Trefwoorden
H730 - beeldende kunst - 2D - grafische vormgeving
Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel telt 2 leereenheden.
• Typografie 2.1.
Studenten leren kijken naar en omgaan met lettervormen.
Lettertypes worden ingedeeld vanuit verschillende invalshoeken: constructie, historische evolutie, toepassingsgebied, gevoelswaarde,…
Het herkennen en classificeren van letters helpt studenten ze bewuster te kiezen in functie van een opdracht en hun intuïtief aanvoelen te kaderen.
Studenten leren typografische hiërarchie herkennen en aanbrengen in gezette tekst.
Ze leren een publicatie structureren op paginaniveau door toepassing van paginastramien en grid.
• Kleurenleer
De student verwerft inzicht in het waarnemingsproces van kleur: oog en hersenen moeten de informatiebron van het licht verwerken om kleur te kunnen zien (additieve mengingen).
Hij/zij verwerft niet enkel inzicht in de processen die plaatsvinden binnenin een gekleurd verflaagje bij het mengen van kleuren (subtraktieve menging), maar ook bij het naast mekaar plaatsen van kleuren zoals bv. in een compositie (partitieve menging) en hoe deze kleurvlakken elkaar visueel zullen beïnvloeden volgens de wetmatigheden van de kleurenperceptie.
De student zal bij het toepassen van kleur in een compositie zo inzicht verwerven in het mengen en in het naast mekaar plaatsen van kleuren om de beoogde sfeer in zijn werk te leggen en de onderlinge kleurverhoudingen op mekaar af te stemmen.
Positie binnen de opleiding: Artistieke en Theoretische Omkadering 2.1. staat naast de Ateliers Grafische Vormgeving I en II (2Ba) en ondersteunt deze opleidingsonderdelen praktisch en theoretisch.
De leereenheid Typografie 2.1. diept de Initiatie Typografie (1Ba) verder uit en bereidt voor op Typografie 2.2. (2Ba) en Typografie 3.1. en 3.2. (3Ba).
Niveau: uitdiepend.
Leerinhoud
• Typografie 2.1.
Omgaan met letters:
- classificatie volgens vorm, historische evolutie, constructie en toepassingsgebied
- de verschillende fonts binnen een letterfamilie, stijlen en gewichten, digitale fontformaten
Visuele hiërarchie:
- op publicatieniveau: sequentie, opbouw, hoofdstukken
- op paginaniveau: bladspiegel, zetspiegel, stramien en grid
- binnen de zetspiegel: tekstniveaus, zetwijzen, combineren van lettertypes, gewicht en stijl, regelafstand…
Theoretische introducties met historische en hedendaagse voorbeelden worden afgewisseld met oefeningen en opdrachten.
Deze lessen sluiten nauw aan bij de opdracht editorial design in het atelier Grafische Vormgeving I.
• Kleurenleer
-Impressieve kleurenleer: kleur als fenomeen, natuurelement, als impressie: hoe het ontstaat en hoe we het kunnen waarnemen: licht-oog-hersenen-voorwerp
-Expressieve kleurenleer: kleur als element van gebruiker naar toeschouwer: de leer van de contrasten en harmonie en de toepassingen ervan met verwijzingen naar talrijke voorbeelden in kunstwerken (doorheen de kunstgeschiedenis)
-Analytische kleurenleer: kleurordening en de verschillende mengsystemen: subtraktief, additief en partitief.
-Het begrip 'kleur' wordt ook in verband gebracht met associaties, indrukken en gevoelens die ze oproepen bij het waarnemen ervan.
Centraal hierbij staat de vraag of de onderlinge kleurverhoudingen aan de doelstelling voldoen en of het werk de beoogde sfeer uitademt, m.a.w.: welke sfeer vraagt de opdracht en hoe kan ik die het beste weergeven.
Begincompetenties
• Typografie 2.1.
Geslaagd zijn voor Initiatie Grafische Vormgeving 1.1. en Grafische Vormgeving 1.2.
Eindcompetenties
• Typografie 2.1.
De student kan lettertypes plaatsen in historisch en pragmatisch perspectief en ze kiezen en combineren met een bepaald communicatief doel voor ogen.
Hij kan tekst en inhoud structureren in een publicatie, binnen een paginasequentie en binnen de bladspiegel.
Hij kan tekst hiërarchisch structureren tot een voor de lezer navigeerbaar, begrijpbaar en leesbaar geheel.
• Kleurenleer
Eens de onderliggende structuren (wetenschap) bestudeerd en begrepen zijn, kan de student op instinctieve en persoonlijke wijze de wetmatigheden van de contrastenleer toepassen en een harmonisch of expressief werk maken, in de wetenschap dat dit een bewuste en doordachte kleurkeuze is.
Hij houdt rekening met de onderlinge werking van kleur en de sfeer die erdoor gecreëerd wordt.
De student heeft kennis over de ontwikkeling over het denken van kleur.
De student is zich bewust van de invloed van kleuren die we ondergaan zowel in onze omgeving als door wat men daar zelf aan toevoegt in culturele uitingen.
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabi (met bibliografie), beeldmateriaal (beiden beschikbaar op dokeos)
Digitale letterbibliotheek (fontsoftware) staat ter beschikking voor atelierwerk en opdrachten
Eigen nota’s gemaakt tijdens hoorcolleges
Dokeos-leeromgeving wordt benut, bijgevolg is een internetaansluiting aangewezen
Gebruik van projectie en in hoorcolleges en bespreking opdrachten
KASK-bibliotheek op de campus, DVD en internetdocumentatie ondersteunen de opdrachten
Aanschaf van degelijk handboek wordt aanbevolen:
(Robert Bringhurst, The Elements of Typographic Style, 2004 | ISBN: 9780881792065 | 28 euro)
Studiekosten
Een eigen computer is noodzakelijk.
Kleurprints en kopies zijn noodzakelijk voor de presentaties (40€).
Tekenmateriaal.
Studiebegeleiding
Er is steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent.
Electronische ondersteuning via Dokeos.
Onderwijsvormen
Hoorcolleges, atelier, individueel en groepswerk, individuele begeleiding en feedback, groepsevaluatie en -presentatie
Evaluatievorm
• Typografie 2.1.
Dit opleidingsonderdeel telt voor 2/3 van de punten.
Schriftelijke proef over het theoretische gedeelte: 40%
Beoordeling opdrachten: 60%
• Kleurenleer
Dit opleidingsonderdeel telt voor 1/3 van de punten.
Schriftelijke proef over het theoretische gedeelte: 40%
Beoordeling opdrachten: 60%
Algemeen:
- De beoordelingen lopen gelijktijdig met de beoordeling van Atelier Grafische Vormgeving I en II.
- Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
- Tweede zit mogelijk.
OP-leden
|
|
