vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus, boeken, tijdschriften, referentiewerken enz. ontleenbaar en consulteerbaar in openbare bibliotheken en in bibliotheken van de Associatie Gent, soms ook consulteerbaar op het net; eigen nota's.
Studiekosten Cursus betaald uit ateliergeld, eventuele aankoop van boeken uit lectuurlijst (ook ontleenbaar in openbare bibliotheken en in de bibliotheken van de Associatie Gent).
Studiebegeleiding Algemene studiebegeleiding, zoals voorzien in het departement; verder na afspraak met de docent.
Onderwijsvormen Hoorcollege, praktische oefeningen voor practicum onderzoeksmethodiek.
De studenten kiezen, lezen én bespreken ook twee teksten uit de lectuurlijst filosofie.
Evaluatievorm 1. Historische inleiding filosofie: schriftelijk examen, lectuurverslag.
2. Practicum onderzoeksmethodiek: De student krijgt een quotering op basis van de permanente evaluatie alsook op basis van de inhoudelijke beoordeling van het werkstuk. In het kader van de permanente evaluatie dient de student zich minstens twee maal persoonlijk aan te melden bij de docent in de bibliotheek van het KASK. Zoniet, komt de student niet in aanmerking voor een quotering op de betrokken leereenheid.
Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
Werkstukken en opdrachten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
Voor iedere deelcompetentie van dit opleidingsonderdeel moet minstens de helft van de punten worden behaald.
Examenzittijd op einde van het semester, tweede zittijd in september.
OP-leden
|
|