Trefwoorden h745-beeldende-kunst-3D-modeontwerp
Doelstellingen Atelier Mode VI volgt op Atelier Mode V.
In dit opleidingsonderdeel komt het erop aan dat de verworven competenties van het opleidingsonderdeel Atelier Mode V worden aangesproken.
De beide ateliers staan in het teken van het afstudeerproject om de Bachelor af te ronden en vormen zo een voorbereiding op de Master Beeldende Kunst.
Leerinhoud Atelier is opgebouwd uit 2 leereenheden: Atelier Mode en Materieonderzoek
Leereenheid 1: ATELIER MODE
Binnen de leereenheid moet de student een atelier project en bijhorend onderzoek opstarten en het resultaat van dit onderzoek gebruiken om een verzameling objecten/items/vormen te concipiëren, hetzij functioneel of autonoom, thuishorend in het veld van
1.MODE & ACTIVITEIT
= aandacht voor de relatie mens-product-omgeving-activiteit(efficiëntie, prestatie, nut, sport, beroepskledij, industrial leftovers, ecologie, tuin, medisch, sustainable, wegwerp, ...)
2.MODE & IDENTITEIT
=aandacht voor de relatie mens-religieuze-civiele-morele waarden of relatie mens-individu (semi-couture, haute-couture, subculturen,... grote mens, kleine mens, oude mens. speciale klanten, koningshuis, popsterren...)
3.MODE & RUIMTE
= aandacht voor de relatie mens-algemene omgeving (theater, choreografie, circus, discotheek, dans...) of de relatie mens-persoonlijke ruimte (lichaam, ondergoed, korset, ...)
Leereenheid 2: MATERIEONDERZOEK
De opdrachten zijn gekoppeld aan het traject dat de student kiest binnen het atelier mode.
De student onderzoekt eigenschappen van materialen en legt verbanden tussen materie en potentiële ruimtelijke toepassingen.
De student maakt de brug van een technische functionaliteit naar een hogere esthetische functionaliteit en perceptie van de materie.
Begincompetenties Beschikken over eindcompetenties van atelier III & IV
Eindcompetenties van atelier V aanbevolen
Eindcompetenties Kerncompetenties
1) De student is in staat een onderzoek verder te ontwikkelen en te realiseren.
De student kan deze resultaten gebruiken om een collectie objecten/items/vormen te concipiëren, hetzij functioneel of autonoom, thuishorend in het veld van de mode.
Onder meer:
- de student heeft een visie op maatschappelijke en culturele ontwikkelingen zowel historisch als actueel en kan deze visie weergeven in het eigen werk
2) Creativiteit: de student is in staat tot het uitwerken van een actueel en vernieuwend concept m.b.t. vormgeving, ontwerp en beeldvorming
Algemene competenties
1) kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
Onder meer:
- de student is in staat zich te verdiepen in artistiek onderzoek en de adequate onderzoekstechnieken toe te passen
- de student kan procesmatig denken
- de student kan contextueel werken
- de student is in staat reflectief te denken over beeld, vorm en inhoud van het eigen werk
- de student is in staat een eigen planning op te maken en deadlines te respecteren
2) begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van de kunsten: de student is in staat verschillende technieken eigen aan het domein van de mode te hanteren bij het uitwerken van zijn project.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: stoffen, diverse materialen, tekenmateriaal
Studiekosten afhankelijk van de keuzes in materiaal
Studiebegeleiding steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent
Onderwijsvormen werkatelier met individuele begeleiding.
theoretische uiteenzettingen.
Evaluatievorm Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het artistieke proces.
In de examenperiode is er een eindevaluatie van het artistieke werk door een examenjury.
Puntenweging van de leereenheden:
Atelier Mode (3)
permanente evaluatie: 2/3 van de punten
jury: 1/3 van de punten
Materieonderzoek (3)
permanente evaluatie: 2/3 van de punten
jury: 1/3 van de punten
Het werk moet steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
Geen tweede zittijd mogelijk.
OP-leden
|
|