Trefwoorden
H730 - beeldende kunst - 2D - grafische vormgeving
Doelstellingen
De vormgever als (kritische) tolk.
Vanaf het tweede jaar ligt de nadruk in het hoofdatelier op twee deelgebieden van de grafische vormgeving.
Zowel Visual Identity als editorial- en boekdesign houden zich bezig met het visualiseren van grote betekenisgehelen.
Opdrachten worden complexer: de omvang van de vorm te geven informatie groeit, de conceptuele eisen worden specifieker, de vorm van het eindproduct groter en meer gediversifiëerd.
Het ontwerp wordt gradueel aan professionele kwaliteitsnormen en technische haalbaarheid getoetst.
Bij elke nieuwe stap wordt gestreefd naar een sterke inhoudelijke uitdaging.
Zo wordt het engagement van de student een belangrijke motivatie om op vormelijke en technische uitdagingen een persoonlijk antwoord te geven.
Terwijl de student gaandeweg zijn eigen leefwereld verlaat om zich als tolk in te zetten in de vele werelden van wisselende opdrachtgevers wordt zijn belangrijkste talent net de eigen individuele taal of ‘visuele tongval’ die hij vanaf het begin ontwikkelt.
Positie binnen de opleiding
Grafische Vormgeving I is een hoofdpijler van het atelier Grafische Vormgeving.
Het volgt op Grafische Vormgeving 1.2. (1-ste Ba) en bereidt voor op Grafische Vormgeving III (3-de Ba).
Het Atelier wordt ondersteund en aangevuld door Grafische Vormgeving II waarmee het nauw samenwerkt.
Niveau: uitdiepend.
Leerinhoud
Aspecten als scenario, taal, planning, structuur, stijlelementen, presentatie en drukwerkvoorbereiding komen aan bod.
• editorial design:
Studenten verdiepen zich in het grafische vakgebied.
Het materiaal voor deze opdracht zoeken ze in het 'echte' grafische werkveld buiten de school.
Onderzoek naar en interviews met hun 'helden' (vormgevers, illustratoren, fotografen, redacteurs, uitgevers, kunstenaars…) zorgen voor confrontatie met en inzichten in de gangbare praktijk.
Deelopdrachten en verschillende inhouden (logo, fotografie en beeldbewerking, advertentie, tekst, redactie…) worden in één groot visueel geheel (bvb. tijdschrift) samengebracht. (= synthetisch ontwerpconcept)
• huisstijl, campagne:
Omgekeerd wordt één visueel concept over verschillende dragers doorgetrokken (een huisstijl of campagne omvat bvb. logo, folder, affiche… ). (= geïntegreerd ontwerpconcept)
Begincompetenties
geslaagd zijn voor Initiatie Grafische Vormgeving 1.1 en Grafische Vormgeving 1.2
Eindcompetenties
Kerncompetenties
• De student kan een gestelde opdracht analyseren.
De student kan hierbij eigen inzichten ontwikkelen.
De student kan eigen ervaringen/ideeën alsook aspecten uit de grafische vormgeving in zijn reflecties over de opdracht inbrengen.
• De student kan zich uitgebreid documenteren over een opdracht/project.
Hij kan deze documentatie hanteren binnen het ontwikkelen van eigen standpunten en eigen invalshoeken in het vormgevingsproces (=het ontwikkelen van een eigen artistiek discours).
• De student kan persoonlijke, conceptuele oplossingen bedenken en visualiseren.
Deze oplossingen getuigen van een onderzoekende attitude.
Vanuit deze onderzoekende attitude kan de student het vormgevingsproces aangaan en komen tot realisaties die getuigen van een brede vormtaal en het met succes durven aangaan van technische uitdagingen.
• De student kan over zijn werk en werkproces in dialoog gaan met docenten en medestudenten (o.a. de hand van voorstudies en schetsboeken).
De student kan feedback van studenten en docenten kritisch evalueren en van hieruit zijn eigen vormoplossingen en ontwerpen optimaliseren.
• De student kan functioneren in een groep en beheerst voldoende competenties op vlak van communicatie (luisteren, feedback geven, inleven, argumenteren, duidelijk communiceren, eigen ideeën communiceren…) en samenwerking (inzet, openheid, afspraken nakomen,…).
• De student kan reflecteren over tentoonstellen en presentatie van eigen ideeën en eigen werk.
De student kan eigen werk o.a. op evaluatiemomenten tonen, voorstellen en duiden.
Algemene competenties
Het verwerven en verwerken van informatie.
Onder meer:
- In staat zijn alle opdrachten af te werken en aan de gestelde eisen voldoen.
Een onderzoekende houding en ingesteldheid tot levenslang leren.
Onder meer:
- Bewijs leveren van inzet en werklust tijdens de atelier-uren.
- In staat zijn zelfstandig te werken en zelf tot oplossingen te komen.
- Bewijs leveren van het verruimen van de eigen visie en het uitbreiden van de algemene culturele bagage o.a. door het bezoek aan tentoonstellingen en het regelmatig deelnemen aan / bezoeken van de activiteiten georganiseerd door het KASK.
- Dialogeren over de keuzes in het werkproces en het geproduceerde werk.
- Zich opgenomen weten in de atelierwerking door aanwezig te zijn op alle klassikale inleidingen en besprekingen, door aanwezig te zijn op de bijeenkomsten die ad hoc worden georganiseerd.
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Communicatie loopt onder meer via Dokeos leeromgeving, bijgevolg is een internetaansluiting aangewezen.
Opdrachten worden ingeleid aan de hand van voorbeelden uit de praktijk.
Vakliteratuur in de KASK-bibliotheek op de campus.
Een studiereis wordt aangeboden.
Studiekosten
Een eigen computer is noodzakelijk.
Kleurprints en kopies voor de presentaties (50€).
Ateliergeld wordt hiervoor deels aangewend.
Studiebegeleiding
Er is steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent.
Electronische ondersteuning via Dokeos (o.a. forum).
Onderwijsvormen
Gezamelijk atelier, individueel en groepswerk, individuele begeleiding en feedback, groepsevaluatie en -presentatie.
Studiereis en studiebezoeken.
Evaluatievorm
1. De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
2. De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht (er is geen 2e zittijd).
3. Omschrijving van de evaluatie:
- In de examenperiode is er elk semester een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
- De jury verloopt samen met die van het Atelier Grafische Vormgeving II.
- Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
- De ateliertitularis kent een evaluatiecijfer toe op de prestaties van de student tijdens de lesuren atelier, dit cijfer wordt opgenomen in de eindevaluatie.
4. Het eindcijfer (100%) wordt samengesteld volgens de verhouding:
Jury (product, reflectie en evaluatiegesprek) Semester I: 20%
Semester II: 40%
Permanente evaluatie (aanwezigheid, overleg, inzet en evolutie): 40%
OP-leden
|
|
