TEKSTANALYSE EN KUNSTFILOSOFIE 3.2.
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: animatiefilm
3de jaar Bachelor in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: film
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: fotografie
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, grafische vormgeving - afstudeerrichting: grafisch ontwerp
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, grafiek - afstudeerrichting: grafisch ontwerp
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, illustratie - afstudeerrichting: grafisch ontwerp
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, web- en interactief design - afstudeerrichting: grafisch ontwerp
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: mode
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: multimediale vormgeving
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: textielontwerp
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, schilderkunst - afstudeerrichting: vrije kunsten
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, tekenen - afstudeerrichting: vrije kunsten
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, beeld & installatie - afstudeerrichting: vrije kunsten
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, beeldhouwkunst - afstudeerrichting: vrije kunsten
3de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, mediakunst - afstudeerrichting: vrije kunsten
Hoorcollege [A] 36.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Helena De Preester
Referentie ABAKUF03A00016
 
Trefwoorden
Tekstanalyse en kunstfilosofie 3.2., 1. h390: algemene-en-vergelijkende-literatuurstudie, literatuurtheorie, 2. h130 geschiedenis van de wijsbegeerte, 3. h120: wijsgerige esthetica

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel telt 2 leereenheden.

1) Tekstanalyse (4)
Dit opleidingsonderdeel sluit aan op de leereenheid Tekstanalyse (3) van het opleidingsonderdeel Tekstanalyse en kunstfilosofie 3.1.
Het deelt de doelstellingen van dit opleidingsonderdeel: de studenten die deze leereenheid volgen, dragen bij tot de ontwikkeling van onze representatiecultuur.
Daarbij is het van groot belang dat zij zich bewust worden van de betekenissen die zij zelf met hun beeldend werk genereren.
De leereenheid Tekstanalyse wil die bewustwording van de studenten stimuleren door de toepassing van een narratologisch perspectief op literaire teksten en door die toepassing in verband te brengen met de eigen artistieke praktijk.

2) Kunstfilosofie (4)
Dit opleidingsonderdeel sluit aan op de leereenheden 'Kunstfilosofie (1) en (2)' in de opleidingsonderdelen 'Tekstanalyse en kunstfilosofie 2.1. en 2.2.' en complementeert de leereenheid 'Kunstfilosofie (3)' in het opleidingsonderdeel 'Tekstanalyse en kunstfilosofie 3.1.'.
De nieuw verworven competenties stellen de student in staat op een adequate manier om te gaan met een aantal 20ste-eeuwse filosofische inhouden, in het bijzonder betrokken op de kunst.

Leerinhoud
1) Tekstanalyse (4)
De studenten worden ingewijd in de structuralistische en de poststructuralistische narratologie aan de hand van reflectie over verhaalwerelden en verteltechnieken, de relatie tekst-lezer-betekenis, het leesproces en de fenomenen betekenis en interpretatie. Dit gebeurt aan de hand van het handboek, een syllabus en een reader met verhalen, romanfragmenten, gedichten en essays.
Op die manier wordt de theorie voortdurend getoetst aan concrete voorbeelden.
De studenten leren de verworven begrippen en methodes toepassen bij de analyse van die voorbeelden.
Bovendien worden ze gestimuleerd om de mogelijkheid te onderzoeken om narratologische begrippen en methodes in hun artistiek werk te implementeren.

2) Kunstfilosofie (4)
In deze leereenheid worden de studenten vertrouwd gemaakt met 20ste- en 21ste-eeuwse denkers die grip proberen te krijgen op het kunstwerk en de esthetische ervaring.
Eerst kijken we naar Martin Heideggers bepaling van het kunstwerk als plaats waar waarheid aan het werk is. We vergelijken deze visie met Alain Badiou’s niet-postmoderne visie op het verband tussen waarheid en evenement. Daarna gaan we in op Maurice Merleau-Ponty’s beschouwingen over lichaam, waarneming en kunst. Van daaruit gaan we over naar de relationele esthetiek van Nicolas Bourriaud en Yves Michauds analyses van de problematische plaats van het esthetische in de 21ste eeuw.
In deze leereenheid ligt de nadruk op een aantal fenomenologisch geïnspireerde denkers (Heidegger, Merleau-Ponty) en op hedendaagse, Franse denkers (Badiou, Bourriaud, Michaud).

Begincompetenties
1) Tekstanalyse (4)
Het is ten zeerste aanbevolen in het eerste semester de leereenheid Tekstanalyse (1) uit het opleidingsonderdeel Tekstanalyse en kunstfilosofie 3.1 te hebben gevolgd, evenals de leereenheden Literatuur (1) en (2) in de opleidingsonderdelen Tekstanalyse en kunstfilosofie 2.1 en 2.2.
De student dient de verschillende literaire stromingen in de westerse literatuurgeschiedenis te kennen en moet de individuele teksten daarin kunnen situeren.
De leereenheid bouwt bovendien voort op de kritische reflectie die gestimuleerd wordt in de kunsthistorische en kunstfilosofische vakken.

2) Kunstfilosofie (4)
Het is zeer wenselijk de leereenheden Kunstfilosofie (1) en (2) in de opleidingsonderdelen Tekstanalyse en kunstfilosofie 2.1 en 2.2. te hebben gevolgd.

Eindcompetenties
1) Tekstanalyse (4)
Kerncompetentie
De studenten geven blijk van het vermogen om na te denken over de relevantie van het narratologisch begrippenapparaat voor hun artistieke praktijk, er hun persoonlijke, artistieke visie op te formuleren en de geschikte elementen uit het begrippenapparaat kritisch te verwerken in hun artistieke praktijk.
Onder meer:
- de studenten kennen de basisbegrippen van de structuralistische en poststructuralistische narratologie.
- ze kunnen die op een heldere manier uitleggen, er hun visie op formuleren en toepassen op literaire teksten en op hun artistieke praktijk.

2) Kunstfilosofie (4)
De student geeft blijk van het vermogen (kunst)filosofische ideeën te verwoorden, te analyseren en te beoordelen, en is in staat deze aan te wenden om eigen ideeën te vormen.
Onder meer:
- hij/zij heeft grondige kennis van de behandelde (kunst)filosofische inzichten.
- hij/zij geeft blijk van persoonlijke reflectie binnen het kunstfilosofische discours en is in staat deze reflectie adequaat te beargumenteren.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
1) Tekstanalyse (4)
Syllabus met synthese van de theorie en een reader met alle literaire teksten.
Handboek: Kiene Brillenburg Wurth & Ann Rigney (red.), Het leven van teksten, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2006

2) Kunstfilosofie (4)
- Syllabus (via de cursusdienst)

Studiekosten
1) Tekstanalyse (4)
Syllabus en reader: via de cursusdienst, betaald met ateliergelden.
Handboek Tekstanalyse 34,50 euro is hetzelfde als bij de leereenheid Tekstanalyse (1), al dan niet (gedeeltelijk) betaald met ateliergelden.

2) Kunstfilosofie (4)
Syllabus via de cursusdienst.

Studiebegeleiding
1) Tekstanalyse (4)
Algemene studiebegeleiding zoals voorzien in het departement.
De docent kan op afspraak geconsulteerd worden.

2) Kunstfilosofie (4)
Algemene studiebegeleiding zoals voorzien in het departement.

Onderwijsvormen
1) Tekstanalyse (4)
Interactieve hoorcolleges die de participatie van de student vereisen.
Grondige lectuur, commentaar op en bespreking van de teksten die in de reader worden aangeboden.
Vragen stellen en discussie is op elk ogenblik van de uiteenzetting mogelijk.

2) Kunstfilosofie (4)
Hoorcolleges met mogelijkheid tot discussies.

Evaluatievorm
1) Tekstanalyse (4)
Mondeling examen met uitgebreide schriftelijke voorbereiding, waarbij de helft van de punten voorzien is voor respectievelijk het mondeling en het schriftelijk gedeelte, om studenten die minder zelfvertrouwen voor een mondeling examen hebben, gelijke kansen te bieden en om de studenten de kans te geven om grondig over hun antwoorden na te denken en die nauwkeurig te beargumenteren.
De studenten moeten theorievragen kunnen beantwoorden en verbanden kunnen leggen met hun artistieke praktijk, literaire teksten kritisch bespreken en eventueel voorbeelden uit de eigen artistieke praktijk kunnen geven.

2) Kunstfilosofie (4)
Schriftelijk examen

Algemeen:
- Verplichte deelname aan onderwijs- en studieactiviteiten.
- Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode.
- Beide leereenheden staan op evenveel punten.

OP-leden