FICTIE I
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: film
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 60.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 45.0
Totale studietijd [D] 225.0
Studiepunten [E] 9
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Beatrijs Boeykens
Referentie ABAKUF01A00025
 
Trefwoorden
H700-AV-Kunst-Film

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel Fictie I is het eerste onderdeel in een drieluik verspreid over de drie bachelorjaren.
Doorheen de drie opleidingsonderdelen gaat de student als filmmaker de confrontatie aan met de diverse aspecten van fictiefilm.
Fictie I is een semesteroverschrijdend opleidingsonderdeel dat parallel loopt met Documentaire I en met Audiovisueel Onderzoek 1.
Het is belangrijk dat de student zich tegelijkertijd in deze drie opleidingsonderdelen verdiept en ondervindt dat ze met elkaar interageren en dat verworven inzichten en vaardigheden transfereerbaar kunnen zijn naar andere opleidingsonderdelen.
Binnen Fictie I staat het vertrouwd raken met basisprincipes van (kort) fictie-werk centraal.

Leerinhoud
Via een theoretisch analytische benadering en praktische uitvoering van oefeningen verwerft de student inzicht in de basisaspecten en de realisatie van een fictiefilm.

Oefening: auteursfilm in één shot, zonder dialoog.
De nadruk in deze oefening ligt op beeldend vertellen.
Doordat er geen gebruik gemaakt wordt van dialoog en personages niet uitspreken wat ze voelen, denken of bedoelen, wordt de student gestimuleerd meerdimensionaal te vertellen.
Het verfilmen van een situatie in één shot dwingt de student ertoe een spanning op te bouwen vòòr de camera en deze vast te houden gedurende de volledige lengte van de film.
Er wordt verwacht dat de filmmaker een standpunt inneemt en de toeschouwer op authentieke wijze een persoonlijke interpretatie van de werkelijkheid toont.
De film wordt gedraaid op video met synchroonklank en digitaal afgewerkt.

Oefening: conceptontwikkeling & preproductie

Oefening: realisatie & postproductie
De nadruk in deze oefeningen ligt op creativiteit en het geloofwaardig verbeelden van een eigen werkelijkheid.
De student leert een op de realiteit gebaseerd verhaal te vertalen naar een werkbaar scenario, een beeldconcept te bepalen, camerastandpunten te kiezen, een ploeg te leiden, acteurs te regisseren en de film volgens de gangbare normen af te werken en te presenteren.
Het project wordt inhoudelijk en organisatorisch opgevolgd en begeleid.
De film wordt gedraaid op video met synchroonklank en digitaal afgewerkt.

Begincompetenties
De begincompetenties zijn getoetst op de toelatingsproef.

Eindcompetenties
Kerncompetenties
1) De student demonstreert de basiskennis en kunde i.v.m. het gebruik van de technische middelen en systemen eigen aan het medium film/video, overziet de verschillende aspecten van het productieproces van een korte fictiefilm en kan een kritisch gesprek aan rond proces en resultaat.
2) Het presenteren van een persoonlijke fictiefilm die getuigt van een begin van een eigen visie op zijn onderwerp en een aanzet tot ontwikkeling van een eigen stijl.
3) De student is voldoende taalvaardig om ideeën gestructureerd uit te schrijven, toont in staat te zijn relevante informatie op te zoeken en te verwerken, leert teksten en argumentaties analyseren.

Algemene competenties
1) De student heeft op een persoonlijke manier een inzicht verworven in de inhoudelijke, technische en vormelijke voorwaarden gesteld in de doelstellingen, dat zich via de opgelegde opdrachten manifesteert in een individueel werkstuk.
2) Hij/zij kan de welomschreven opdrachten tot een goed einde brengen en geeft blijk een eigen vorm- en beeldtaal na te streven. Hij/Zij is in staat de deadlines te respecteren.
3) De student kan omgaan met open opdrachten, geeft blijk een eigen vorm- en beeldtaal na te schrijven en toont een begin tot autonoom-creatief onderzoeken, procesmatig denken en reflectief denken over beeld, vorm en inhoud.
4) Hij/zij kan zich manifesteren in een leidende rol en zich inpassen in een uitvoerende rol.
5) Hij/zij toont in staat te zijn het eigen werk op adequate wijze te presenteren en toe te lichten, gaat constructief om met kritiek en heeft de juiste motivatie aan de dag gelegd t.o.v. het vakgebied.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
::Voor meer informatie, klik hier::
Naslagwerken, boeken en gepubliceerde scenario’s.
De school voorziet in het technisch en afwerkingmateriaal: videocamera, klankopname materiaal, lichtmateriaal, non lineair montagemateriaal.

Studiekosten
De basiskost beperkt zich tot het aanschaffen van videotapes en verbruiksgoederen tot maximum 50€.
De bijkomende kosten zijn afhankelijk van de aard en het thema van de film.
De filmmaker zal ook instaan voor: vervoer en catering van de cast en de crew, voor de huur van de eventuele locatie, enz…
De aankoop van een externe harde schijf wordt aangeraden om het eigen beeldmateriaal beter te beheren en beschermen.
Deze investering (v.a. € 200) kan eveneens gebruikt worden bij de andere opleidingsonderdelen en tijdens de verdere opleiding.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
Theoretische uiteenzettingen, oefeningen in groep, workshops en individueel uit te voeren opdrachten binnen en buiten de school.
Praktische begeleiding bij de totale productie.
Vooruitgangsgesprekken in het atelier.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie 50%.
Jurering van de opdracht (en) in de tweede examenperiode (juni) 50%.

Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de tweede examenperiode, geen tweede zittijd.

OP-leden