Trefwoorden
Doelstellingen Daar waar de student in 1e bachelor kennismaakt met en zich verdiept in de drie ateliertrajecten van multimediale vormgeving (openbare ruimte I, vrije vormgeving I, geactiveerde ruimte I), kiest de student in 2e bachelor 2 van deze zijtrajecten om zich verder te bekwamen / te ontwikkelen. Dit opleidingsonderdeel is daarbij het vervolg op openbare ruimte I.
In het opleidingsonderdeel "openbare ruimte" worden de competenties verworven voor het ontwikkelen van voorwerpen en installaties die verband houden met 'openbaarheid' en/of 'publieke gebruikers'.
De studenten krijgen de kans zich te ontplooien i.f.v. de basis aspecten van de beeldende kunst alsook de elementaire kennis en methode van werken in de productontwikkeling en industriële vormgeving. Het genereren van bruikbare ideeën alsook het kunnen “geïntegreerd ontwerpen” van praktische oplossingen voor functionaliteit en gebruikscomfort is hierbij van belang.
Het kunnen archiveren en presenteren van projecten.
Kunnen keuzes maken en accenten leggen op de leereenheden die voor de persoonlijke ontwikkeling van de student het meest geschikt zijn.
Leerinhoud Als vervolg van het opleidingsonderdeel openbare ruimte I wordt meer en meer de nadruk gelegd op volgende leerinhouden:
a. de individuele motieven worden zichtbaarder in het werk.
b. het discours wordt sterker uitgebouwd.
c. een grotere beheersing en uitbreiding van het technische jargon.
d. de vormentaal wordt rijker en eigen aan de student.
e. vormentaal wordt meer en meer in overeenstemming gebracht met het artistieke discours van de student.
- Student leert vormbeginselen m.b.t. gedragstypisch, prototypisch en oplossingtypische kenmerken op toepassingsniveau hanteren in zijn beeldend werk.
- Verdieping in de Sensoriële, Cognitieve en Fysieke ergonomie en het ‘Mens-Interactiemodel’.
- Verdieping in de ontwerpmethodologie van P.Verhaert en J.Braet
Begincompetenties Student is geslaagd voor de atelieronderdelen van 1e bachelor multimediale vormgeving.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
De complexiteit van “gebruiksfuncties'' kunnen analyseren en verwerken in een beeldende interpretatie.
Kunnen organiseren en respecteren van deadlines.
Kerncompetentie 2:
Principes van de productontwikkeling kunnen toepassen in het creatieproces van een eigen werk.
Vernieuwde functies kunnen uitdenken en in verband kunnen brengen met autonome beeldende expressie.
Een kritische reflectie t.o.v. eigen ontwerp en kunstwereld kunnen formuleren.
De rode draad in zijn denken en werken consequent kunnen gebruiken.
Kerncompetentie 3:
Een morfologische analyse kunnen toepassen en uitvoeringswijzen kunnen beoordelen i.f.v. de realisatie van een beeldend werk.
In staat zijn een werk met persoonlijkheid te ontwerpen, te analyseren en te bouwen en deze ook kritisch kunnen evalueren.
Algemene competentie: Creativiteit:
Ideevinding en een productarchitectuur kunnen toepassen binnen een vooropgesteld thema.
De beperktheden van een uitvoering kunnen aanwenden als voordeel van een expressievorm.
De student kan zijn eigen vaardigheden en technisch vermogen inschatten.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Verhaert, P., 'Praktijk van de Productontwikkeling', ACCO Leuven, 1998;
Jones, J.C., 'Design methods', Van Nostrand Reinhold, New York, 1992;
Hans Dirken, Productergnomie, Ontwerpen voor gebruikers, Delft University Press, 2001;
Jan Corremans, Basistechnieken voor de produktvormgever, Lemma, 2003
Wim Muller, Vormgeven, ordening en betekenisgeving, 2002
Literatuurstudies en catalogi. Bezoek van tentoonstellingen.
Studiekosten Maquettemateriaal: 30€
Studiebegeleiding Dokeos, elektronische leeromgeving.
Steeds de mogelijkheid om met de betrokken docent af te spreken.
Onderwijsvormen Artistiek werkatelier met opdrachtvorm.
Oefeningen: Begeleide oefeningen en gezamenlijke workshops, overleg en discussie in kleine groepen.
Evaluatievorm Afzonderlijke beoordeling door een jury in het midden van het jaar: 1/3 van de punten en
op het einde van de lessenreeks: 2/3 van de punten.
Dagelijks werk.
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.
- Examencijfer van de 1ste examenperiode blijft behouden in de 2de examenperiode.
OP-leden
|
|