Trefwoorden beeldende kunst, multimediale vormgeving, geactiveerde ruimte
Doelstellingen Verdiepende module over de voorbereiding van een theaterproductie of performance, gebaseerd op de verworvenheden van de module ‘geactiveerde ruimte I’ uit de eerste bachelor. De studenten kiezen in 2e bachelor voor twee ateliertrajecten. Naast geactiveerde ruimte worden ook de keuzemogelijkheden openbare ruimte II en vrije vormgeving II aangeboden.
Leerinhoud De leerinhoud is dezelfde als in de vorige modules maar meer uitdiepend en persoonlijker. Studenten bevragen en onderzoeken via theoretische en praktische meetings of studiowerk de steeds complexer wordende wereld van het performancemedium.
De volgende leerinhouden zijn daarbij van belang:
-Inzicht verwerven in werking en mechanismen van een groep, gezelschap.
Her- en erkennen van de verschillende functies en statuten in de theaterwereld en het opnemen van de respectievelijke verantwoordelijkheid.
-Situering van het individu in de groep; doorbreken van taboes en verlegenheid.
- Onderzoek van bestaande structuren en de mogelijkheden/ noodzaak tot insubordinatie of verzet als werktuig van de ontwikkeling van de performance.
-Visualisering van embryonale conceptuele projecten via decors, modellen en tekeningen.
-Het leren hanteren van tijd en budget.
-Ontwerptechniek toneelbeeld via dramaturgische analyse van teksten.
- Inzicht in de infrastructuur en architectuur van het traditionele theater, regie, dramaturgie, speltechniek, scenario en narratieve technieken, licht, geluid, …
Fysical training (boksen, voetbal…)
- Studiowerk op basis van bestaande oefeningen en teksten.
- Projectmatig toetsen en evalueren van repetities en trainingen.
- In de Geactiveerde Ruimte worden studenten aangemoedigd om eigen projecten en ideëen te realiseren. Vaak wordt het vormen van een tijdelijk gezelschap gesuggereerd. De groepsdynamiek wordt aangewend als een leermiddel.
- Het werkproces staat centraal daarom worden ook samenwerkingsverbanden
aangegaan met externe partners, instanties, productiehuizen, theaters,...
- Aspecten van de de studie van dramaturgie, theaterwetenschappen, ontwerpen van toneelbeelden, begrotingen en documentatie.
-tenslotte blijven we de mogelijkheden van nieuwe technieken bij
presentaties, projecten of producties volgen en toepassen;
-We onderzoeken actief manieren van documenteren, archiveren en representeren
van de werken.
Begincompetenties geslaagd zijn voor ‘geactiveerde ruimte I’
Eindcompetenties Algemeen
1. Kerncompetentie 1 de onderzoeker
hij/zij is in staat om een eigen artistieke onderzoeksmethode te ontwikkelen;
indicatoren
- mechanisme van idee-ontwikkeling is aanwezig en via intensief contact met de problematiek van geactiveerde ruimte.
- in de Proces-evaluatie wordt nagegaan of er voldoende evolutie heeft plaatsgevonden.
- het werk moet getuigen van verbeeldingskracht.
2. Kerncompetentie 2 de creator
hij/zij is in staat om een eigen spoor/indruk na te laten (nadruk op het authentieke in combinatie met het creatieve) – De student kan een concept bedenken en uitvoeren vanuit de uitgangspunten de verkenning van de ruimte en de activering van de ruimte.
Indicatoren
-bewust werken aan persoonlijkheidsvorming en daarmee bewijs leveren van intensief contact met de werkelijkheid.
- De student wordt geacht een aanzet tot een persoonlijke taal te ontwikkelen die open staat voor verdere evolutie.
-de student engageert zich met een aanzet tot werk. De student ontwikkelt een kritische zin die hem toelaat om verder te evolueren.
3. Kerncompetentie 3: de communicator
hij/zij kan zijn eigen artistieke werk documenteren, en visueel en verbaal presenteren, tov verschillende doelpublieken
Indicatoren
- de student verkent de mogelijkheden van presentatie en archivering
- de student volgt de initiaties, onderzoekt de mogelijkheden van technische hulpmiddelen met betrekking tot de voorstelling en archivering.
- de student koppelt inhoudelijke aspecten van de voorstelling aan de beeldende middelen met als doel de overdracht van inhoud naar een publiek te bewerkstellligen.
4. de organisator en de realisator
- hij/zij kent de techniciteit van het medium (de media) waarmee hij/zij werkt (technische vaardigheden, materialenkennis etc.)
- hij/zij kan zijn artistieke proces organiseren binnen een bepaalde ruimte en tijd…
indicatoren:
- de student functioneert binnen een groep, houdt zich aan deadlines en kan zijn werk organiseren
- de student is in staat om individueel te handelen binnen de collectiviteit. indicator:Hij/zij is in staat om zelfstandig te werken en mondig genoeg om een groep medewerkers rondom zich te verzamelen en te begeesteren.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Studiekosten minimaal €150
Studiebegeleiding Er is steeds de mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent.
Onderwijsvormen Gesprekken. Artistiek werkatelier met opdrachtvorm. Loges en begeleide oefeningen. Vrij werk.
Het onderwijs in het heeft een individueel karakter maar vindt voornamelijk in groepsverband plaats. Verwacht wordt individueel handelen binnen de collectiviteit.
Evaluatievorm Permanente evaluatie, na iedere opdracht in groep voor 1/3
jury eindwerken voor 2/3
Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.
OP-leden
|
|